ECLI:NL:RBZWB:2023:6562

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
22 augustus 2023
Publicatiedatum
18 september 2023
Zaaknummer
C/02/412740 / FA RK 23-1427 en C/02/412742 / FA RK 23-1428
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. van Gessel
  • A. Hamburger
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 augustus 2023 een nadere beschikking gegeven over de machtiging tot gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [minderjarige01]. De zaak betreft een spoedmachtiging en een reguliere machtiging tot gesloten jeugdhulp, aangevraagd door de gecertificeerde instelling Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. De minderjarige, geboren in 2009, heeft een belast verleden en kampt met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen, waaronder emotionele problemen en automutilatie. De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag, maar de moeder is niet verschenen tijdens de zitting. De kinderrechter heeft de minderjarige en de vader gehoord, waarbij de minderjarige aangaf niet gesloten te willen worden geplaatst, maar liever naar huis wilde gaan.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige niet kan terugkeren naar een open setting, gezien de risico's van weglopen en de noodzaak voor een veilige en stabiele omgeving voor behandeling. De kinderrechter heeft de machtiging tot gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van de ondertoezichtstelling, van 22 augustus 2023 tot 10 december 2023. Het verzoek om een spoedmachtiging voor een kortere periode is afgewezen. De beslissing is genomen op basis van de Jeugdwet, die vereist dat jeugdzorg noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen.

De kinderrechter heeft de beschikking openbaar uitgesproken en de mogelijkheid tot hoger beroep aangegeven, waarbij verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak in beroep kunnen gaan. De beschikking is ondertekend door de kinderrechter en gecontroleerd door de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummers: C/02/412740 / JE RK 23-1427 (spoedmachtiging gesloten jeugdhulp)
C/02/412742 / JE RK 23-1428 (reguliere machtiging gesloten jeugdhulp)
Datum uitspraak: 22 augustus 2023
Nadere beschikking van de kinderrechter over een (spoed)machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
De gecertificeerde instelling
WILLIAM SCHRIKKER STICHTING JEUGDBESCHERMING EN JEUGDRECLASSERING,
gevestigd te Amsterdam,
hierna te noemen de GI,
over de minderjarige
[minderjarige01],
geboren op [geboortedatum01] 2009 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [minderjarige01] ,
advocaat mr. J. Nederlof te Tilburg.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[minderjarige01],
[de moeder01],
hierna te noemen de moeder,
wonende in [woonplaats01] ,
[de vader01],
hierna te noemen de vader,
wonende in [woonplaats02] .

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- de beschikking van de kinderrechter bij deze rechtbank van 10 augustus 2023 met alle daarin genoemde en vermelde stukken.
1.2.
Op 22 augustus 2023 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld. Verschenen zijn:
- [minderjarige01] , die apart in het bijzijn van haar advocaat is gehoord;
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat, mr. Cools;
- twee vertegenwoordigsters van de GI
De moeder is niet verschenen.

2.De nadere feiten

2.1.
De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige01] .
2.2.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 7 december 2022 de ondertoezichtstelling van [minderjarige01] verlengd tot 10 december 2023. Bij die beschikking is de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige01] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder verlengd tot 10 april 2023.
2.3.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 7 juni 2023 een machtiging verleend [minderjarige01] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 10 juni 2023 tot 9 december 2023. Op basis van die machtiging verbleef [minderjarige01] op een behandelgroep van [behandelcentrum01] .
2.4.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 10 augustus 2023 de spoedmachtiging om [minderjarige01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 10 augustus 2023 tot 24 augustus 2023 verleend. De verzoeken zijn voor het overige aangehouden.

3.De verzoeken

3.1.
In de zaak C/02/412740 / JE RK 23-1427:
De GI verzoekt een spoedmachtiging om [minderjarige01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van twee weken.
3.2.
In de zaak C/02/412742 / JE RK 23-1428:
Tevens is verzocht om aansluitend een machtiging te verlenen om [minderjarige01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.

