ECLI:NL:RBZWB:2023:64

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 januari 2023
Publicatiedatum
5 januari 2023
Zaaknummer
9941963_E04012023
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Thielen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van vergoedingen door Buma en Sena aan gedaagde in verband met muziekauteursrecht en coronamaatregelen

In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 januari 2023, vorderen de eisende partijen, de vereniging BUMA en de Stichting ter Exploitatie van Naburige Rechten (SENA), betaling van vergoedingen door de gedaagde partij, een besloten vennootschap die een café exploiteert. De vordering is gebaseerd op overeenkomsten die zijn gesloten voor het openbaren van muziek, waarvoor de gedaagde vergoedingen verschuldigd is. De eisende partijen stellen dat de gedaagde de voorwaardelijke korting op de factuur heeft laten vervallen door niet tijdig te betalen, ondanks dat er een compensatie is gegeven vanwege de coronamaatregelen.

De procedure begon met een dagvaarding op 20 mei 2022, gevolgd door een mondelinge antwoord, repliek en dupliek. De gedaagde heeft verweer gevoerd, stellende dat het café door overheidsmaatregelen gesloten was en dat er geen muziek is geopenbaard, waardoor de vorderingen onterecht zijn. De kantonrechter heeft de omstandigheden van de coronapandemie in overweging genomen en geoordeeld dat de eisende partijen voldoende compensatie hebben geboden voor de gedwongen sluiting van het café.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde gehouden is om de vergoedingen te betalen, met uitzondering van de voorwaardelijke kortingen die zijn komen te vervallen door te late betaling. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van € 181,45 aan BUMA en € 223,88 aan SENA, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast zijn buitengerechtelijke incassokosten toegewezen en is de gedaagde in de proceskosten veroordeeld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Bergen op Zoom
Zaaknummer: 9941963 \ CV EXPL 22-1816
Vonnis van 4 januari 2023
in de zaak van

1.de vereniging VERENIGING BUMA,

gevestigd te Amstelveen en kantoorhoudende te Hoofddorp,
2. de stichting
STICHTING TER EXPLOITATIE VAN NABURIGE RECHTEN (SENA),
gevestigd te Hilversum,
eisende partijen,
hierna te noemen: Buma en Sena,
gemachtigde: Gerechtsdeurwaarderskantoor De Best & Partners B.V.,
tegen
de besloten vennootschap
[gedaagde] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
vertegenwoordigd door [naam] , bedrijfsleider.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 20 mei 2022, met producties;
- het mondelinge antwoord, met producties;
- de conclusie van repliek, met producties;
- de conclusie van dupliek, met producties;
- de akte uitlaten producties van Buma en Sena.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] exploiteert een café.
2.2.
Buma heeft als enige organisatie in Nederland de toestemming als bedoeld in artikel 30a van de Auteurswet verkregen om als bedrijf zonder winstoogmerk te bemiddelen inzake muziekauteursrecht en de belangen te behartigen van de bij haar aangesloten componisten en tekstdichters voor de uitvoering (openbaarmaking) van hun werken.
2.3.
Sena is op grond van artikel 15 lid 1 van de Wet op de Naburige Rechten aangewezen als rechtspersoon die exclusief is belast met de inning en de verdeling van de in artikel 7 van die wet bedoelde vergoedingen.
2.4.
Buma en Sena hebben met [gedaagde] overeenkomsten gesloten voor het openbaren van muziek. Op grond van de overeenkomsten is [gedaagde] vergoedingen verschuldigd aan Buma en Sena.
2.5.
Buma en Sena hebben een gezamenlijk servicecentrum ingericht genaamd Scan dat de facturatie voor beiden verzorgt. Scan zendt een gecombineerde factuur voor de verschuldigde vergoedingen, met een betalingstermijn van 30 dagen. In bepaalde gevallen hanteren Buma en Sena een korting van 33,33%. Deze komt te vervallen bij niet tijdige betaling van de factuur; dit staat uitdrukkelijk op de factuur. Bij niet tijdige betaling is het kortingsbedrag direct opeisbaar.
2.6.
Op 26 juli 2021 heeft Scan de gezamenlijke factuur voor 2021 aan [gedaagde] gezonden voor een totaalbedrag van € 1.389,96. Op de factuur staat dat daarbij een voorwaardelijke korting van € 640,88 is berekend die alleen geldt als het factuurbedrag uiterlijk op 25 augustus 2021 is betaald. Als aan die voorwaarde niet wordt voldaan vervalt de korting en is het bedrag van € 640,88 direct opeisbaar.
2.7.
Op 26 juli 2021 heeft Scan aan [gedaagde] een creditfactuur gezonden van € 579,16 ter compensatie van de door de overheid vastgestelde coronamaatregelen.
2.8.
Op 18 september 2021 heeft Scan aan [gedaagde] een aanmaning gezonden, waarin aanspraak is gemaakt op de openstaande vergoedingen van in totaal € 810,80 en de vervallen korting van € 405,33.
2.9.
Op 6 maart 2022 heeft [gedaagde] € 810,80 betaald. Ondanks herhaalde sommatie is [gedaagde] niet tot betaling overgegaan van de vervallen korting.

