ECLI:NL:RBZWB:2023:6372

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
6 september 2023
Publicatiedatum
11 september 2023
Zaaknummer
C/02/405008 / HA ZA 23-9 (T)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • R. Römers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek in civiele procedure met betrekking tot gebreken aan geleverd werk

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is op 6 september 2023 een vonnis in verzet uitgesproken. De zaak betreft een geschil tussen [eiser01] en [gedaagden01] over gebreken aan geleverd werk. De rechtbank heeft eerder op 1 februari 2023 een tussenvonnis uitgesproken en op 21 juni 2023 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden. Tijdens deze zitting hebben partijen hun standpunten toegelicht en is besloten om een deskundigenonderzoek te gelasten. Partijen hebben overeenstemming bereikt over de benoeming van deskundigen en de vragen die aan hen voorgelegd dienen te worden. De rechtbank heeft de heer ir. [naam02] benoemd als deskundige, nadat de eerder voorgestelde deskundige niet beschikbaar bleek te zijn. De deskundige zal onderzoek doen naar de gebreken aan het geleverde werk, de oorzaken daarvan en de mogelijkheden voor herstel. Tevens is er een voorschot op de kosten van de deskundige vastgesteld op € 9.503,92. De rechtbank heeft partijen erop gewezen dat zij wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek en dat bij niet-naleving daaruit gevolgen kunnen voortvloeien. De zaak is aangehouden in afwachting van de resultaten van het deskundigenonderzoek.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster II Handelszaken
Breda
zaaknummer / rolnummer: C/02/405008 / HA ZA 23-9
Vonnis in verzet van 6 september 2023
in de zaak van
[eiser01],
wonende te [woonplaats01] ,
eiser,
gedaagde in het verzet,
advocaat mr. T. Steenbeek te Tilburg,
tegen
1. de vennootschap onder firma
[gedaagde01],
gevestigd te [vestigingsplaats01] ,
en haar vennoten
2.
[gedaagde02],
3.
[gedaagde03],
beiden wonende te [woonplaats02] ,
gedaagden,
eisers in het verzet,
advocaat mr. T.H.J. van Beek te Zundert.
Eiser, gedaagde in het verzet zal hierna [eiser01] worden genoemd. Gedaagden, eisers in het verzet worden hierna gezamenlijk – in vrouwelijk enkelvoud – aangeduid als [gedaagden01] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
– het tussenvonnis van 1 februari 2023 en de daarin genoemde stukken,
– de zittingsaantekeningen van de mondelinge behandeling op 21 juni 2023, waaraan gehecht de spreekaantekeningen van mr. T. Steenbeek en mr. T.H.J. van Beek en de brief van 7 juni 2023 van de zijde van [eiser01] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Nadat partijen ter zitting hun standpunten nader uiteen hadden gezet, is de zitting voor enige tijd geschorst om partijen in de gelegenheid te stellen een minnelijke regeling te bereiken.
2.2.
Partijen hebben overeenstemming bereikt in die zin, dat zij het erover eens zijn dat, alvorens verder wordt beslist, de rechtbank een deskundigenonderzoek gelast.
2.3.
Voorafgaand aan de zitting hebben partijen reeds overleg gevoerd over een mogelijk in te schakelen deskundige en de aan deze te stellen vragen. Partijen stellen gezamenlijk de rechtbank voor om als deskundige te benoemen:
- de heer ir. [naam01] , verbonden aan [expertisebureau01] in [plaats02] , en
- de heer ir. [naam02] , verbonden aan [bedrijf01] BV te [plaats01] .
2.4.
Partijen zijn het erover eens dat de navolgende vragen aan de deskundige dienen te worden voorgelegd:
1. Welke gebreken/schades constateert u aan het door [gedaagden01] geleverde werk?
2. Is er sprake van een causaal verband tussen de gebreken/schades aan het geleverde werk en het handelen/nalaten van [gedaagden01] ?
3. Is herstel van de geconstateerde gebreken/schades mogelijk en zo ja, op
welke wijze kunnen de gebreken worden hersteld en welke kosten zijn
daaraan verbonden?
4. Wat is de oorzaak van het ontstaan van de plooien in de folie van het
zwembad? In hoeverre speelt de grondwaterstand hierin een rol?
5. Is het gezien de situatie ter plaatse noodzakelijk om een drainage aan te brengen rondom het zwembad?
6. Hoe verhouden uw constateringen ten aanzien van de geconstateerde gebreken/schades zich met de bevindingen van Badex van 12 mei 2021 en van Poolconsult van 4 november 2021 en 4 december 2021?
7. Heeft u verder nog opmerkingen die van belang kunnen zijn bij beoordeling van de zaak?
2.5.
Overeenkomstig hetgeen partijen ter zitting hebben afgesproken zal [eiser01] zorgdragen voor deponering van het voorschot op de kosten van de deskundige, aan welk voorschot geen maximum wordt verbonden.
2.6.
