ECLI:NL:RBZWB:2023:6563

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 juli 2023
Publicatiedatum
18 september 2023
Zaaknummer
10363964 AZ VERZ 23-10 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • mr. Zander
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst na langdurige ziekte en lidmaatschap ondernemingsraad

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 juli 2023 uitspraak gedaan in een ontbindingsverzoek van Synthos Breda B.V. tegen een werknemer, hierna te noemen [verweerder01]. De werknemer is sinds 25 november 2020 arbeidsongeschikt en heeft eerder lid geweest van de ondernemingsraad. Synthos verzoekt de ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van langdurige arbeidsongeschiktheid, waarbij zij stelt dat er geen herstel binnen 26 weken te verwachten is en dat er geen herplaatsingsmogelijkheden zijn binnen het bedrijf. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Synthos voldoende bewijs heeft geleverd dat aan de wettelijke vereisten voor ontbinding is voldaan, ondanks het ontbreken van een WIA-beslissing. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de werknemer niet binnen 26 weken kan worden herplaatst in een passende functie en dat het eigen werk niet passend te maken is. De ontbinding van de arbeidsovereenkomst is toegewezen, met als einddatum 1 september 2023. Tevens is de transitievergoeding toegewezen, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 1 oktober 2023. De proceskosten zijn voor iedere partij zelf.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer / rekestnummer: 10363964 \ AZ VERZ 23-10
Beschikking van 4 juli 2023
in de zaak van
SYNTHOS BREDA B.V.,
te Breda,
verzoekende partij,
hierna te noemen: Synthos,
gemachtigde: mr. J.C. Broekman,
tegen
[verweerder01],
te [plaats01] ,
verwerende partij,
hierna te noemen: [verweerder01] ,
gemachtigde: M. Can.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties
- het verweerschrift met producties
- de pleitnota van Synthos
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling
- het bericht van Synthos van 25 april 2023 met productie 19 digitaal en op A3-formaat
- de akte van [verweerder01] van 2 mei 2023
- de akte van Synthos van 9 mei 2023

2.De feiten

2.1.
Synthos is een chemisch bedrijf en op de vestiging in Breda wordt een halffabricaat (EPS) geproduceerd waarmee piepschuim wordt gemaakt door de klanten van Synthos.
2.2.
Op 1 oktober 1992 is [verweerder01] bij Synthos in dienst getreden als [functie] in een vijfploegendienst per week voor 34,2 uur per week. De standplaats van [verweerder01] is [plaats01] . Het bruto loon van [verweerder01] bedraagt € 3.884,15 exclusief emolumenten.
2.3.
Sinds 25 november 2020 is [verweerder01] arbeidsongeschikt. Tot juni 2022 is [verweerder01] lid geweest van de ondernemingsraad van Synthos.
2.4.
De meest recente Actuele Mogelijkheden Lijst (AML) van [bedrijfsarts] dateert van 2 november 2022. Onder het kopje ‘Toelichting’ staat – met verwijzing naar de verschillende rubrieken – dat [verweerder01] blijvende beperkingen heeft ten opzichte van normaal functioneren. In de rubrieken komt naar voren dat [verweerder01] met name beperkingen heeft met heftruck rijden, zwaar sleutelwerk in lastige werkhoudingen, extra zwaar duwen en trekken, zwaar tillen (25 kilogram is meestal te zwaar belastend). Verder is volgens deze AML van belang dat [verweerder01] voldoende afwisseling heeft in werkhoudingen en bewegen en dat hij bij dag(del)en met lichamelijk zeer zwaar belastend weerk extra hersteltijd nodig heeft.
2.5.
In de rapportage van de arbeidsdeskundige evaluatie van Human Capital Care ( [arbeidsdeskundige 1] ) van 5 december 2022 staat als conclusie dat het eigen werk in de volle omvang van uren en taken niet passend is en – gezien de overschrijdingen van belastbaarheid – ook niet passend te maken is. Verder staat er dat op basis van de belastbaarheid ten tijde van het onderzoek (18 november 2022) geconcludeerd kan worden dat er op dat moment geen andere, passende, mogelijkheden bij Synthos zijn die aansluiten op de belastbaarheid, competenties, opleiding en/of werkervaring van [verweerder01] .
2.6.
Op 7 februari 2023 heeft Synthos bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) een ontslagaanvraag ingediend met betrekking tot [verweerder01] . Daarbij heeft Synthos opgemerkt dat [verweerder01] korter dan twee jaar geelden lid is geweest van de ondernemingsraad. Bij bericht van 8 februari 2023 heeft het Uwv meegedeeld dat er een opzegverbod geldt en dat Synthos de arbeidsovereenkomst met [verweerder01] niet kan opzeggen, zolang hij korter dan twee jaar geleden lid is geweest van de ondernemingsraad. Blijkens een bericht van het Uwv aan [verweerder01] van 23 februari 2023 heeft het Uwv Synthos toestemming om de arbeidsovereenkomst met [verweerder01] op te zeggen geweigerd.
2.7.
In het arbeidsdeskundig rapport (beoordeling re-integratieverslag van [verweerder01] ) van het Uwv ( [arbeidsdeskundige 2] ) van 20 februari 2023 staat onder meer dat Synthos voldoende heeft gedaan om [verweerder01] te re-integreren en voldoende inzichtelijk en aannemelijk heeft gemaakt dat er ondanks arbeidsmogelijkheden van [verweerder01] geen herplaatsingsmogelijkheden zijn binnen Synthos.

3.Het geschil

3.1.
Synthos verzoekt de arbeidsovereenkomst met [verweerder01] te ontbinden op grond van artikel 7:671b lid 1 onder b BW in verbinding met artikel 7:669 lid 3 onder a BW, kosten rechtens. Aan dit verzoek legt Synthos ten grondslag dat sprake is van – kort gezegd – (meer dan) twee jaar arbeidsongeschiktheid van [verweerder01] .
3.2.
[verweerder01] verweert zich tegen het verzoek en stelt dat de verzochte ontbinding moet worden afgewezen. Hij voert daartoe – samengevat – aan dat Synthos het verzoek niet met de juiste stukken heeft onderbouwd, omdat er nog geen WIA-beslissing is. Bovendien voert [verweerder01] aan dat hij nog wel zijn eigen werk kan doen, eventueel met kleine aanpassingen en technische hulpmiddelen.
3.3.
Voor zover de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, verzoekt [verweerder01] (subsidiair) om Synthos te veroordelen (uitvoerbaar bij voorraad) tot betaling aan [verweerder01] van de transitievergoeding en een in rechte vast te stellen billijke vergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente en met veroordeling (uitvoerbaar bij voorraad) van Synthos in de proceskosten.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt voorop dat voor het mogelijk slagen van het ontbindingsverzoek van Synthos vereist is dat:
[verweerder01] langer dan twee jaar arbeidsongeschikt is;
aannemelijk is dat binnen 26 weken geen herstel zal optreden;
aannemelijk is dat de werknemer niet binnen 26 weken kan worden herplaatst in een passende functie.
4.2.
Een van de geschilpunten tussen partijen is de wijze waarop Synthos moet aantonen dat aan de hiervoor onder 4.1 b. en c. vermelde eisen is voldaan. Volgens [verweerder01] had het ontbindingsverzoek van Synthos onderbouwd moeten zijn met een WIA-beslissing met de bijbehorende rapportages. [verweerder01] verwijst in dit kader naar artikel 1.3 van de UWV Uitvoeringsregels Ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid (hierna ook te noemen: de Uitvoeringsregels). De kantonrechter is echter van oordeel dat het overleggen van een WIA-beschikking met bijlagen niet noodzakelijk is. In de eerste plaats is de kantonrechter niet gebonden aan de Uitvoeringsregels van het UWV. In de tweede plaats staat ook in de Uitvoeringsregels dat het overleggen van een WIA-beschikking met bijlagen niet noodzakelijk is. Zo staat in de meest recente versie van de Uitvoeringsregels hierover het volgende: “
Er hoeft voor het verlenen van een ontslagvergunning niet gewacht te worden op de RIV-toets of WIA-beslissing. De werkgever zal zijn ontslagaanvraag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid in een dergelijk geval wel met andere documenten dan de RIV-toets of WIA-beslissing moeten onderbouwen. Welke andere documenten als onderbouwing kunnen dienen, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. De onderbouwing van een ontslagaanvraag zonder RIV-toets of WIA-beslissing, moet – naast de al vereiste verklaring van de bedrijfsarts - in ieder geval informatie bevatten over de eerste ziektedag, het verloop van de ziekte en het herstel (inzetbaarheid), en de verrichte re-integratie activiteiten. Een chronologisch verslag daarvan van de werkgever of de bedrijfsarts is nodig (niet alle tussentijdse terugkoppelingen van spreekuurcontacten met de bedrijfsarts). Als er sprake is van een vertraagde WIA-beslissing, dan zal de werkgever een re-integratieverslag
voor de RIV-toets hebben gemaakt. De werkgever kan dat verslag als onderbouwing bij de
ontslagaanvraag voegen. Als er onderzoek door externe deskundigen zoals een arbeidsdeskundige heeft plaatsgevonden, dan kan de werkgever de onderzoeksverslagen als onderbouwing bijvoegen. Eventueel kunnen ook afgegeven deskundigenoordelen relevant zijn en worden overgelegd.
4.3.
Gelet op het voorgaande brengt het ontbreken van een WIA-beschikking met bijlagen niet mee dat het verzoek om die reden moet worden afgewezen. [verweerder01] heeft namelijk diverse alternatieve stukken in het geding gebracht, waaronder:
  • de beoordeling re-integratieverslag van UWV ( [arbeidsdeskundige 2] ) van 20 februari 2023;
  • de arbeidsdeskundige evaluatie van Human Capital Care ( [arbeidsdeskundige 1] ) van 5 december 2022;
  • de actuele Mogelijkheden Lijst (AML) van [bedrijfsarts] van 2 november 2022
Hierna zal de kantonrechter de vragen beantwoorden of Synthos – met de alternatieve stukken – aannemelijk heeft gemaakt dat binnen 26 weken geen herstel zal optreden en dat [verweerder01] niet binnen 26 weken kan worden herplaatst in een passende functie.
4.4.
Bij de beantwoording van voormelde vragen is de kantonrechter van oordeel dat met name de volgende stukken relevant zijn.
Beoordeling re-integratieverslag van UWV ( [arbeidsdeskundige 2] ) van 20 februari 2023
4.5.
In dit verslag is opgenomen dat Synthos genoeg heeft gedaan om [verweerder01] te re-integreren. Verder staat er in dit verslag dat Synthos voldoende inzichtelijk en aannemelijk heeft gemaakt dat er ondanks arbeidsmogelijkheden van [verweerder01] geen herplaatsingsmogelijkheden zijn binnen Synthos.
Arbeidsdeskundige evaluatie van Human Capital Care ( [arbeidsdeskundige 1] ) van 5 december 2022
4.6.
In de conclusie van deze evaluatie staat dat het eigen werk in de volle omvang van uren en taken niet passend is en – gezien de overschrijdingen van belastbaarheid – ook niet passend te maken is. Op basis van de belastbaarheid ten tijde van het onderzoek (op 18 november 2022) kan geconcludeerd worden dat er op dat moment geen andere, passende, mogelijkheden bij Synthos zijn die aansluiten op de belastbaarheid, competenties, opleiding en/of werkervaring van [verweerder01] . Verder staat in deze evaluatie dat per werkvloer het volgende geldt:
Meetkamer:geen overschrijding belastbaarheid.
Veldoperaties:deels overschrijding belastbaarheid
Zeverij:grotendeels overschrijding belastbaarheid
Reactor:grotendeels overschrijding belastbaarheid.
Actuele Mogelijkheden Lijst (AML) van [bedrijfsarts] van 2 november 2022
4.7.
In deze AML staat dat [verweerder01] beschikt over duurzame benutbare mogelijkheden, maar wel (blijvende) beperkingen heeft ten opzichte van normaal functioneren. Zo staat in de AML dat [verweerder01] beperkingen heeft in trillingsbelasting, waardoor hij geen werk met zware trillingen of schokken kan doen. Meer concreet heeft bedrijfsarts Boot hierbij vermeld dat [verweerder01] moet oppassen met heftruck rijden. Hij moet volgens bedrijfsarts Boot zeer rustig rijden bij oneffenheden en alert zijn op een gladde vloer. Ook is [verweerder01] volgens bedrijfsarts Boot licht beperkt in staan tijdens het werk en in frequent buigen. Verder staat in de AML dat [verweerder01] moet oppassen met zeer zwaar sleutelwerk in lastige werkhoudingen en met extra zwaar duwen en trekken. Tot slot staat in de AML dat het werk tillen tot 25 kg vereist, maar dat 25 kg voor [verweerder01] meestal te zwaar belastend is.
4.8.
