Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
“goed”had beoordeeld. In juni 2021 zijn schilders langs geweest bij de woning voor het opstellen van een offerte en zij attendeerden [eiser01] op de staat van (het zinkwerk van) de dakgoot. [eiser01] heeft het gebrek kort daarna, op 20 juni 2021, bij VEH gemeld. [gedaagde01] heeft deze toelichting niet weersproken. Gelet op deze toelichting oordeelt de kantonrechter dat [eiser01] ook de klacht over de dakgoot tijdig heeft gemeld. Hij heeft voldaan aan zijn klachtplicht.
“2”, wat volgens de toelichting gelijk staat aan
“Goede conditie: geen gebreken, incidentele beginnende veroudering”.Bij de bevindingen schrijft [gedaagde01]
“zie schilderwerk”. Bij het
“Buitenschilderwerk”staat vervolgens
“Verouderingsverschijnselen. Afpoederen van de verf”en dit wordt beoordeeld met een
“3”als zijnde in
“Redelijke conditie: plaatselijk zichtbare veroudering, gebreken kunnen voorkomen”.
“redelijke”staat van de dakgoot wel degelijk in het rapport is meegenomen. Deze gebreken kunnen nog worden hersteld. Gehele vervanging van de eindschotten is niet noodzakelijk, laat staan van de hele dakgoten. Los daarvan zou het aanbrengen van nieuwe goten aan een woning van 30 jaar oud een voordeel voor [eiser01] opleveren, waarmee rekening moet worden gehouden.