Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
- cliënt, bijgestaan door haar advocaat;
2.Het verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
4 maart 2024.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 4 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt, geboren in 1946. Het verzoek is ingediend naar aanleiding van de psychogeriatrische aandoening van de cliënt, die recentelijk is gediagnosticeerd met (gevorderde) dementie. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij de cliënt, haar advocaat, de casemanager, haar echtgenoot en haar zoon aanwezig waren.
Tijdens de behandeling heeft de cliënt aangegeven dat het goed met haar gaat en dat zij niet opgenomen wil worden. Haar advocaat heeft de afwijzing van het verzoek bepleit, terwijl de casemanager de verslechterde situatie van de cliënt en de overbelasting van haar echtgenoot heeft toegelicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt lijdt aan een psychogeriatrische aandoening die leidt tot ernstig nadeel, waaronder ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank concludeert dat opname en verblijf noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel te voorkomen.
De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen, gezien de weigering van de cliënt om zorg te accepteren en de overbelasting van haar echtgenoot. De rechterlijke machtiging tot opname en verblijf is verleend voor de duur van zes maanden, met ingang van de uitspraak tot en met 4 maart 2024. De beschikking is mondeling gegeven door mr. M. van de Merbel en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beschikking.