ECLI:NL:RBZWB:2023:6472
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling UWV tot betaling van proceskosten na intrekking beroep wegens niet tijdig besluit
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 september 2023, wordt het verzoek van verzoeker om veroordeling van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) in de proceskosten beoordeeld. Verzoeker had eerder een beroep ingesteld tegen het UWV omdat er niet tijdig was beslist op zijn aanvraag van 13 juli 2022. Dit beroep werd ingetrokken nadat het UWV op 19 juli 2023 alsnog op de aanvraag had beslist. Verzoeker verzocht de rechtbank om de proceskosten te vergoeden, waarop het UWV bereid was om deze kosten te vergoeden op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb).
De rechtbank heeft zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling. De rechtbank oordeelt dat het UWV geheel tegemoet is gekomen aan verzoeker door alsnog te beslissen op de aanvraag. Dit betekent dat verzoeker recht heeft op een vergoeding van de proceskosten. De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe en kent een bedrag van € 418,50 toe aan verzoeker, omdat de gemachtigde van verzoeker een beroepschrift heeft ingediend. De rechtbank merkt op dat verzoeker het griffierecht nog niet had voldaan, waardoor het UWV dit niet hoeft te vergoeden.
De uitspraak is gedaan door rechter I.M. Josten, in aanwezigheid van griffier D. Alblas, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.