4.De standpunten

4.1.
[minderjarige01] heeft tijdens het gesprek met de kinderrechter aangegeven dat zij een tijd weg was gelopen van de open groep omdat het daar niet leuk was. Toen ze weg was gelopen, is zij niet naar haar moeder gegaan, omdat haar moeder haar niet binnen zou laten. [minderjarige01] is het niet eens met het verzoek. Zij wil wel naar een open groep in [plaats] , maar het liefst wil zij naar huis, naar haar vader, want daar is haar zus ook.
De advocaat voert namens [minderjarige01] tijdens de mondelinge behandeling aan dat [minderjarige01] niet gesloten wil worden geplaatst. Het primaire verzoek van de advocaat is om het verzoek tot gesloten jeugdhulp af te wijzen. Subsidiair refereert de advocaat zich aan het oordeel van de kinderrechter. [minderjarige01] is het vertrouwen in de hulpverlening verloren en heeft traumabehandeling nodig. Er is dan geen andere mogelijkheid aanwezig voor [minderjarige01] dan gesloten jeugdhulp.
4.2.
De GI heeft tijdens de mondelinge behandeling het verzoek tot gesloten jeugdhulp gewijzigd van de duur van zes maanden naar de duur van de ondertoezichtstelling. De ondertoezichtstelling van [minderjarige01] loopt momenteel tot 10 december 2023. De GI deelt de zorgen die uit de stukken en tijdens de mondelinge behandeling naar voren zijn gebracht. Het is nodig dat [minderjarige01] individuele behandeling krijgt in een stabiele setting en dat deze therapie zo snel mogelijk start, zodat zij om kan leren gaan met seksualiteit en drugs. [minderjarige01] geeft zelf aan bij de GI dat zij regels en kaders nodig heeft. Bij [behandelcentrum01] waren snel problemen.
4.3.
Door en namens vader wordt het volgende naar voren gebracht. Het verblijf van [minderjarige01] bij [behandelcentrum01] is niet goed verlopen. Vader heeft zorgen en heeft daarnaast moeite met de wijze waarop dingen over hem op papier worden gezegd. [behandelcentrum01] is geen optie meer en er is verder geen minder ingrijpende mogelijkheid aanwezig. Het is niet realistisch dat [minderjarige01] terug bij vader zou komen wonen, omdat hij geen hulpverlening krijgt. De vader geeft aan dat er hulp nodig is. De vader kan zich vinden in het verzoek tot gesloten jeugdhulp voor de duur van de ondertoezichtstelling.

5.De verdere beoordeling

5.1.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.3, tweede lid, Jeugdwet, dient onmiddellijke verlening van jeugdzorg noodzakelijk te zijn in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen van de jeugdige die de ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren of een ernstig vermoeden daarvan. Bovendien dient een uithuisplaatsing noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan de zorg die de jeugdige nodig heeft zal onttrekken of daaraan door anderen zal worden onttrokken.
5.2.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
5.3.
Uit de overgelegde stukken blijkt dat [minderjarige01] een zeer belast verleden heeft en dat zij kampt met ernstige opgroei- en opvoedproblematiek. De zorgen rondom de ontwikkeling van [minderjarige01] zijn onder andere gelegen in haar emotionele welzijn en haar zelfbeeld. Zij heeft weinig eigenwaarde en is bekend met automutilatie en hechtingsproblematiek.
De zorgen rondom [minderjarige01] zijn toegenomen sinds de overstap gemaakt is naar een open behandelgroep door het onttrekken aan de behandeling. Een voortzetting van de behandeling binnen de open setting is niet haalbaar gebleken op een manier waarop de veiligheid van [minderjarige01] gewaarborgd blijft. [minderjarige01] is meerdere keren weggelopen bij de open setting waar zij verbleef, waarvan de laatste keer twee weken heeft geduurd. Het was toen langere tijd onduidelijk waar [minderjarige01] verbleef. Zij kan niet terug naar een open setting, omdat de kans groot is dat zij dan direct weer zal weglopen. Tijdens een gesloten plaatsing kan middels vrijheidsbeperkende maatregelen worden ingegrepen om haar te beschermen voor bedreigingen van buitenaf en zichzelf.
5.4.
De kinderrechter verwijst naar de beschikking van 10 augustus 2023. Hierbij is een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp voor [minderjarige01] verleend, met ingang van
10 augustus 2023 tot 24 augustus 2023, zonder daaraan voorafgaand horen van de betrokkenen. Het resterende deel van het verzoek is aangehouden tot de mondelinge behandeling op 22 augustus 2023. Tijdens de mondelinge behandeling zijn de betrokkenen in de gelegenheid gesteld om hun zienswijzen kenbaar te maken. Naar aanleiding daarvan is naar het oordeel van de kinderrechter niet gebleken dat er sprake is van nieuwe feiten en/of omstandigheden die aanleiding moeten geven tot een ander oordeel op grond waarvan die beslissing met ingang van heden zou moeten worden herroepen.
5.5.
Nu de kinderrechter van oordeel is dat een machtiging gesloten jeugdhulp voor [minderjarige01] voor de duur van de ondertoezichtstelling noodzakelijk is, zal het restant van het spoedverzoek worden afgewezen. De kinderrechter zal de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen voor de duur van de ondertoezichtstelling, te weten met ingang van 22 augustus 2023 tot 10 december 2023.
5.6.
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1
In de zaak C/02/412740 / JE RK 23-1427:
wijst af het restantverzoek om een spoedmachtiging om [minderjarige01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp;
6.2
In de zaak C/02/412742 / JE RK 23-1428:
verleent een machtiging om [minderjarige01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van de ondertoezichtstelling met ingang van
22 augustus 2023 tot 10 december 2023.
Deze beschikking is gegeven door mr. Van Gessel, kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 22 augustus 2023, in aanwezigheid van Can als griffier.
Bij afwezigheid van mr. Van Gessel, kinderrechter, is de schriftelijke weergave van de op 22 augustus 2023 mondeling gegeven beslissing gecontroleerd en ondertekend door
mr. Hamburger op 19 september 2023. De griffier is ook buiten staat de beschikking te ondertekenen.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.