ECLI:NL:RBZWB:2023:6611

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
6 september 2023
Publicatiedatum
20 september 2023
Zaaknummer
10450364 \ CV EXPL 23-1387 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Karsten-Badal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van factuur voor reparatiewerkzaamheden aan hogedrukreinigers en Atlas kraan

In deze civiele procedure vordert [eiser01] B.V. betaling van een factuur van 8 november 2022, die betrekking heeft op werkzaamheden aan hogedrukreinigers en een Atlas kraan, uitgevoerd in opdracht van [gedaagde01] B.V. De gedaagde partij betwist de vordering en stelt dat de werkzaamheden niet nodig waren, omdat eerdere reparaties niet goed zouden zijn uitgevoerd. De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde01] niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn verweer en dat er geen tekortkoming aan de zijde van [eiser01] is aangetoond. De kantonrechter concludeert dat [gedaagde01] gehouden is de factuur volledig te betalen, inclusief buitengerechtelijke incassokosten. De vordering tot rente wordt afgewezen, omdat deze niet voldoende onderbouwd is. De proceskosten worden aan de zijde van [eiser01] toegewezen, omdat [gedaagde01] grotendeels ongelijk krijgt. Het vonnis is uitgesproken op 6 september 2023.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 10450364 \ CV EXPL 23-1387
Vonnis van 6 september 2023
in de zaak van
[eiser01] B.V.,
te [plaats01] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser01] ,
[gemachtigde] ,
tegen
[gedaagde01] B.V.,
te [plaats02] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde01] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de akte van [eiser01]
- de akte van [gedaagde01] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde01] heeft [eiser01] in mei 2022 opdracht gegeven om twee hogedrukreinigers te repareren. De hiervoor door [eiser01] gestuurde factuur is door [gedaagde01] betaald. Op 18 oktober 2022 is nogmaals een reparatieopdracht gegeven voor één van de hogedrukreinigers. Op of omstreeks 28 oktober 2022 is [eiser01] op verzoek van [gedaagde01] gekomen om nog een keer herstel uit te voeren aan deze hogedrukreiniger. Daarbij heeft [eiser01] op verzoek van [gedaagde01] ook werkzaamheden verricht aan een Atlas kraan van [gedaagde01] .
2.2.
De factuur van [eiser01] van 8 november 2022 in verband met de werkzaamheden en kosten van oktober 2022 met een bedrag van € 198,44 is door [gedaagde01] niet voldaan.

