ECLI:NL:RBZWB:2023:6393
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen met betrekking tot Duitse arbeidsongeschiktheidsverzekering
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 september 2023, wordt de zaak behandeld van een belanghebbende die in bezwaar ging tegen navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) over de jaren 2016 tot en met 2019. De rechtbank oordeelt dat het hoorrecht in bezwaar niet is geschonden en dat de inspecteur beschikte over een nieuw feit dat navordering over de jaren 2016 tot en met 2018 rechtvaardigt. De inspecteur had de premies van een in Duitsland afgesloten arbeidsongeschiktheidsverzekering terecht gecorrigeerd in de navorderingsaanslagen. De rechtbank concludeert dat de belanghebbende niet voldoet aan de voorwaarden voor aftrek van de premies volgens artikel 3.126 van de Wet IB 2001, omdat hij gedurende de gehele looptijd van de verzekering binnenlands belastingplichtig was. De rechtbank wijst ook het beroep op het vertrouwensbeginsel af, omdat de belanghebbende niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de inspecteur eerder de premies had geaccepteerd. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond, wat betekent dat de navorderingsaanslagen in stand blijven en de belanghebbende geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.