Op 4 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De zaak betreft een verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van verplichte zorg aan een betrokkene, geboren in 1961, die lijdt aan een psychische stoornis in de vorm van een chronische paranoïde psychose. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene in het verleden gevaarlijk gedrag heeft vertoond, waaronder brandstichting en suïcidepogingen, en dat er momenteel geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis. Tijdens de mondelinge behandeling op 4 september 2023 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, haar advocaat, een psychiater en een sociaal psychiatrisch verpleegkundige. De betrokkene heeft aangegeven dat zij niet tegen de noodzakelijke zorg is, maar dat zij de depotmedicatie als vervelend ervaart vanwege de bijwerkingen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verzochte vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om ernstig nadeel af te wenden en heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden, tot en met 4 september 2024. De rechtbank heeft daarbij de overige verzochte vormen van zorg afgewezen, omdat deze niet noodzakelijk geacht werden op korte termijn.