In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 september 2023, worden de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar over de aan haar opgelegde aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) en aanslagen Zorgverzekeringswet (Zvw) voor de jaren 2016 en 2017 behandeld. De rechtbank heeft de beroepen op 9 augustus 2023 op zitting behandeld, waarbij belanghebbende niet aanwezig was.
Voor het jaar 2016 oordeelt de rechtbank dat de inspecteur de aanslagen IB/PVV en Zvw terecht heeft opgelegd en dat de inkomsten van belanghebbende niet tot te hoge bedragen zijn vastgesteld. De rechtbank wijst erop dat de inspecteur geen specifieke zorgkosten in aftrek heeft toegestaan, wat door de rechtbank wordt bevestigd. Voor het jaar 2017 verklaart de rechtbank het bezwaar van belanghebbende tegen de aanslagen niet-ontvankelijk, omdat het bezwaarschrift te laat is ingediend. De rechtbank kan het beroep tegen de ambtshalve beslissing over 2017 niet inhoudelijk beoordelen, omdat de bezwaarfase nog niet is doorlopen.
De rechtbank concludeert dat de beroepen ongegrond zijn en dat de aanslagen niet worden verminderd. Belanghebbende krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.