Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.[eiser01] ,
[eiser02],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 13 september 2023 met alle daarin vermelde stukken,
- de akte wijziging van eis met één productie, genummerd 12 van de zijde van [eisers01] ,
- de akte inhoudende bezwaar tegen de akte wijziging van eis van de zijde van [gedaagde01] ;
- de zittingsaantekeningen van de mondelinge behandeling gehouden op 15 juni 2023 en de ter gelegenheid hiervan overgelegde spreekaantekeningen van mr. Tuithof.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
€ 49.518,23 aan schadevergoeding te betalen, en is [gedaagde01] veroordeeld in de proceskosten, aan de zijde van [eisers01] tot de dag van de uitspraak begroot op in totaal € 2.705,03.
4.De beoordeling
€ 169.000,00 en op 22 februari 2019 is verkocht voor € 165.000,--. Daarnaast wijst [gedaagde01] erop dat de WOZ-waarde van de woning in het peiljaar 2017
€ 142.000,00 bedroeg en in 2018 € 174.000,00. [gedaagde01] heeft in dit verband onvoldoende weersproken aangevoerd dat bij de door haar afgegeven waarde vergelijkbare objecten in Nederland zijn betrokken. Daarnaast heeft [gedaagde01] onvoldoende weersproken gesteld dat haar makelaar in de persoon van [makelaar02] bevoegd was om als makelaar te handelen en dat de waardebepaling van de woning door laatstgenoemde op basis van ervaring en expertise heeft plaatsgevonden. In dit verband heeft [gedaagde01] aangevoerd dat de vraagprijs van de opdrachtgever altijd wordt betrokken en dat de opdrachtgever de vraagprijs bepaalt. In het licht van de gemotiveerde betwisting door [gedaagde01] is de rechtbank van oordeel dat op het punt van de geschatte waarde en de vraagprijs van de woning niet geconcludeerd kan worden dat [gedaagde01] tekort is geschoten.
€ 598,00(1 punt)
€ 4.709,93. Hiertoe stelt [eiser in reconventie01] dat [verweerders in reconventie01] de overeenkomst bij brief van 7 oktober 2017 eenzijdig heeft beëindigd, terwijl de overeenkomst een looptijd had van 6 maanden, te weten tot en met 28 november 2017. Op grond van het bepaalde in artikel 7.2 van de overeenkomst is [verweerders in reconventie01] 50% van de makelaarsvergoeding verschuldigd nu zij de opdracht voortijdig hebben beëindigd, aldus [eiser in reconventie01] .
5.De beslissing
14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 90,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak;