ECLI:NL:RBZWB:2023:6561

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 september 2023
Publicatiedatum
18 september 2023
Zaaknummer
AWB- 23_3700 VV
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening inzake blokkering uitkering Participatiewet

In deze zaak heeft verzoeker bezwaar gemaakt tegen de blokkering van zijn uitkering op grond van de Participatiewet. Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Op 1 augustus 2023 is de uitkering gedeblokkeerd en alsnog uitbetaald aan verzoeker. Na deze uitbetaling heeft verzoeker het verzoek om voorlopige voorziening ingetrokken, maar verzocht om veroordeling van verweerder in de proceskosten.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de Bevelanden, als verweerder, zich op het standpunt heeft gesteld dat er geen sprake is van een onrechtmatig besluit of handeling. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening ter zitting niet behandeld, conform artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, op basis van artikel 8:75a, eerste lid, van de Awb, het bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de proceskosten indien het verzoek om voorlopige voorziening wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener. In dit geval is de uitkering gedeblokkeerd en uitbetaald, maar de voorzieningenrechter oordeelt dat verzoeker niet tijdig heeft gereageerd op informatieverzoeken van de Bevelanden, wat heeft geleid tot de blokkering van de uitkering. Hierdoor is de voorzieningenrechter van mening dat de Bevelanden niet veroordeeld hoeft te worden in de proceskosten.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om proceskostenveroordeling af en stelt vast dat er geen rechtsmiddel openstaat tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/3700 PW VV
uitspraak van 14 september 2023 van de voorzieningenrechter op het verzoek om veroordeling in de proceskosten in de zaak tussen

[naam verzoeker] , te [woonplaats] , verzoeker,

gemachtigde: mr. T. Talhaoui,
en

het dagelijks bestuur van Samenwerking de Bevelanden, verweerder.

Procesverloop

Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen de blokkering van zijn uitkering op grond van de Participatiewet. Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Op 1 augustus 2023 is de uitkering gedeblokkeerd en alsnog uitbetaald aan verzoeker.
Vervolgens heeft verzoeker het verzoek om voorlopige voorziening ingetrokken, met het verzoek de Bevelanden te veroordelen in de proceskosten. De Bevelanden heeft zich op het standpunt gesteld dat er geen sprake is van een onrechtmatig besluit/handeling. De Bevelanden heeft de voorzieningenrechter verzocht geen proceskostenveroordeling uit te spreken.
De voorzieningenrechter heeft, met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een behandeling van het verzoek ter zitting achterwege gelaten.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:75a, eerste lid, van de Awb in samenhang bezien met artikel 8:84, vijfde lid, van de Awb, kan de voorzieningenrechter, indien het verzoek om voorlopige voorziening wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het verzoekschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan veroordelen in de proceskosten.
2. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter blijkt uit de deblokkade en daaraan gekoppeld de uitbetaling van de uitkering dat de Bevelanden aan verzoeker is tegemoetgekomen. Vast staat echter ook dat verzoeker op informatieverzoeken van de Bevelanden niet heeft gereageerd en dat de onduidelijkheid over zijn financiële situatie aanleiding was om de uitkering te blokkeren. Pas nadat verzoeker een verzoek om voorlopige voorziening heeft ingediend, heeft verzoeker contact opgenomen met de Bevelanden en heeft hij de gevraagde inlichtingen verstrekt. Gelet op die verstrekte inlichtingen heeft de Bevelanden alsnog de uitkering uitbetaald. De voorzieningenrechter is van oordeel dat hetzelfde resultaat ook zonder het verzoek om voorlopige voorziening bereikt had kunnen worden. Gelet hierop ziet de voorzieningenrechter onvoldoende aanleiding om de Bevelanden te veroordelen in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Het verzoek daartoe zal dan ook worden afgewezen.
3. Gelet hierop ziet de voorzieningenrechter evenmin aanleiding om de Bevelanden te veroordelen tot vergoeding van het door verzoeker betaalde griffierecht.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om proceskostenveroordeling af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.J.M. van Hees, griffier, op 14 september 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier is verhinderd om de uitspraak te ondertekenen.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.