ECLI:NL:RBZWB:2023:6559
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen beëindiging uitkering WIA wegens niet-betaling griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 september 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van het UWV van 13 april 2023 betreffende de beëindiging van zijn uitkering ingevolge de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht niet is betaald. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de rechtbank in staat stelt om zonder zitting uitspraak te doen in dergelijke gevallen.
De rechtbank legt uit dat de eiser het griffierecht van € 50,- niet tijdig heeft betaald, ondanks dat hij meerdere keren in de gelegenheid is gesteld om dit te doen. De griffier heeft eiser zowel per gewone als per aangetekende brief geïnformeerd over de betalingstermijn. De aangetekende brief is op 15 juni 2023 afgehaald, maar eiser heeft geen betaling verricht binnen de gestelde termijn. Er is geen verontschuldiging voor het niet tijdig betalen van het griffierecht gegeven, wat de rechtbank dwingt om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren.
De rechtbank concludeert dat het beroep niet inhoudelijk kan worden beoordeeld en dat het bestreden besluit van het UWV in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Eiser heeft de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.