ECLI:NL:RBZWB:2023:6524

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 augustus 2023
Publicatiedatum
15 september 2023
Zaaknummer
C/02/412009 / KG ZA 23-353
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • Toekoen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid vordering in reconventie in kort geding met betrekking tot minderjarige

In deze zaak, die op 25 augustus 2023 door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant is behandeld, gaat het om een kort geding tussen een vrouw en een man, die gezamenlijk ouderlijk gezag hebben over hun minderjarige kind, geboren in 2016. De vrouw, eiseres in conventie, vordert vervangende toestemming om een nieuw paspoort aan te vragen voor hun kind en om met het kind te verhuizen naar België. De man, gedaagde in conventie, heeft in reconventie gevorderd dat de vrouw meewerkt aan de zorgregeling die eerder is afgesproken, met een dwangsom als sanctie voor het niet nakomen van deze regeling. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 augustus 2023, die met gesloten deuren plaatsvond, is de zaak besproken. De voorzieningenrechter heeft geconstateerd dat de man zijn vordering in reconventie niet tijdig heeft ingediend, wat door de advocaat van de vrouw is betwist. Ondanks deze procedurele kwestie heeft de voorzieningenrechter de man ontvankelijk verklaard in zijn vordering, omdat partijen bereid waren om tot overeenstemming te komen. Uiteindelijk hebben de partijen overeenstemming bereikt over de voorliggende onderwerpen, waardoor de vorderingen van zowel de vrouw als de man zijn afgewezen. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. Toekoen, met mr. Wallerbos als griffier.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
zaaknummer: C/02/412009 / KG ZA 23-353
Vonnis in kort geding van 25 augustus 2023
in de zaak van
[de vrouw01],
hierna te noemen: de vrouw,
wonende te [woonplaats01] ,
eiseres in conventie,
gedaagde in reconventie,
advocaat: mr. W. Kolmans te Eindhoven,
tegen
[de man01],
hierna te noemen: de man,
wonende te [woonplaats02] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat: mr. A.C. van ’t Hek te Dordrecht,
over hun minderjarige kind:
[minderjarige01], geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 2016, nader te noemen: [minderjarige01] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de op 28 juli 2023 betekende dagvaarding, met producties;
  • het op 5 augustus 2023 ingekomen e-mailbericht van mr. Van ’t Hek;
  • het op 7 augustus 2023 ingekomen e-mailbericht van mr. Kolmans;
  • het op 7 augustus 2023 ingekomen e-mailbericht van mr. Van ’t Hek;
  • het op 18 augustus 2023 ingekomen e-mailbericht van mr. Kolmans.
1.2.
Op 8 augustus 2023 heeft de voorzieningenrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld, omdat het belang van de minderjarige en de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van partijen dit eiste.
1.3.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn partijen verschenen, bijgestaan door hun advocaten. Daarnaast was een vertegenwoordigster namens de Raad voor de Kinderbescherming, regio Zuidwest Nederland, locatie Breda, hierna te noemen: de Raad, aanwezig om de voorzieningenrechter over de vorderingen te adviseren.
1.4.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben een affectieve relatie met elkaar gehad, uit welke relatie [minderjarige01] is geboren.
2.2.
Partijen zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige01] .
2.3.
[minderjarige01] woont bij de vrouw.

3.De vorderingen in conventie en in reconventie

3.1.
De vrouw vordert in conventie bij vonnis in kort geding, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
aan de vrouw vervangende toestemming te verlenen, welke toestemming de toestemming van de man vervangt, om een nieuw paspoort aan te vragen voor [minderjarige01] ;
aan de vrouw vervangende toestemming te verlenen, welke toestemming de toestemming van de man vervangt, om met [minderjarige01] te verhuizen naar de gemeente Pelt of de gemeente Lommel of de gemeente Hamont-Achel of een andere gemeente in de provincie Belgisch-Limburg in België;
aan de vrouw vervangende toestemming te verlenen, welke toestemming de toestemming van de man vervangt, om [minderjarige01] in te schrijven op [school01] te [plaats01] (België);
aan de vrouw vervangende toestemming te verlenen, welke toestemming de toestemming van de man vervangt, om [minderjarige01] in te schrijven in de basisadministratie (bevolkingsregister) van de gemeente Pelt of de gemeente Lommel of de gemeente Hamont-Achel of een andere gemeente in de provincie Belgisch-Limburg in België.
3.2.
In het op 7 augustus 2023 ingekomen e-mailbericht heeft mr. Van ’t Hek, namens de man, bij wijze van tegeneis gevorderd bij vonnis in kort geding (naar de voorzieningenrechter begrijpt: bij wijze van vordering in reconventie), uitvoerbaar bij voorraad, dat de vrouw wordt veroordeeld om mee te werken uitvoering te geven aan de uitgesproken zorgregeling van/tussen partijen zoals vermeld in de dagvaarding, althans een voorlopige zorgregeling in het belang van het kind, waarbij de vrouw in verband met haar verhuizing naar België wordt verplicht, wanneer de man niet kan rijden, zorg te dragen voor het halen en brengen van het kind van partijen, een en ander op straffe van een dwangsom ter hoogte van € 250,= per keer dat de vrouw een deel van deze zorgregeling, althans een zorgregeling niet nakomt.
3.3.
Op de standpunten van partijen zal hierna, voor zover van belang voor de beoordeling van de vorderingen van partijen, worden ingegaan.

