ECLI:NL:RBZWB:2023:6398

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 september 2023
Publicatiedatum
12 september 2023
Zaaknummer
AWB- 19_6025
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling UWV in proceskosten na intrekking beroep Wajong-uitkering

In deze zaak heeft verzoeker beroep ingesteld tegen het besluit van het UWV van 14 oktober 2019, waarin zijn Wajong-uitkering werd beëindigd per 19 augustus 2019. Na een nieuwe beslissing op bezwaar op 18 juli 2023, waarbij het UWV de uitkering ongewijzigd voortzette, trok verzoeker zijn beroep in. Hij verzocht het UWV om veroordeling in de proceskosten. Het UWV gaf aan zich te refereren aan het oordeel van de rechtbank.

De rechtbank heeft, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), besloten om de behandeling van het verzoek ter zitting achterwege te laten. De rechtbank oordeelde dat het UWV verzoeker tegemoet was gekomen, wat aanleiding gaf om het UWV te veroordelen in de proceskosten. De rechtbank stelde de kosten voor rechtsbijstand vast op € 2.092,50, en vergoedde ook de reiskosten van verzoeker voor het bijwonen van de zitting en bezoeken aan deskundigen.

De rechtbank wees verzoeker erop dat hij een zelfstandig verzoek om schadevergoeding kan indienen, maar dat hiervoor griffierecht verschuldigd is. De rechtbank heeft het UWV veroordeeld tot een totaalbedrag van € 2.295,64 aan proceskosten. Deze uitspraak is gedaan door mr. I.M. Josten en openbaar gemaakt op 7 september 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 19/6025 WAJONG
uitspraak van 7 september 2023 van de enkelvoudige kamer op het verzoek om veroordeling in de proceskosten in de zaak tussen

[verzoeker] , te [plaats] , verzoeker,

gemachtigde: mr. V.M.C. Verhaegen,
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(UWV; kantoor Breda), verweerder.

Procesverloop

Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 14 oktober 2019 van het UWV inzake de beëindiging van zijn uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheids-voorziening jonggehandicapten (Wajong) met ingang van 19 augustus 2019.
Bij besluit van 18 juli 2023 heeft het UWV een nieuwe beslissing op bezwaar genomen en verzoekers Wajonguitkering ongewijzigd voortgezet.
Vervolgens heeft verzoeker het beroep ingetrokken, met het verzoek het UWV te veroordelen in de proceskosten. Het UWV heeft met een brief van 17 augustus 2023 aangegeven zich terzake te refereren aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank heeft, met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een behandeling van het verzoek ter zitting achterwege gelaten.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:75a, eerste lid, van de Awb kan de rechtbank, indien het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan veroordelen in de proceskosten.
2. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit het besluit van 18 juli 2023 dat het UWV aan verzoeker is tegemoetgekomen. Hierin ziet de rechtbank aanleiding het UWV te veroordelen in de door verzoeker gemaakte proceskosten.
Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 2.092,50 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen op de zitting, 0,5 punt voor het indienen van een schriftelijke zienswijze na deskundigenonderzoek, met een waarde per punt van € 837,-).
Verzoeker heeft verzocht om vergoeding van zijn reiskosten om de zitting bij te wonen en voor de bezoeken aan de deskundigen psychiater [deskundige 1] en klinisch neuropsycholoog [deskundige 2] . De reiskosten stelt de rechtbank als volgt vast:
Voor het bijwonen van de zitting in Middelburg op 24 juni 2021: € 19,78
(2 x € 9,89, op basis van de kosten van het openbaar vervoer, volgens informatie van 9292.nl).
Voor het bezoek aan psychiater [deskundige 1] op 31 januari 2023: € 115,76
(2 x 196 km x € 0,28, op basis van een kilometervergoeding omdat openbaar vervoer van Terneuzen naar Amersfoort onvoldoende mogelijk is, inclusief 2 x € 3,- tol voor de Westerscheldetunnel).
Voor het bezoek van aan klinisch neuropsycholoog [deskundige 2] op 13 maart 2023: € 67,60
(2 x 110 km x € 0,28, op basis van een kilometervergoeding omdat openbaar vervoer van Terneuzen naar Breda onvoldoende mogelijk is, inclusief 2 x € 3,- tol voor de Westerscheldetunnel).
3. De rechtbank overweegt ten overvloede dat het UWV op grond van artikel 8:41, zevende lid, van de Awb het griffierecht van € 47,- aan verzoeker dient te vergoeden, zodat een veroordeling daartoe niet nodig is.
4. Verzoeker heeft ook verzocht om schadevergoeding. Daarover overweegt de rechtbank dat de mogelijkheid om bij intrekking van een beroep direct te beslissen op een verzoek om schadevergoeding niet (meer) bestaat, sinds per 1 juli 2013 het voormalige artikel 8:73a van de Awb is vervallen.
Verzoeker kan wel bij de rechtbank een zelfstandig verzoek om schadevergoeding indienen als bedoeld in artikel 8:90, eerste lid, van de Awb. Voor de behandeling van een dergelijk verzoek is griffierecht verschuldigd. De rechtbank wijst er nog op dat verzoeker, gelet op artikel 8:90, tweede lid, van de Awb, in dat geval eerst schriftelijk aan het UWV om vergoeding van de geleden schade dient te verzoeken.

Beslissing

De rechtbank veroordeelt het UWV in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 2.295,64.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.M. Josten, rechter, in aanwezigheid van mr. H.D. Sebel, griffier, op 7 september 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij de rechtbank.