Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 4 juli 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.De feiten
3.Het geschil
€ 69.796,00 is ontstaan. Dit bedrag bestaat uit de kosten van herstelwerkzaamheden die het personeel van zowel HFS als [bedrijf] B.V., voor wie HFS in onderaanneming werkte, heeft moeten uitvoeren. HFS voert in dat kader aan dat Railable niet de kwaliteit volgens het beeldkwaliteitsplan van de gemeente heeft geleverd, terwijl dat wel is overeengekomen. Uit een beeldkwaliteitstoets van de gemeente blijkt dat het geleverde niet voldeed. Tevergeefs is Railable bij herhaling verzocht betere kwaliteit te leveren. HFS en hoofdaannemer [naam 2] hebben veel extra uren moeten maken om de gebrekkige prestaties van Railable te herstellen, zodat HFS zich beroept op verrekening van de schade met het door Railable gevorderde bedrag.
4.De beoordeling
5.De kosten
€ 1.183,00 (2,00 punten × factor 0,5 × tarief IV € 1.183,00).
6.De beslissing
13 september 2023.