4.De overwegingen

Ontvankelijkheid vordering in reconventie
4.1.
De rechtbank overweegt dat mr. Van ’t Hek bij voormeld op 7 augustus 2023 ingekomen e-mailbericht, namens de man, de in rechtsoverweging 3.2. vermelde reconventionele vordering bij de voorzieningenrechter heeft ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat mr. Van ’t Hek voormeld e-mailbericht met reconventionele vordering abusievelijk niet ook heeft gestuurd aan (de advocaat van) de vrouw.
4.2.
Mr. Kolmans heeft, namens de vrouw, bezwaar gemaakt tegen toelating van voormelde reconventionele vordering, omdat hij en de vrouw zich daar niet op hebben kunnen voorbereiden.
4.3.
Uit artikel 7.2 van het Landelijk procesreglement kort gedingen rechtbanken handel/familie (hierna: het procesreglement) volgt dat een partij die een eis in reconventie of een incidentele vordering wenst in te stellen, de eis respectievelijk de vordering en de gronden daarvan zo spoedig mogelijk, uiterlijk 24 uur (één werkdag) vóór de mondelinge behandeling schriftelijk mededeelt aan de wederpartij, aan eventuele overige partijen en aan de voorzieningenrechter.
4.4.
Uit artikel 7.5 van het procesreglement volgt dat de voorzieningenrechter op de mondelinge behandeling beslist over de toelaatbaarheid van de eis in reconventie en over de incidentele vordering.
4.5.
De voorzieningenrechter overweegt dat partijen, naar aanleiding van wat er tijdens de mondelinge behandeling is besproken alsmede het advies van de Raad, voor zover hier van belang, hebben aangegeven bereid te zijn om te pogen om alsnog tot overeenstemming te komen over de in deze zaak voorliggende onderwerpen. Gelet hierop heeft de voorzieningenrechter de beslissing op de reconventionele vordering - alsmede de beslissing op de vorderingen in conventie - pro forma aangehouden voor de duur van een week in afwachting van schriftelijk bericht van de advocaten van partijen met hun standpunt over het door hen gewenste verdere procesverloop van deze zaak. Met het oog op het bepaalde in artikel 7.5 van het procesreglement dient de man derhalve ontvankelijk te worden verklaard in zijn reconventionele vordering, ook al is die vordering met het oog op het bepaalde in artikel 7.2 van het procesreglement niet tijdig aan (de advocaat van) de vrouw medegedeeld.
Beoordeling van de vorderingen in conventie en in reconventie
4.6.
Op grond van de gedingstukken en de toelichting door partijen tijdens de mondelinge behandeling staat naar het oordeel van de voorzieningenrechter het spoedeisend belang van partijen bij hun vorderingen vast.
4.7.
Vanwege de nauwe samenhang tussen de vorderingen in conventie en reconventie, zullen deze vorderingen gezamenlijk worden behandeld.
4.8.
Zoals de voorzieningenrechter hiervoor al heeft overwogen, hebben partijen, naar aanleiding van wat er tijdens de mondelinge behandeling is besproken alsmede het advies van de Raad, aangegeven bereid te zijn om te pogen om alsnog tot overeenstemming te komen over de in deze zaak voorliggende onderwerpen (in conventie en in reconventie). Gelet hierop heeft de voorzieningenrechter de beslissing op de vorderingen van partijen pro forma aangehouden voor de duur van een week in afwachting van schriftelijk bericht van de advocaten met het standpunt van partijen over het door hen gewenste verdere procesverloop van deze zaken (in conventie en in reconventie).
4.9.
Bij het op 18 augustus 2023 ingekomen e-mailbericht heeft mr. Kolmans, namens de vrouw, de vorderingen van de vrouw in conventie ingetrokken. Uit de toelichting hierbij blijkt dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de in deze zaak voorliggende onderwerpen.
4.10.
De voorzieningenrechter overweegt dat mr. Van ’t Hek, ondanks dat de voorzieningenrechter na het verstrijken van voormelde termijn van een week een nadere termijn van een dag heeft gegund, tot op heden niet heeft gereageerd.
4.11.
De voorzieningenrechter overweegt als volgt.
4.12.
Nu de vorderingen van de vrouw in conventie zijn ingetrokken, behoeven deze vorderingen geen nadere inhoudelijke beoordeling en beslissing meer van de voorzieningenrechter. De vorderingen van de vrouw in conventie zullen daarom worden afgewezen.
4.13.
Naar aanleiding van de toelichting in voormeld e-mailbericht van mr. Kolmans van 18 augustus 2023 en nu mr. Van ’t Hek, ondanks dat de voorzieningenrechter daartoe een verlengde termijn heeft gegund, niet heeft gereageerd over de wijze waarop deze zaken moeten worden afgedaan, overweegt de voorzieningenrechter dat partijen kennelijk overeenstemming hebben bereikt over alle in deze procedures (in conventie en in reconventie) voorliggende onderwerpen. Gelet hierop zal ook de vordering van de man in reconventie worden afgewezen.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
5.1.
wijst de vorderingen van partijen in conventie en in reconventie af.
Dit vonnis is gewezen en in het openbaar uitgesproken op 25 augustus 2023 door mr. Toekoen, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. Wallerbos als griffier.