3.Het geschil

3.1.
[eiser01] vordert betaling van de factuur van 8 november 2022 in verband met de door haar gemaakte kosten (arbeid en materiaal) in oktober 2022 met rente en kosten, in totaal een bedrag van € 243,31, te vermeerderen met de rente van 0% per jaar over € 198,44 vanaf het moment van dagvaarding tot volledige betaling van de vordering. [eiser01] baseert haar vordering op een tussen haar en [gedaagde01] gesloten overeenkomst van opdracht. Op grond van deze overeenkomst heeft [eiser01] werkzaamheden uitgevoerd. [gedaagde01] is daarom gehouden tot betaling van de in verband hiermee gemaakte kosten. [gedaagde01] is hierin echter tekortgeschoten.
3.2.
[gedaagde01] voert verweer tegen de vordering. [gedaagde01] erkent dat werkzaamheden aan de hogedrukreiniger zijn uitgevoerd. [gedaagde01] betwist echter dat hij voor deze werkzaamheden moet betalen. [gedaagde01] is van mening dat het eerder door hem betaalde bedrag van € 800,00 voor de werkzaamheden in mei 2022 voldoende zou moeten zijn om de hogedrukreiniger(s) goed te laten werken. De werkzaamheden aan de hogedrukreiniger in oktober 2022 waren volgens [gedaagde01] niet nodig geweest als de werkzaamheden direct goed waren uitgevoerd, althans betreffen de werkzaamheden aan de hogedrukreiniger in oktober 2022 door [eiser01] onvoldoende uitgevoerde reparatie-/onderhoudswerkzaamheden.
3.3.
[gedaagde01] erkent dat werkzaamheden aan zijn Atlas kraan zijn uitgevoerd. Hij betwist echter de omvang van de berekende arbeidstijd. Volgens [gedaagde01] is een half uur arbeid verricht aan de kraan. Voor deze tijd wil hij betalen. Ook is [gedaagde01] bereid om te betalen voor de nieuwe contactsleutels. Het door hem te betalen bedrag komt daarmee volgens [gedaagde01] op € 25,00 aan arbeid en € 10,77 aan contactsleutels, totaal € 35,77. Hij betwist voor overige kosten aansprakelijk te zijn.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Tussen partijen staat vast dat [eiser01] in opdracht van [gedaagde01] op 18 oktober en op of omstreeks 28 oktober 2022 werkzaamheden heeft uitgevoerd in verband met een hogedrukreiniger van [gedaagde01] . Ook staat tussen partijen vast dat de monteur van [eiser01] op verzoek van [gedaagde01] op of omstreeks 28 oktober 2022 bij [gedaagde01] werkzaamheden heeft uitgevoerd die zien op het opstarten en verrijden van een Atlas kraan. Vaststaat dat [gedaagde01] vorengenoemde werkzaamheden in rekening heeft gebracht bij factuur van 8 november 2022. Beoordeeld dient thans te worden of [eiser01] gehouden is om deze factuur te betalen. De kantonrechter oordeelt daarover als volgt.
4.2.
Het verweer van [gedaagde01] komt erop neer dat volgens haar [eiser01] ondeugdelijk heeft gepresteerd ten aanzien van de hogedrukreiniger(s). De motivering van dit verweer en – zo nodig – de bewijslast daarvan ligt bij [gedaagde01] . [gedaagde01] stelt dat de reparatie op 18 oktober 2022 noodzakelijk was vanwege een fout van [eiser01] . Het ging daarom volgens [gedaagde01] om herstelwerkzaamheden van de eerder, in mei 2022, verrichte reparatie. Deze stelling wordt echter verder niet met enig bewijs onderbouwd. Niet blijkt dan ook dat sprake was van een tekortkoming aan de zijde van [eiser01] die zij diende te herstellen op 18 oktober 2022.
[gedaagde01] heeft niet, althans onvoldoende gemotiveerd, weersproken dat op of omstreeks 28 oktober 2022 door de monteur is geconstateerd dat de hogedrukreiniger naar behoren werkte. Daarmee heeft zij ook ten aanzien van de reparatie op 18 oktober 2022 onvoldoende onderbouwd gesteld dat deze niet naar behoren is uitgevoerd en dat er sprake is van een tekortkoming aan de zijde van [eiser01] . Temeer nu gesteld noch gebleken is dat [gedaagde01] [eiser01] na het bezoek van haar monteur op 28 oktober 2022 in gebreke heeft gesteld, dan wel dat zij de overeenkomst buitengerechtelijk heeft ontbonden.
Nu niet is aangetoond dat [eiser01] is tekort geschoten in de uitvoering van de werkzaamheden is [gedaagde01] gehouden de kosten voor de uitgevoerde reparatiewerkzaamheden te betalen.
4.3.
Uit de stellingen van partijen blijkt dat de factuur van 8 november 2022 van [eiser01] ziet op alle kosten die op 18 en op of omstreeks 28 oktober 2022 door [eiser01] zijn gemaakt. Op grond daarvan concludeert de kantonrechter dat ook de post ‘arbeid’ op de factuur ziet op zowel werkzaamheden in verband met de hogedrukreiniger als in verband met de Atlas kraan. Daarnaast is gesteld noch gebleken dat partijen een bepaalde prijs zijn overeengekomen, zodat uitgegaan moet worden van een redelijke prijs. Mede gezien de beoordeling onder 4.2 heeft [gedaagde01] onvoldoende gemotiveerd op grond waarvan het gefactureerde bedrag aan arbeid van € 150,00 te hoog zou zijn. Het factuurbedrag komt de kantonrechter niet onredelijk voor. De materiaalkosten worden niet betwist. Daarom is de kantonrechter van oordeel dat [gedaagde01] de factuur van € 198,44 volledig moet betalen.
Voor zover [gedaagde01] bij conclusie van dupliek nog heeft aangevoerd dat tussen partijen is overeengekomen dat [eiser01] een diagnose zou stellen en dan zou doorgeven wat de kosten voor de reparatie zou zijn en dat deze kosten niet hoger mochten zijn dan de waarde van de hogedrukreinigers, wordt daaraan – daargelaten dat [gedaagde01] deze stelling niet heeft onderbouwd – voorbij gegaan, nu [gedaagde01] dit verweer te laat in de procedure heeft aangevoerd. Het had – gelet op het vereiste van concentratie van verweer – op de weg van [gedaagde01] gelegen om dit verweer reeds in haar conclusie van antwoord aan te voeren.
4.4.
[eiser01] maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten van € 40,00. De kantonrechter stelt vast dat [eiser01] voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
4.5.
[eiser01] maakt aanspraak op overeengekomen verschuldigde rente van € 4,87. Zij heeft echter onvoldoende onderbouwd dat een specifieke rente is overeengekomen. Daarom zal dit bedrag bij gebrek aan onderbouwing worden afgewezen.
4.6.
[eiser01] vordert betaling van 0% rente over € 198,44 vanaf de dag van dagvaarding tot aan de volledige betaling. Hoewel [eiser01] hier wellicht de wettelijke (handels-)rente had willen vorderen, blijkt dat niet uit het lichaam van de dagvaarding en is dit in ieder geval ook niet in het petitum opgenomen. Daarom wordt deze vordering afgewezen.
4.7.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal een bedrag van € 238,44 (factuurbedrag en incassokosten) wordt toegewezen.
4.8.
[gedaagde01] is de partij die grotendeels ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eiser01] als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
106,73
- griffierecht
128,00
- salaris gemachtigde
- nakosten
58,50
132,00
----------
(1,5 punten × € 39,00)
Totaal
425,23

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde01] om aan [eiser01] te betalen een bedrag van € 238,44;
5.2.
veroordeelt [gedaagde01] in de proceskosten, aan de zijde van [eiser01] tot dit vonnis vastgesteld op € 425,23, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Wordt bij niet betaling het vonnis daarna betekend, dan moet [gedaagde01] ook de kosten van betekening betalen;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Karsten-Badal en in het openbaar uitgesproken op 6 september 2023.