Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van het geding
2.Het geschil en de beoordeling
€ 264,00
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is eiseres Hoist Finance AB, een vennootschap naar buitenlands recht, gevestigd in Stockholm, Zweden, die zich laat vertegenwoordigen door mr. M.P.A. Roelands, gerechtsdeurwaarder te Bergen op Zoom. De gedaagde, die niet is verschenen, was voorheen handelend onder de naam van een bedrijf en woonachtig in Nederland. De procedure is gestart met een dagvaarding op 20 juli 2023.
De rechtbank heeft eerst de rechtsmacht beoordeeld, waarbij werd vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is op basis van artikel 4 van de Verordening (EU) nr. 1215/2012, aangezien de gedaagde in Nederland woont. Vervolgens is het toepasselijke recht op de overeenkomst onderzocht. De gedaagde had op 18 april 2018 een financial lease-overeenkomst gesloten met Volkswagen Bank GmbH, die haar vorderingsrechten had gecedeerd aan Volkswagen Pon Financial Services B.V. Hoist Finance AB heeft deze vorderingsrechten vervolgens overgedragen gekregen. Op basis van de Verordening Rome I is vastgesteld dat Nederlands recht van toepassing is op de relatie tussen eiseres en gedaagde.
Eiseres heeft gevorderd dat gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag zoals omschreven in de dagvaarding, inclusief proceskosten. Aangezien de gedaagde niet is verschenen, is verstek verleend. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vordering niet onrechtmatig of ongegrond is en heeft deze toegewezen. Gedaagde is veroordeeld tot betaling van € 4.588,32, vermeerderd met contractuele rente, en in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 858,32. De nakosten zijn begroot op € 132,00, met de voorwaarde dat gedaagde niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis voldoet.
Het vonnis is uitgesproken door mr. Ponds op 13 september 2023 en is uitvoerbaar bij voorraad.