Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Basic Fit Terneuzen,
1.Het verloop van het geding
- het tussenvonnis d.d. 19 juli 2023 met het daarin genoemde stuk;
- de akte na tussenvonnis d.d. 16 augustus 2023.
2.De verdere beoordeling
€ 39,00
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze bodemzaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 september 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Basic-Fit Nederland B.V. en een gedaagde die niet is verschenen. De eiseres, Basic-Fit, had een overeenkomst met de gedaagde voor een lidmaatschap van 12 maanden, welke op 9 november 2020 inging. De gedaagde heeft echter slechts de eerste termijn betaald en is daarna in gebreke gebleven. Basic-Fit heeft het contract per 9 november 2021 beëindigd, maar vorderde betaling van de vervallen termijnen tot die datum.
De kantonrechter heeft in een eerder tussenvonnis vastgesteld dat eiseres zich mogelijk beroept op een oneerlijk beding in de algemene voorwaarden. Eiseres werd gevraagd om te reageren op de kwalificatie van dit beding als onredelijk bezwarend. De kantonrechter oordeelde dat het beding, dat eiseres het recht gaf om de overeenkomst met onmiddellijke ingang te beëindigen bij niet-betaling, de verhouding tussen de rechten en plichten van partijen aanzienlijk verstoorde, wat in strijd is met de redelijkheid en billijkheid.
Daarom heeft de kantonrechter het beding vernietigd, maar de overeenkomst tot 9 november 2021 bleef bestaan. De vordering van eiseres tot betaling van de vervallen termijnen werd toegewezen. Gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten, die op € 274,84 zijn vastgesteld, en er werd een bedrag van € 166,85 aan nakoming toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 9 mei 2023. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.