ECLI:NL:RBZWB:2023:6383
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit rijgeschiktheid niet-ontvankelijk verklaard wegens niet-betaling griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 september 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) van 25 april 2023 betreffende de rijgeschiktheid behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht niet is betaald en er geen verontschuldigbare reden is voor deze niet-betaling. De rechtbank wijst erop dat volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het griffierecht voor deze zaak € 184,- bedraagt en dat dit bedrag binnen een gestelde termijn op de rekening van de rechtbank moet zijn bijgeschreven of op de griffie moet zijn betaald.
De griffier heeft eiser tweemaal, zowel per gewone als per aangetekende brief, in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te betalen. Eiser heeft echter het griffierecht niet tijdig betaald en heeft geen reden opgegeven voor dit verzuim. Hierdoor is er geen sprake van een verontschuldiging voor de niet-tijdige betaling. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat er geen inhoudelijke beoordeling van het beroep plaatsvindt en dat het bestreden besluit van het CBR in stand blijft. De rechtbank wijst ook op het feit dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. I.M. Josten, rechter, in aanwezigheid van D. Alblas, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.