ECLI:NL:RBZWB:2023:6558
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling UWV tot betaling van proceskosten na intrekking beroep
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 september 2023, wordt het verzoek van verzoeker om veroordeling van het UWV in de proceskosten beoordeeld. Verzoeker had eerder beroep ingesteld tegen een besluit van het UWV van 31 maart 2023, maar trok dit beroep in nadat het UWV op 5 juli 2023 een gewijzigde beslissing op bezwaar had genomen. Deze beslissing hield in dat de eerder opgelegde boete verviel en werd omgezet naar een waarschuwing, en dat ook de herziening en terugvordering vervielen.
De rechtbank heeft het UWV de gelegenheid gegeven om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling. Het UWV gaf aan dat er voor het indienen van het beroepschrift één punt voor vergoeding in aanmerking komt en dat het bereid is het griffierecht te vergoeden. De rechtbank heeft zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling.
De rechtbank oordeelt dat het UWV geheel tegemoet is gekomen aan verzoeker door het bezwaar gedeeltelijk gegrond te verklaren. Daarom wijst de rechtbank het verzoek om proceskostenveroordeling toe. Verzoeker krijgt een vergoeding van € 837,- voor de proceskosten, omdat zijn gemachtigde een beroepschrift heeft ingediend. Daarnaast is het UWV verplicht om het door verzoeker betaalde griffierecht van € 50,- te vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.