Uitspraak
1.De procedure
- het schriftelijke antwoord;
- de conclusie van repliek met productie 13;
- de nadere toelichting met een bijlage;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 september 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en gedaagde over de ontbinding van een overeenkomst voor de levering en montage van glazen schuifpanelen. Eiser, vertegenwoordigd door mr. G.S.M. Koster, had op 3 mei 2022 een overeenkomst gesloten met gedaagde, die de panelen zou leveren en monteren. Eiser heeft een aanbetaling van € 1.190,00 gedaan, maar de montageafspraken zijn herhaaldelijk afgezegd door gedaagde. Na meerdere mislukte afspraken heeft eiser gedaagde in gebreke gesteld en uiteindelijk de overeenkomst ontbonden op 20 januari 2023, met het verzoek om de aanbetaling terug te betalen.
Gedaagde heeft verweer gevoerd en gesteld dat de montage vertraging opliep door omstandigheden die hij niet kon voorzien. De kantonrechter oordeelde echter dat gedaagde tekortgeschoten is in zijn verplichtingen en dat de ontbinding van de overeenkomst gerechtvaardigd was. De rechter heeft geoordeeld dat gedaagde de aanbetaling van € 1.190,00 aan eiser moet terugbetalen, evenals € 178,50 aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 25 januari 2023.
Daarnaast is gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 845,27. De kantonrechter heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. K. Kool.