Al met al is de kantonrechter op grond van het voorgaande van oordeel dat Synthos aannemelijk heeft gemaakt dat voor [verweerder01] – die sinds 25 november 2020 arbeidsongeschikt is – geldt dat aannemelijk is dat binnen 26 weken geen herstel zal optreden en dat eveneens aannemelijk is dat [verweerder01] niet binnen 26 weken kan worden herplaatst in een passende functie. Wat betreft de stelling van [verweerder01] dat hij met kleine aanpassingen, hulp van collega’s en technische hulpmiddelen wel de bedongen arbeid of passende arbeid kan verrichten, overweegt de kantonrechter als volgt. Synthos heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat deze aanpassingen – voor zover die al zouden leiden tot een passende functie – redelijkerwijs niet van haar gevergd kunnen. In dat kader voert Synthos aan dat de belasting op de collega’s van [verweerder01] in dat geval zal toenemen, waardoor zij te veel belast zullen worden. Dat de betreffende collega’s daartoe bereid zouden zijn, doet daar niet aan af, omdat Synthos ook jegens deze collega’s een eigen verantwoordelijkheid heeft. Synthos wijst in dat kader verder onder meer op de onder 4.5 tot en met 4.7 behandelde stukken, waarin ook staat dat er geen herplaatsingsmogelijkheden zijn binnen Synthos, dat het eigen werk niet passend te maken is en dat er ook geen andere passende mogelijkheden zijn bij Synthos. Meer concreet wijst de kantonrechter in dit kader nog op hetgeen is opgenomen in de arbeidsdeskundige evaluatie van 5 december 2022, onder de kopjes ‘Is het eigen werk passend te maken’ en ‘Zijn er passende mogelijkheden bij de eigen werkgever’. Daarin staat namelijk onder meer het volgende: “
Kijkend naar de overschrijdingen van de belastbaarheid van werknemer, zoals in paragraaf 5.1 beschreven, kan geconcludeerd worden dat het eigen werk in volle omvang niet passend te maken is.(…)
Door het wegvallen van werknemer op deze 2 vloeren, zullen deze vloeren over minder ploegleden gerouleerd moeten worden. Dit geeft een hogere belasting voor de ploeggenoten.(…)
De kans op uitval door verhoogde fysieke klachten van deze medewerkers wordt daardoor groter.(…)
In redelijkheid kan niet van werkgever verwacht worden om gedurende deze lange periode collega’s extra te belasten.(…)
Ook hier geldt nogmaals dat werkgever een zorgplicht heeft voor de collega’s.(…)
Werkgever geeft aan bezig te zijn met een continue proces van verbetering van de werkomstandigheden binnen het bedrijf(…)
De bovenstaande maatregelen zijn echter niet voldoende om een drietal werkvloeren nu als passend te kunnen beschouwen voor de werknemer.(…)
Het is niet de verwachting dat er op korte termijn verdere aanpassingen mogelijk zijn die leiden tot verlichting van de fysiek belastende werkzaamheden op de verschillende werkvloeren voor betrokken werknemer en zijn collega’s. Op grond van het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat ten tijde van de arbeidsdeskundige evaluatie het eigen werk niet passend te maken is.(…)
Op basis van de huidige belastbaarheid kan geconcludeerd worden dat er ten tijde van het arbeidsdeskundige evaluatie geen andere, passende, mogelijkheden zijn bij eigen werkgever die aansluiten op de belastbaarheid, competenties, opleiding en/of werkervaring van werknemer.
4.9.
Het voorgaande brengt mee dat het ontbindingsverzoek van Synthos zal worden toegewezen. Met inachtneming van artikel 7:671b, lid 9, aanhef en onder a BW zal het einde van de arbeidsovereenkomst worden bepaald op 1 september 2023.
4.10.
De kantonrechter ziet geen reden om aan [verweerder01] een billijke vergoeding toe te kennen. Een billijke vergoeding kan worden toegekend als de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Dat zal zich alleen voordoen in uitzonderlijke gevallen en als een werkgever de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst in ernstige mate schendt (Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34). In dit geval is geen sprake van dergelijk ernstig verwijtbaar handelen of nalaten. Bij dat oordeel is van belang dat er weliswaar nog geen WIA-beslissing (met bijbehorende rapportages) is genomen, maar Synthos heeft het ontbindingsverzoek wel met diverse andere betrouwbare documenten onderbouwd.
4.11.
[verweerder01] heeft verzocht om Synthos te veroordelen tot betaling van de transitievergoeding. Uit artikel 7:673 BW volgt dat de werknemer recht heeft op een transitievergoeding bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst door ontbinding, behalve als deze beëindiging het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van werknemer. Nu in dit geval geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van [verweerder01] wordt de transitievergoeding toegekend. De gevorderde wettelijke rente over de transitievergoeding wordt toegewezen met ingang van 1 oktober 2023, te weten een maand na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd
4.12.
De kantonrechter zal bepalen dat partijen ieder hun eigen proceskosten moeten betalen, omdat geen sprake is van (ernstig) verwijtbaar handelen of nalaten van één van beide partijen.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 september 2023;
5.2.
veroordeelt Synthos om aan [verweerder01] de wettelijke transitievergoeding te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 1 oktober 2023 tot aan de dag van (volledige) betaling;
5.3.
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten betaalt.
Deze beschikking is gegeven door mr. Zander en in het openbaar uitgesproken op 4 juli 2023.