In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar verzoek om handhaving met betrekking tot de dakopbouw van de buren aan de Ploegstraat 76 te Breda. Eiseres stelt dat de buren de dakopbouw gedeeltelijk op haar woning hebben geplaatst. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda heeft het verzoek om handhaving afgewezen met een besluit van 17 juni 2022, en dit besluit is in stand gehouden na bezwaar op 10 november 2022. De rechtbank heeft de zaak op 31 augustus 2023 behandeld, waarbij zowel eiseres als de buren en hun gemachtigden aanwezig waren.
De rechtbank heeft beoordeeld of het college op goede gronden het verzoek om handhaving heeft afgewezen. De rechtbank concludeert dat er sprake is van een overtreding, aangezien de dakopbouw breder is gebouwd dan toegestaan in de omgevingsvergunning. Het college erkent deze overtreding, maar stelt dat het gaat om een geringe overschrijding van 9 cm, waarvan 3 cm op de mandelige muur van eiseres. De rechtbank overweegt dat handhavend optreden niet evenredig is met de daarmee te dienen doelen, gezien de geringe ernst van de overtreding en de toezegging van de buren om de gevelbekleding te verwijderen indien eiseres zelf een dakopbouw wil plaatsen.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, omdat het college de overtreding als gering mag beschouwen en handhavend optreden niet noodzakelijk is. Er is geen aanleiding om het college te veroordelen in de proceskosten of griffierecht. De uitspraak is openbaar gemaakt op 25 september 2023, en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.