ECLI:NL:RBZWB:2023:6523

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 september 2023
Publicatiedatum
15 september 2023
Zaaknummer
10340165 CV EXPL 23-560 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. Tilman-Knoester
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Consumentenkoopovereenkomst en non-conformiteit van een op maat gemaakt verandazeil

In deze zaak gaat het om een consumentenkoopovereenkomst tussen eiseres en gedaagde, waarbij eiseres een op maat gemaakt verandazeil heeft besteld. Eiseres stelt dat het geleverde zeil non-conform is, omdat de afmetingen en indeling niet overeenkomen met wat er is afgesproken. De koopovereenkomst is gesloten op 17 augustus 2022, waarna eiseres het zeil op 22 september 2022 heeft opgehaald, maar het product niet aan haar verwachtingen voldeed. Eiseres heeft het zeil teruggebracht en de koopovereenkomst ontbonden, omdat gedaagde niet met een deugdelijk voorstel kwam voor het herstel van de gebreken.

Gedaagde betwist de claims van eiseres en stelt dat het zeil conform de afgesproken specificaties is gemaakt, met uitzondering van een ontbrekende rits. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er onduidelijkheid bestaat over wat er precies is afgesproken tijdens het verkoopgesprek. Eiseres heeft bewijs aangeboden in de vorm van getuigenverklaringen en een schets, terwijl gedaagde een andere versie van de afspraken presenteert. De kantonrechter heeft eiseres in de gelegenheid gesteld om haar stelling te bewijzen, en de zaak is aangehouden voor verdere behandeling.

De beslissing van de kantonrechter houdt in dat eiseres bewijs moet leveren van haar stelling dat de indeling van het zeil zoals zij die beschrijft, is overeengekomen. De zaak is gepland voor een rolzitting op 11 oktober 2023, waar eiseres moet aangeven op welke wijze zij het bewijs wil leveren. Tot die tijd is iedere verdere beslissing aangehouden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Breda
zaak/rolnr.: 10340165 CV EXPL 23-560
vonnis d.d. 13 september 2023
inzake
[eiseres],
wonende te [adres 1] ,
eiseres,
procederend in persoon,
tegen
de besloten vennootschap [gedaagde] B.V.h.o.d.n.
[bedrijf gedaagde] B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te [adres 2] ,
gedaagde,
gemachtigde: mr. W.J.M. Bruurmijn, werkzaam ten kantore van Legal Office te Arnhem.
Partijen worden hierna aangeduid als “ [eiseres] ” en “ [gedaagde] ”.

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
de beschikking onder zaaknummer 10242034 OV VERZ 22-7305 van de kantonrechter te Breda van 25 januari 2023 met het daarin genoemde processtuk;
de dagvaarding van 8 februari 2023 met producties;
de conclusie van antwoord van 29 maart 2023 met producties;
e conclusie van repliek van 26 april 2023 met producties;
de conclusie van dupliek van 24 mei 2023 met één productie;
het extract audiëntieblad van de rolzitting van 7 juni 2023.

2.Het geschil

2.1
[eiseres] vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 1.607,50, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 8 februari 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proces- en nakosten.
2.2
[gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van [eiseres] in de proceskosten, de nakosten en de rente daarover.

