ECLI:NL:RBZWB:2023:6399
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. van Alphen
- S.C.J.J. van Roij
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens te late indiening
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 september 2023, wordt het beroep van eiser tegen het bestreden besluit van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) van 8 juli 2021 behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het te laat is ingediend. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken en begint op de dag na de bekendmaking van het besluit. In dit geval was de termijn verstreken op 19 augustus 2021, terwijl eiser pas op 5 juli 2023 digitaal beroep heeft ingesteld.
De rechtbank legt uit dat indien een beroepschrift te laat wordt ingediend, het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, tenzij het niet tijdig indienen verontschuldigbaar is. Eiser heeft aangevoerd dat hij onbekend was met het juridisch proces en zich overweldigd voelde, wat hem verhinderde om tijdig actie te ondernemen. De rechtbank oordeelt echter dat deze redenen niet voldoende zijn om het verzuim te verontschuldigen. Eiser had zelf verantwoordelijk moeten zijn voor het inschakelen van hulp of het verkrijgen van informatie over het proces.
Uiteindelijk concludeert de rechtbank dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft en er geen proceskostenveroordeling plaatsvindt. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.