De rechtbank zal het deskundigenbericht bevelen. Omdat de door partijen eerst voorgestelde deskundige de heer ir. [naam01] niet beschikbaar is, zal de rechtbank de heer ir. [naam02] tot deskundige benoemen en de hoogte van het voorschot op de kosten van deze deskundige vaststellen op het in de offerte van deze deskundige vermelde bedrag. Partijen zijn bij brief van 10 augustus 2023 van het voornemen van de rechtbank om de heer ir. [naam02] als deskundige te benoemen en van zijn offerte en algemene voorwaarden op de hoogte gesteld. Partijen hebben tegen de benoeming van de heer ir. [naam02] en het door deze gevraagde voorschot geen bezwaar gemaakt.
2.7.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan
het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken
die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
2.8.
Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.
2.9.
De rechtbank ziet geen aanleiding om tussentijds hoger beroep van deze tussenbeslissing toe te staan.
2.10.
In afwachting van de resultaten van het deskundigenonderzoek zal iedere verdere
beslissing worden aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:
1. Welke gebreken/schades constateert u aan het door [gedaagden01] geleverde werk?
2. Is er sprake van een causaal verband tussen de gebreken/schades aan het geleverde werk en het handelen/nalaten van [gedaagden01] ?
3. Is herstel van de geconstateerde gebreken/schades mogelijk en zo ja, op
welke wijze kunnen de gebreken worden hersteld en welke kosten zijn
daaraan verbonden?
4. Wat is de oorzaak van het ontstaan van de plooien in de folie van het
zwembad? In hoeverre speelt de grondwaterstand hierin een rol?
5. Is het gezien de situatie ter plaatse noodzakelijk om een drainage aan te brengen rondom het zwembad?
6. Hoe verhouden uw constateringen ten aanzien van de geconstateerde gebreken/schades zich met de bevindingen van Badex van 12 mei 2021 en van Poolconsult van 4 november 2021 en 4 december 2021?
7. Heeft u verder nog opmerkingen die van belang kunnen zijn bij beoordeling van de zaak?
3.2.
benoemt tot deskundige:
de heer ir. [naam02]
[expertisebureau02] BV
[adres01]
[postcode01] [plaats01]
[postbus01]
[postcode02] [plaats01]
het voorschot
3.3.
stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vast op het door
de deskundige begrote bedrag van € 9.503,92 (inclusief BTW).
3.4.
bepaalt dat [eiser01] het voorschot dient over te maken
binnen twee weken
na de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
3.5.
draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de
betaling van het voorschot,
het onderzoek
3.6.
bepaalt dat [eiser01] zijn procesdossier in afschrift aan de deskundige dient te doen toekomen,
3.7.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op de door de deskundige in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats,
3.8.
wijst de deskundige er op dat:
- de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de
Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of
desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
- de deskundige het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling
van het voorschot dient aan te vangen,
- de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te
nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het
voorschot niet toereikend blijkt te zijn
- de deskundige partijen bij een onderzoek van een object ter plaatse gelegenheid
dient te bieden dit onderzoek bij te wonen, indien slechts één partij, althans niet
alle partijen, bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig is of zijn, de
deskundige dit onderzoek niet mag uitvoeren, tenzij alle partijen zijn uitgenodigd
om bij dat onderzoek aanwezig te zijn en dat uit het rapport moet blijken dat
hieraan is voldaan,
- indien partijen bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig zijn geweest,
uit het rapport moet blijken welke opmerkingen zij hebben gemaakt en welke
verzoeken zij hebben gedaan en hoe de deskundige hierop heeft gereageerd.
3.9.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige dienen te verstrekken indien deze daarom verzoekt, de deskundige toegang dienen te verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige gelegenheid dienen te geven tot het verrichten van het onderzoek;
het schriftelijk rapport
3.10.
draagt de deskundige op om uiterlijk drie maanden na het schriftelijk bericht van de griffier omtrent de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie,
3.11.
wijst de deskundige er op dat:
- uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de
deskundige is gebaseerd,
- de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, opdat
partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige
opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het
definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de
reactie van de deskundige daarop moet vermelden,
3.12.
bepaalt dat partijen binnen vier weken dienen te reageren op het concept-rapport
van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de
deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar
aanleiding van het concept-rapport te reageren,
overige bepalingen
3.13.
bepaalt dat de zaak op de parkeerrol zal komen van
3 april 2024;
3.14.
draagt de griffier op de zaak op een eerdere rol te plaatsen:
- indien het voorschot niet binnen de daarvoor bepaalde (eventueel verlengde)
termijn is ontvangen: voor akte uitlating voortprocederen aan beide zijden op een
termijn van twee weken of
- na ontvangst ter griffie van het deskundigenbericht: voor conclusie na
deskundigenbericht aan de zijde van [eiser01] op een termijn van vier
weken,
3.15.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Römers en in het openbaar uitgesproken op 6 september 2023.