3.De beoordeling

3.1
Tussen partijen staat het volgende vast:
- [gedaagde] exploiteert een onderneming in onder meer het vervaardigen van geconfectioneerde artikelen van textiel;
- [eiseres] heeft op 17 augustus 2022 bij [gedaagde] een offerte ondertekend met betrekking tot een op maat gemaakt verandazeil (verder: het zeil) met accessoires voor een totaalbedrag van € 1.607,50;
- [eiseres] heeft het zeil op 22 september 2022 opgehaald en later die dag weer teruggebracht, omdat zij niet tevreden is met het geleverde product;
- op 23 september 2022 ontbindt [eiseres] de koopovereenkomst, nu [gedaagde] in haar ogen niet met een deugdelijk voorstel komt voor het herstel van de door haar gestelde gebreken aan het zeil;
- op 23 september 2022 bericht [gedaagde] aan [eiseres] dat de koopovereenkomst ontbinden niet mogelijk is bij een op maat gemaakt product en dat [eiseres] , door de ontbinding, [gedaagde] de mogelijkheid ontneemt een voorstel te doen om het geschil onderling op te lossen. Zij adviseert [eiseres] [gedaagde] formeel aansprakelijk te stellen, zodat de rechtsbijstandsverzekeraar van [gedaagde] het geschil op kan pakken;
- op 23 september 2022 bericht [eiseres] aan [gedaagde] dat zij [gedaagde] in de gelegenheid stelt uiterlijk 26 september 2022 een deugdelijk voorstel te doen;
- op 26 september 2022 stelt [gedaagde] voor de ontbrekende rits nog te plaatsen of het daarmee corresponderende bedrag terug te betalen. Als alternatief biedt zij aan dat [eiseres] een nieuw zeil afneemt tegen gereduceerd tarief;
- [eiseres] gaat niet akkoord met de door [gedaagde] gedane voorstellen. Op 27 september 2022 heeft [eiseres] [gedaagde] in gebreke gesteld;
- op 14 oktober 2022 bericht [eiseres] aan [gedaagde] dat [gedaagde] weigert een passende oplossing te bieden, zodat zij juridische stappen zal nemen;
- [naam 1] , manager van [gedaagde] , heeft op enig moment verklaard:
“Ik heb mevrouw [eiseres] te woord gestaan in onze showroom. Ze was er samen met een man, maar mevrouw deed het woord. Ze was op zoek naar een op maat gemaakt zeil met één smalle deur en de rest vast. Op mijn vraag waarom ze deze onhandige en niet mooie uitvoering wilde, antwoordde ze dat ze problemen had met haar handen. Ik zei dat de delen gemakkelijk op te rollen zijn, waarop mevrouw vroeg of ze het bij één van onze showmodellen mocht proberen. We zijn samen naar een model gelopen, ik heb het eerst gedemonstreerd en daarna heeft mevrouw het zelf geprobeerd. Het verraste haar positief hoe gemakkelijk het op te rollen was. Daarop was mijn opmerking; als het zo gemakkelijk gaat, waarom maken we de deur dan niet iets breder, waardoor er een mooi symmetrisch geheel ontstaat. Daarbij heb ik ook meteen één extra rits voorgesteld, waardoor alle drie de raamdelen onafhankelijk van elkaar geopend en gesloten kunnen worden. Meneer mengde zich voor het eerst in het gesprek en vond mijn voorstel een goed idee, waarop mevrouw niet afwijzend reageerde. Daarna heb ik een schriftelijke offerte gemaakt met één extra rits. Mevrouw heeft deze offerte goedgekeurd en ondertekend in onze showroom in het bijzijn van meneer en mijzelf.
Er is door mij nooit gesproken over een indeling in vieren, zeker ook omdat dit niet nodig is door de rolbreedte van de raamfolie. Ik heb ook maar één extra rits aangeboden in de offerte, anders hadden dat twee extra ritsen moeten zijn.
De tekening met de indeling met vier delen, alsmede de maten daarbij, is niet door mij getekend. Ook het merendeel van de tekst is niet mijn handschrift. Het enige wat ik getekend heb, is een eenvoudige schets met hoe de maten exact ingemeten moeten worden.”;
- [naam 2], partner van [eiseres] , heeft op enig moment verklaard:
“(…) Op 17 augustus 2022 was ik met mijn vriendin [eiseres] (eiseres) bij [gedaagde] B.V. in Breda om een zeil uit te zoeken die op maat gemaakt kon worden met speciale aanpassingen vanwege de beperkingen van mijn vriendin.
Na kleur en soort materiaal bekeken te hebben en wat het verstandigste was voor mijn vriendin hebben we besloten om 2 deuren in het zeil te laten maken, ook op advies van mevrouw [naam 1] . Na lange tijd van demonstratie model oprollen en meten (hoe breed kan mijn vriendin oprollen en tot hoe hoog) konden we overgaan tot bestellen.
