ECLI:NL:RBZWB:2023:6485

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 augustus 2023
Publicatiedatum
14 september 2023
Zaaknummer
10658663 CV EXPL 23-2398 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Rechters
  • P. Ponds
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale rechtsmacht en toepasselijk recht in een financial lease geschil

In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is eiseres Hoist Finance AB, een vennootschap naar buitenlands recht, gevestigd in Stockholm, Zweden, die zich laat vertegenwoordigen door mr. M.P.A. Roelands, gerechtsdeurwaarder te Bergen op Zoom. De gedaagde, die niet is verschenen, was voorheen handelend onder de naam van een bedrijf en woonachtig in Nederland. De procedure is gestart met een dagvaarding op 20 juli 2023.

De rechtbank heeft eerst de rechtsmacht beoordeeld, waarbij werd vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is op basis van artikel 4 van de Verordening (EU) nr. 1215/2012, aangezien de gedaagde in Nederland woont. Vervolgens is het toepasselijke recht op de overeenkomst onderzocht. De gedaagde had op 18 april 2018 een financial lease-overeenkomst gesloten met Volkswagen Bank GmbH, die haar vorderingsrechten had gecedeerd aan Volkswagen Pon Financial Services B.V. Hoist Finance AB heeft deze vorderingsrechten vervolgens overgedragen gekregen. Op basis van de Verordening Rome I is vastgesteld dat Nederlands recht van toepassing is op de relatie tussen eiseres en gedaagde.

Eiseres heeft gevorderd dat gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag zoals omschreven in de dagvaarding, inclusief proceskosten. Aangezien de gedaagde niet is verschenen, is verstek verleend. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vordering niet onrechtmatig of ongegrond is en heeft deze toegewezen. Gedaagde is veroordeeld tot betaling van € 4.588,32, vermeerderd met contractuele rente, en in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 858,32. De nakosten zijn begroot op € 132,00, met de voorwaarde dat gedaagde niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis voldoet.

Het vonnis is uitgesproken door mr. Ponds op 13 september 2023 en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 10658663 CV EXPL 23-2398
vonnis d.d. 13 september 2023
inzake
de vennootschap naar buitenlands recht
Hoist Finance AB,
statutair gevestigd te Stockholm, Zweden,
eiseres,
gemachtigde: mr. M.P.A. Roelands gerechtsdeurwaarder te Bergen op Zoom,
tegen
[gedaagde] voorheen handelend onder de naam [bedrijf gedaagde]
wonende te [woonadres],
gedaagde,
niet verschenen.

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de dagvaarding van 20 juli 2023 met producties.

2.Het geschil en de beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijke recht
2.1
Nu eiseres gevestigd is te Zweden, draagt onderhavige procedure een internationaal karakter. Allereerst dient daarom de vraag te worden beantwoord of de Nederlandse rechter bevoegd is van onderhavige vordering kennis te nemen. Deze vraag wordt bevestigend beantwoord op grond van artikel 4 van de in deze toepasselijke Verordening (EU)
nr. 1215/2012, Brussel I bis. De Nederlandse rechter is bevoegd, aangezien gedaagde in Nederland woonachtig is.
2.2
Voorts is van belang welk recht op de overeenkomst van toepassing is. Hierover wordt het volgende overwogen. Nederland en Zweden zijn beide partij bij de Verordening (EU)
nr. 593/2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Verordening Rome I).
Gedaagde heeft op 18 april 2018 met Volkswagen Bank GmbH h.o.d.n. `Autocash` een overeenkomst tot financial lease gesloten. Volkswagen Bank GmbH heeft haar uit deze overeenkomst voortvloeiende vorderingsrechten gecedeerd aan Volkswagen Pon Financial Services B.V. (voorheen statutair genaamd Volkswagen Leasing B.V.). Tenslotte heeft eiseres op haar beurt de uit de overeenkomst voortvloeiende vorderingsrechten op gedaagde middels cessie overgedragen gekregen van Volkswagen Pon Financial Services B.V.
Ingevolge artikel 14 lid 2 van de Verordening Rome I wordt de betrekking tussen eiseres als cessionaris en gedaagde als schuldenaar beheerst door het recht dat op de gecedeerde vordering van toepassing is. Op grond van de toepasselijke algemene voorwaarden is dat Nederlands recht.
Inhoudelijke beoordeling
2.3
Eiseres heeft op de bij dagvaarding omschreven gronden, welke hier als herhaald en ingelast gelden, gevorderd gedaagde te veroordelen tot betaling van het bedrag of de bedragen als nader in de dagvaarding omschreven, met veroordeling van gedaagde in de proceskosten.
2.4
Gedaagde is, hoewel behoorlijk gedagvaard, niet ter zitting verschenen en heeft ook niet tijdig een schriftelijk antwoord ingediend of om uitstel verzocht, zodat tegen deze verstek is verleend.
2.5
Nu de vordering de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal deze worden toegewezen.
2.6
Gedaagde partij zal worden veroordeeld in de proceskosten – waaronder de nakosten – met dien verstande dat, bij gebrek aan voldoende specificatie als vergoeding van BRP kosten niet meer wordt toegekend dan het in dit geval redelijke en gebruikelijke forfaitaire bedrag van € 0,59 (excl. btw). De proceskosten aan de zijde van eiseres wordt tot op heden vastgesteld op:
dagvaardingskosten € 107,32
griffierechten € 487,00
salaris gemachtigde
€ 264,00
totaal € 858,32.
2.7
De nakosten worden begroot op € 132,00 (half salarispunt met een maximum van
€ 132,00) aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat gedaagde niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van de uitspraak.

3.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt gedaagde om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te betalen een bedrag van € 4.588,32 vermeerderd met de contractuele rente van 1,5 % per maand over een bedrag van € 3.564,92 vanaf 13 juli 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt gedaagde in de kosten van dit geding, aan de zijde van eiseres tot op heden vastgesteld op € 858,32;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ponds, en in het openbaar uitgesproken op
13 september 2023.