Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 september 2023, is er een geschil ontstaan tussen de Vereniging van Eigenaars (VvE) en een eigenaar van meerdere appartementsrechten. De eigenaar, aangeduid als [gedaagde01], heeft geweigerd enkele bijdragen aan de VvE te betalen, omdat hij zich beroept op verrekening van kosten die hij heeft gemaakt voor een advocaat die hij had meegenomen naar een VvE-vergadering. Tijdens deze vergadering heeft de voorzitter besloten het agendapunt, waar de advocaat op wilde reageren, niet te behandelen, waardoor de advocaat voor niets was meegekomen. De eigenaar stelt dat hij de kosten van de advocaat wil verrekenen met de VvE-bijdragen die hij niet heeft betaald.
De kantonrechter heeft in zijn vonnis geoordeeld dat het beroep op verrekening niet kan worden gehonoreerd. De rechter oordeelt dat er geen bewijs is van onrechtmatig handelen door de VvE en dat de factuur van de advocaat niet aan de eigenaar zelf, maar aan zijn BV is gericht. Aangezien de BV geen eigenaar is van een appartementsrecht, kan de eigenaar deze kosten niet verrekenen. De kantonrechter heeft de eigenaar veroordeeld tot betaling van € 1.992,17 aan de VvE, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De VvE had ook aanspraak gemaakt op buitengerechtelijke incassokosten, maar de rechter heeft deze kosten tot een bedrag van € 361,58 toegewezen, omdat dit bedrag in overeenstemming was met de wettelijke eisen.
De proceskosten zijn eveneens aan de zijde van de VvE vastgesteld op € 1.024,77, en de eigenaar is veroordeeld in deze kosten. De rechter heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de VvE het bedrag direct kan vorderen, ongeacht een eventuele hoger beroep.