Een op maat gemaakt zeil bestaande uit 3 losse delen, waarvan 2 delen die als deur dienen en 1 vast deel. De 3 losse delen zouden verdeeld worden over 4 vakken, want gaf mevrouw [naam 1] aan; het transparante zeil (raam) heeft een breedte van 1 meter 35 en het vaste deel van het zeil zou breder worden dan 1 meter 35, dus moest er een lasnaad komen in het vaste deel (in het midden). We vonden het fijn dat mevrouw [naam 1] zo goed met ons meedacht, om toch zo mooi mogelijk een verdeling te maken van de raampartijen in het vaste deel. Er is afgesproken om de totale breedte van het hele zeil te verdelen in 4 vakken (vanwege het vensterzeil) de deuren worden maximaal 1 meter I5, dat geeft geen probleem want een raamzeil is 1 meter 35. En het vaste deel, dat zou door midden worden gesplitst met een lasnaad omdat dit breder zou zijn dan de breedte van de raamfolie. We dachten in het begin bij opstellen offerte dat de totale breedte van de veranda 4 meter 60 zou zijn (en de hoogte 2 meter 70) we hebben op basis van die afmeting een schets als ontwerp gemaakt. Mevrouw [naam 1] heeft aanwijzingen gegeven hoe het ontwerp er uit kwam te zien en mijn vriendin heeft de schets getekend in bijzijn van mij en mevrouw [naam 1] , op de achterkant van de offerte. Mevrouw [naam 1] gaf nog informatie die nodig was om de juiste maten te meten thuis die mijn vriendin later zou doorgeven. (…)
Nogmaals de bestelling doorgenomen met mevrouw [naam 1] , mijzelf en mijn vriendin in de showroom:
4 Meter 60, delen in 4 gelijke vakken 1 meter I5 per vak. = 1/4 deel als deur 1, 1/4 deel als deur 2 en het laatste 2/4de deel als vast deel van totaal 2 meter 30 en met in het midden de lasnaad zodat er 2 ramen in zitten (i.v.m. de breedte van een vensterzeil van 1 meter 35). De 2 deuren komen vanaf de buitenkant gezien, rechts in het veranda zeil. Mevrouw [naam 1] gaf nog aan dat deze verdeling van delen niet mooi is maar dat ze de beperkingen van mijn vriendin begreep en snapte dat mooi niet belangrijk is, maar wel dat het goed hanteerbaar moet zijn voor mijn vriendin. (…)
Mevrouw [naam 1] gaf aan dat er extra lange oprolbandjes zouden komen, op reikhoogte, omdat mijn vriendin haar armen niet handen en armen niet hoger dan schouderhoogte kan gebruiken (…)
Het klopt dus dat het bestelde zeil uit 3 delen bestaat, 1 vast deel en 2 deuren, maar [gedaagde] B.V. heeft op eigen houtje beslist dat het totale zeil verdeeld is over 3 gelijke vakken. Terwijl het om 4 gelijke vakken zou moeten gaan. (…)
Op 22 september 2022 hebben mijn vriendin en ik een middag vrij genomen van ons werk om het zeil op te halen en thuis te monteren. Bij thuiskomst zag ik dat er maar 2 buizen bij het pakket zaten, waarop mijn vriendin is gaan bellen met de [gedaagde] B.V. dat er iets niet klopte. Het zeil was ingepakt, dat was nog niet uitgepakt, de fout was te zien aan het aantal buizen en de afmeting van de buizen die niet overeen kwam met de afgesproken maat.
We hebben het zeil terug in de auto gelegd en zijn op verzoek van [gedaagde] B.V. terug gereden met het zeil (…)”.
3.2
[eiseres] stelt dat het door [gedaagde] geleverde zeil gebrekkig is. De afmetingen en indeling van het zeil zijn niet zoals tussen partijen is afgesproken, de aluminiumbuizen voor bevestiging hebben niet de juiste afmeting en er ontbreken benodigde accessoires, dan wel zijn de accessoires niet van de juiste afmeting of niet op de juiste plek geplaatst. [eiseres] heeft diezelfde dag nog geklaagd bij [gedaagde] . [gedaagde] bood daarop aan enkel de ontbrekende rits alsnog aan te brengen. Met dit voorstel is [eiseres] niet akkoord gegaan. Zij heeft uiteindelijk de overeenkomst ontbonden. Zij vordert dan ook het aankoopbedrag van het zeil terug. Nu [gedaagde] niet tot betaling overgaat, is zij rente en kosten verschuldigd geworden.
3.3
