Uitspraak
1.[gedaagde sub 1],
[gedaagde sub 2],
1.Het verloop van het geding
2.Het geschil en de beoordeling
€ 396,00
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Gemeente Rotterdam (Werk & Inkomen) een vordering ingesteld tegen twee gedaagden die niet verschenen zijn in de rechtszaak. De vordering betreft de terugbetaling van een saneringskrediet dat aan de gedaagden was verstrekt in het kader van gemeentelijke schuldhulpverlening. De gedaagden hadden een krediet van € 13.981,83 ontvangen, dat in 36 maandelijkse termijnen terugbetaald diende te worden. Echter, de gedaagden hebben niet voldaan aan hun betalingsverplichtingen, waardoor de Gemeente Rotterdam aanspraak maakt op terugbetaling van het openstaande bedrag van € 13.560,88, inclusief vertragingsvergoeding en buitengerechtelijke incassokosten.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagden als consumenten zijn aan te merken en dat het verstrekte saneringskrediet onder de uitzonderingen van artikel 7:58 lid 2 BW valt, waardoor de Wet op het Consumentenkrediet (WCK) niet van toepassing is. Aangezien de gedaagden niet verschenen zijn, is verstek verleend. De kantonrechter heeft de vordering van de Gemeente Rotterdam toegewezen tot een bedrag van € 14.662,72, inclusief buitengerechtelijke incassokosten, en heeft de gedaagden hoofdelijk veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 13 september 2023.