In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 september 2023, wordt het beroep van eiser tegen de weigering van een WIA-uitkering door het UWV beoordeeld. Eiser had een WIA-uitkering aangevraagd na een periode van ziekte, maar het UWV weigerde deze op basis van de conclusie dat eiser per 29 juli 2021 voor 26,80% arbeidsongeschikt was. Eiser had eerder een uitkering op grond van de Werkloosheidswet en de Ziektewet ontvangen, maar na een medische beoordeling door verzekeringsartsen van het UWV werd geconcludeerd dat de beperkingen van eiser niet voldoende waren om een WIA-uitkering toe te kennen. De rechtbank heeft de argumenten van eiser, waaronder klachten over gehoor, hoofdpijn, en psychische problemen, zorgvuldig overwogen. De rechtbank oordeelde dat het UWV terecht de WIA-uitkering had geweigerd, omdat de medische klachten van eiser niet objectief waren vastgesteld en de verzekeringsartsen voldoende onderzoek hadden gedaan. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat de beslissing van het UWV in stand blijft. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding en het griffierecht wordt niet vergoed.