[gedaagde] voert aan dat het zeil, behoudens de ontbrekende rits, is gemaakt conform de specificaties die tussen partijen zijn besproken. De tekening, waarop [eiseres] een beroep doet, kent [gedaagde] niet en is, gelet op de tekst daarop, een stuk van [eiseres] dat is opgesteld naar aanleiding van het eerste bezoek in de showroom van [gedaagde] . Over de aluminiumbuizen is pas in deze procedure geklaagd. [gedaagde] heeft aangeboden de extra rits alsnog aan te brengen of de in rekening gebrachte kosten met betrekking tot de extra rits te crediteren. Ook is aan geboden kosteloos een tweede extra rits aan te brengen, maar gewaarschuwd is dat dit mogelijk esthetisch niet wenselijk is. Tot slot is aangeboden een nieuw zeil tegen gereduceerd tarief te maken. [eiseres] heeft al deze oplossingen van de hand gewezen. [gedaagde] is voor de ontbinding van de overeenkomst op 23 september 2023 niet in gebreke gesteld, zodat [eiseres] niet bevoegd was te ontbinden. Daarbij is het ontbreken van een rits onvoldoende om de ontbinding van de overeenkomst te rechtvaardigen.
3.4
Tussen partijen staat vast dat sprake is van een consumentenkoopovereenkomst als bedoeld in artikel 7:5 lid 1 onder a van het Burgerlijk Wetboek (BW), zodat de bepalingen van Titel 1 van Boek 7 BW van toepassing zijn op de overeenkomst.
3.5
[eiseres] stelt dat het zeil non-conform is. Alvorens dit kan worden vastgesteld, dient naar het oordeel van de kantonrechter eerst komen vast te staan wat tussen partijen is overeengekomen. Tussen partijen staat vast dat de koopovereenkomst is gesloten in de showroom van [gedaagde] en dat [eiseres] , haar partner en [naam 1] daarbij aanwezig waren. Er is vervolgens een geschil over de inhoud van dat gesprek. [eiseres] stelt dat een zeil, gedeeld in drie delen van één vast deel van de helft van het zeil en twee deurdelen van een kwart van het zeil, is afgesproken. Zij heeft haar stelling onderbouwd met de door haar gemaakte schets en de verklaring van haar partner. [gedaagde] heeft het voorgaande betwist, nu zij stelt dat is afgesproken dat het ging om drie delen van ieder een derde deel van het zeil. Ter onderbouwing van haar stelling heeft zij de verklaring van [naam 1] en de door haar opgestelde opdrachtbon overgelegd. Gelet op voornoemde stukken kan de kantonrechter thans onvoldoende vaststellen wat tussen partijen is overeengekomen. [eiseres] zal dan ook in de gelegenheid worden gesteld haar stelling te bewijzen.
3.6
Iedere verdere beslissing, waaronder de bespreking van de overige gestelde gebreken wordt aangehouden. De kantonrechter wijst partijen er voor de volledigheid met betrekking tot de overige gestelde gebreken alvast op dat in het buitengerechtelijke traject enkel tussen partijen is gesproken over de indeling van het zeil en de ontbrekende rits, waarbij van belang is dat tussen partijen vaststaat dat [gedaagde] heeft aangeboden de rits te herstellen. De overige gebreken zijn in de correspondentie tussen partijen niet genoemd. Met betrekking tot de ingebrekestelling is nog van belang dat niet is weersproken dat, indien [eiseres] na bewijslevering wordt gevolgd, het geleverde zeil niet kan worden vermaakt naar de volgens [eiseres] overeengekomen indeling.

4.De beslissing

De kantonrechter:
laat [eiseres] toe, draagt haar voor zover nodig ambtshalve op, om door alle middelen rechtens en speciaal door middel van getuigen te bewijzen, dat in het verkoopgesprek in de showroom van [gedaagde] is overeengekomen dat [gedaagde] een zeil zou leveren in drie delen, verdeeld in één deel van de helft van het zeil en twee delen van een kwart van het zeil;
verwijst de zaak naar de rolzitting van
woensdag 11 oktober 2023 te 09.00 uuropdat [eiseres] dan bij akte aangeeft of en zo ja op welke wijze zij het verlangde bewijs wenst te leveren;
bepaalt, voor het geval dat [eiseres] dat bewijs schriftelijk wil leveren, dat zij uiterlijk op genoemde zitting daartoe stukken kan indienen middels toezending of afgifte aan de griffie;
bepaalt, voor het geval [eiseres] dat bewijs wil leveren door het doen horen van getuigen, dat zij uiterlijk op genoemde zitting het aantal en de personalia van de getuigen zal opgeven alsmede de verhinderdata van de getuigen en de wederpartij in de vijf maanden na voornoemde roldatum;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Tilman-Knoester en in het openbaar uitgesproken op
13 september 2023.