Uitspraak
[bedrijf gedaagde],
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 2 december 2022.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft eiseres een vordering ingesteld tegen gedaagde wegens tekortkomingen in de uitvoering van een overeenkomst van aanneming van werk. De overeenkomst, gesloten op of omstreeks 12 juli 2021, betrof de bouw van een overkapping aan de achterzijde van de woning van eiseres. Eiseres heeft gedaagde een bedrag van € 3.783,75 betaald voor de werkzaamheden, maar heeft na oplevering gebreken geconstateerd. Eiseres heeft gedaagde in gebreke gesteld en hem de kans gegeven om de gebreken te herstellen, maar gedaagde heeft hier niet op gereageerd. Eiseres heeft vervolgens schadevergoeding gevorderd, die is omgezet van een vordering tot nakoming naar een vordering tot vervangende schadevergoeding, omdat gedaagde in verzuim is geraakt.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat gedaagde tekort is geschoten in de uitvoering van de overeenkomst. Het beroep van gedaagde op oplevering van de overkapping is afgewezen, omdat er geen sprake was van een deugdelijke oplevering. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overkapping gebreken vertoonde, zoals geconstateerd door een bouwspecialist, en dat gedaagde niet heeft voldaan aan de herstelverplichtingen. De vordering van eiseres tot schadevergoeding is toegewezen, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. Gedaagde is veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 18 januari 2023.