3.Het geschil

3.1.
Buma en Sena vorderen - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 679,62, vermeerderd met rente en proceskosten. Aan de vorderingen leggen zij het volgende ten grondslag.
[gedaagde] heeft met Buma en Sena overeenkomsten gesloten voor het openbaren van muziek, waarvoor [gedaagde] vergoedingen verschuldigd is. Vanwege de door de overheid afgekondigde maatregelen en de gedwongen sluiting van de horeca is een deel van de factuur gecrediteerd. Aangezien [gedaagde] de factuur te laat heeft betaald, is de voorwaardelijke korting op de factuur komen te vervallen en is [gedaagde] deze verschuldigd geworden. Buma en Sena maken daarnaast aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten.
3.2.
[gedaagde] voert verweer. Het café is op last van de overheid gesloten geweest. Er is daarom geen muziek geopenbaard. In de overige maanden is geen tot weinig omzet gerealiseerd. Buma en Sena hebben niet dan wel onvoldoende rekening gehouden met deze omstandigheden. [gedaagde] heeft de openstaande factuur vrijwel direct voldaan nadat de van de overheid ontvangen tegemoetkoming was ontvangen.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
In geschil is of [gedaagde] gehouden is om voor het jaar 2021 vergoedingen te betalen aan Buma en Sena in het licht van de door de overheid afgekondigde maatregelen tijdens de coronapandemie.
4.2.
[gedaagde] betwist niet dat sprake is van jaarlijks doorlopende overeenkomsten met Buma en Sena en dat zij op grond van die overeenkomsten vergoedingen aan Buma en Sena verschuldigd is. In beginsel is [gedaagde] dan ook gehouden om de vergoedingen voor 2021 te betalen.
4.3.
De kantonrechter leest in het verweer van [gedaagde] een beroep op onvoorziene omstandigheden. De kantonrechter kan de gevolgen van de overeenkomsten wijzigen op grond van onvoorziene omstandigheden, als die omstandigheden van dien aard zijn dat Buma en Sena naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid de volledige betaling van de vergoedingen niet mogen verwachten. De overeenkomsten voorzien niet in de situatie van de coronapandemie. Gelet op de van overheidswege gedwongen sluiting van enkele maanden in 2021, mogen Buma en Sena naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid de volledige betaling van de vergoedingen niet verwachten. Buma en Sena hebben echter aan [gedaagde] een compensatie gegeven van in totaal € 579,16, vanwege de door de overheid vastgestelde coronamaatregelen. Deze compensatie houdt in dat [gedaagde] geen vergoeding hoeft te betalen over de maanden dat het café van overheidswege gedwongen gesloten is geweest (van 1 januari 2021 tot 2 juni 2021). De door Buma en Sena geboden compensatie is in het licht van de aangevoerde omstandigheden voldoende en passend. Anders dan zoals door [gedaagde] betoogd, hebben Buma en Sena dus al rekening gehouden met de maanden waarin het café gedwongen gesloten is geweest. De kennelijke omstandigheid dat het café langer gesloten is geweest dan de door de overheid opgelegde sluiting, is niet aan Buma en Sena tegen te werpen en komt daarom voor rekening van [gedaagde] . Over de overige maanden van 2021 is [gedaagde] daarom gehouden om de vergoedingen te betalen.
4.4.
Uit de conclusie van repliek volgt dat de vergoedingen over 2021 door [gedaagde] zijn voldaan, exclusief de voorwaardelijke kortingen. Niet in geschil is dat [gedaagde] bij te late betaling de voorwaardelijke korting alsnog moet voldoen. Omdat [gedaagde] niet op tijd tot betaling is overgegaan, is de voorwaardelijke korting komen te vervallen. [gedaagde] is daarom nog een bedrag van € 181,45 aan Buma en € 223,88 aan Sena verschuldigd. Deze bedragen zijn dan ook toewijsbaar.
4.5.
Buma en Sena vorderen wettelijke rente over de hoofdsommen vanaf de datum dat [gedaagde] in verzuim is. [gedaagde] is in verzuim vanaf 26 augustus 2021. De wettelijke rente zal daarom als onweersproken en op de wet gegrond per die datum worden toegewezen. Omdat Buma en Sena niet hebben aangegeven dat zij bedoelen de wettelijke rente van artikel 6:119a BW te vorderen, zal de wettelijke rente van artikel 6:119 BW worden toegewezen.
4.6.
Buma en Sena vorderen vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) is van toepassing. Het verzuim is op of na 1 juli 2012 ingetreden. Buma en Sena hebben voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Buma en Sena hebben daarom recht op een vergoeding voor de kosten van die werkzaamheden. De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is niet hoger dan het tarief dat in het Besluit is bepaald. Daarom wordt € 190,82 toegewezen.
4.7.
[gedaagde] is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. De kantonrechter merkt op dat het aan de eisende partij is om (de hoogte van) de vorderingen voldoende te onderbouwen en te specificeren. De dagvaarding laat op dat punt te wensen over. Pas bij conclusie van repliek wordt voldoende duidelijk dat de hoofdsom betrekking heeft op de onbetaald gelaten vervallen korting. Voor de dagvaarding zal daarom geen salaris gemachtigde worden toegekend. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Buma en Sena als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
108,41
- griffierecht
322,00
- salaris gemachtigde
186,00
(1,5 punten × € 124,00)
Totaal
616,41

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Buma te betalen een bedrag van € 181,45 aan vergoedingen, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van 26 augustus 2021 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan Sena te betalen een bedrag van € 223,88 aan vergoedingen, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van 26 augustus 2021 tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan Buma en Sena te betalen de wettelijke rente over het bedrag van € 810,80 met ingang van 26 augustus 2021 tot 6 maart 2022;
5.4.
veroordeelt [gedaagde] om aan Buma en Sena te betalen een bedrag van € 190,82 aan buitengerechtelijke incassokosten,
5.5.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Buma en Sena tot dit vonnis vastgesteld op € 616,41,
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Thielen en in het openbaar uitgesproken op 4 januari 2023.