Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.De procedure
- de exceptie niet-ontvankelijkheid tevens houdende conclusie van antwoord, tevens houdende conclusie van eis in reconventie, met producties 1 tot en met 8,
- de productie 9 van [gedaagde in conventie]
- de descente en mondelinge behandeling van 8 augustus 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de pleitnota van [eiser in conventie]
- de pleitnota van [gedaagde in conventie] .
2.De feiten
In aanmerking nemende:
- Dat de heer en mevrouw [naam 2] , de actuele eigenaars van de onroerende zaak, staande en gelegen aan de [adres 1] te [plaats] al bijna vijftig jaren op grond van gemaakte afspraken met de voormalig eigenaar van perceel [kadastrale aanduiding] , een gedeelte van dit perceel gebruiken om van en naar de openbare weg ( [straatnaam] ) te gaan en te komen, dit over een verharde uitbaning;
- Da de daartoe gemaakte afspraken (ook) (mondeling) met eigenaar zijn gemaakt c.q. zijn bekrachtigd nadat die eigenaar is geworden;
Dat de heer en mevrouw [naam 2] ter gelegenheid hiervan hebben aangedrongen op een schriftelijke vastlegging van het gebruik en de intentie om dat gebruik te continueren;
3.Het geschil
4.De beoordeling
- [eiser in conventie] dient het gebruik van de oprit door zwaar verkeer aan te kondigen bij [gedaagde in conventie] en [eiser in conventie] dient daarbij de nodige maatregelen ter voorkoming van schade te treffen zoals het aanbrengen van rijplaten.
- [eiser in conventie] en de zijnen mogen niet parkeren op of langs de oprit.