ECLI:NL:RBZWB:2023:6269
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. De Beer
- mr. Slot
- mr. Kempen
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot beëindiging van het gezag over minderjarigen afgewezen
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 augustus 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot beëindiging van het gezag van de moeder over haar twee minderjarige kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om het gezag van de moeder te beëindigen, omdat er zorgen waren over de ontwikkeling van de kinderen en de opvoedvaardigheden van de moeder. De rechtbank heeft de zaak behandeld tijdens een mondelinge zitting op 13 juli 2023, waarbij de moeder, de grootouders, en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling (GI) aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het ouderlijk gezag over de kinderen momenteel door de moeder wordt uitgeoefend en dat er in het verleden ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen hebben plaatsgevonden. De Raad heeft ernstige zorgen geuit over de ontwikkeling van de kinderen, vooral over [minderjarige 1], die te maken heeft met gedragsproblemen en epilepsie, en [minderjarige 2], die worstelt met haar sociaal-emotionele ontwikkeling. De moeder heeft echter aangegeven dat zij zich bewust is van de situatie en dat zij de kinderen niet meer bij zich kan laten wonen.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen sprake is van misbruik van het gezag door de moeder en dat de ontwikkeling van de kinderen niet ernstig wordt bedreigd. De rechtbank heeft ook overwogen dat het belang van [minderjarige 2] zich verzet tegen beëindiging van het gezag, omdat zij bang is voor het verlies van contact met haar moeder. Daarom heeft de rechtbank het verzoek van de Raad tot beëindiging van het gezag van de moeder afgewezen, met de aanbeveling dat toekomstige verzoeken tot verlenging van ondertoezichtstellingen schriftelijk kunnen worden afgehandeld, tenzij er gegronde redenen zijn voor een mondelinge behandeling.