Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.[gedaagde01] ,
2.
[gedaagde02],
1.De procedure
- de akte van [eiser01] van 7 september 2022 met producties 1 tot en met 7;
- de antwoordakte van [gedaagden01] van 19 oktober 2022 met productie 22;
- de processen-verbaal van het getuigenverhoor van 16 maart 2023 en van de getuigenverhoren in contra-enquête van 5 juli 2023.
2.De verdere beoordeling
globale prijsindicatie” van [Installatiebedrijf01] (hierna: [Installatiebedrijf01] ) en stelt dat rekening moet worden gehouden met een correctie ‘nieuw voor oud’ van 50% voor (alleen) de unit voor warmteterugwinning (hierna: de wtw-unit).
teglobaal om dit te kunnen aannemen. Zo wordt niet beschreven welke werkzaamheden exact nog moeten worden uitgevoerd en evenmin wordt de geïndiceerde prijs uitgesplitst, zodat ook niet uit de bedragen per onderwerp wellicht nog een en ander valt af te leiden. In het licht van de gemotiveerde betwisting van [gedaagden01] , lag op de weg van [eiser01] om met een betere toelichting en onderbouwing te komen. Zeker nu zij, ook zonder toelichting, een hoger bedrag aan deze schadepost koppelt dan dat zij eerder in de procedure heeft gedaan. De rechtbank kan slechts vaststellen dat naast de aanschaf van de wtw-unit enige aansluitwerkzaamheden moeten plaatsvinden. De rechtbank begroot de kosten voor de aansluitwerkzaamheden op € 1.000,00. De onderbouwing van [eiser01] en de prijsindicatie van [Installatiebedrijf01] bieden voor enig hoger bedrag onvoldoende houvast. Met inachtneming van de onbestreden correctie van 50% ‘nieuw voor oud’ begroot de rechtbank de kosten voor de wtw-unit zelf op € 1.000,00. Het totaalbedrag dat zal worden toegewezen ten aanzien van de balansventilatie komt daarmee op € 2.000,00.
toe te rekenen aan het verzwaren van de zolderverdiepingsvloer (…) De verhoging van de kosten heeft duidelijk te maken met de vele onvoorziene omstandigheden tussen de balklaag en het “trekken” van bedrading tot in de meterkast.” Tussen partijen staat vast dat de verzwaring zowel diende voor aanpassing van de kapconstructie (waarover [eiser01] met [aannemingsbedrijf01] afspraken heeft gemaakt) en los daarvan ook voor het geschikt maken van de zolder als leefruimte (waarvan [gedaagden01] de kosten moeten dragen). Anders dan [gedaagden01] lijken te betogen, is een logisch gevolg hiervan dat de herstelwerkzaamheden aan de elektra op zolder daarom ook voor een deel voor hun rekening komen. Gelet op de verminderde eis van [eiser01] en bij gebreke van nadere stellingen van partijen zal de rechtbank dat deel begroten op een derde van het hiervoor genoemde factuurbedrag van [bedrijf01] , zijnde € 1.361,66. Hiermee gaat de rechtbank voorbij aan het standpunt dat [eiser01] geen hoger bedrag kan vorderen dan wat [bedrijf01] eerder heeft geoffreerd. [gedaagden01] hebben tegen de juistheid van de daadwerkelijk gefactureerde kosten namelijk geen andere argumenten aangevoerd dan die hiervoor aan de orde zijn gekomen.
herstelkosten (E-installaties) elektra”, zoals door [eiser01] in haar akte eisvermindering opgenomen. Nu [eiser01] de haar geboden gelegenheid heeft genomen deze post nader te onderbouwen en [gedaagden01] die onderbouwing op zichzelf niet betwisten, zal de rechtbank dit bedrag toewijzen.
3.De beslissing
€ 3.031,61, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Wordt bij niet betaling het vonnis daarna betekend, dan moeten [gedaagden01] € 90,00 extra betalen, plus de kosten van betekening,