ECLI:NL:RBZWB:2023:6678

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 september 2023
Publicatiedatum
25 september 2023
Zaaknummer
C/02/413410 / FA RK 23/4084
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Mr. Van de Merbel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 4 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 2001. De officier van justitie had verzocht om deze voortzetting op basis van een eerder opgelegde crisismaatregel van 31 augustus 2023. Tijdens de mondelinge behandeling op 4 september 2023 werd betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn advocaat, en ook een arts en psychiater waren aanwezig. Betrokkene betwistte de noodzaak van de crisismaatregel en stelde dat hij geen gevaar voor zichzelf of anderen vormde. De advocaat pleitte voor afwijzing van het verzoek, terwijl de arts en psychiater wezen op de ernst van de situatie, waaronder een psychotische stoornis en het risico op lichamelijk letsel.

De rechtbank concludeerde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel door het gedrag van betrokkene, dat voortvloeide uit zijn psychische stoornis. De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk was om het nadeel af te wenden, met uitzondering van het toedienen van vocht en voeding, waarvoor geen noodzaak was aangetoond. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken, tot en met 25 september 2023. De beschikking werd mondeling gegeven door mr. Van de Merbel en is op 18 september 2023 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/413410 / FA RK 23/4084
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 4 september 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene01],
geboren op [geboortedatum01] 2001 te [geboorteplaats01] ,
wonende te [adres01] , [postcode01] [woonplaats01] ,
thans verblijvende in de accommodatie [stichting01] te [plaats01] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. S. Köller te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 1 september 2023, ingekomen ter griffie op 1 september 2023, waarin de officier van justitie heeft verzocht om voortzetting van de op 31 augustus 2023 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- het politie informatierapport Wvggz van 1 september 2023;
- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Goes tot het nemen van de crisismaatregel van 31 augustus 2023;
- de medische verklaring van 31 augustus 2023;
- het episodejournaal van 31 augustus 2023;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie.
Daarnaast blijkt het procesverloop uit de nader ingediende stukken van [stichting02] , ingekomen ter griffie op 1 september 2023.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 4 september 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- mevrouw [naam01] , arts;
- mevrouw [naam02] , psychiater.
Tevens was aanwezig, [voornaam01] , begeleider van de HIC, die niet is gehoord omdat hij niet (voldoende) bekend is met betrokkene.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene te verlenen.

3.Standpunten

3.1
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft betrokkene betwist dat er sprake is van een psychose. Hij heeft veel meegemaakt en is vermoeid en misschien wat in de war, maar er is verder niets aan de hand met hem. Betrokkene vormt bovendien geen gevaar voor zichzelf of zijn omgeving; hij was zelf juist in gevaar. Ook ontkent betrokkene dat hij heeft gezegd dat hij de politie iets gaat aandoen met een wapen. Er is volgens betrokkene dan ook geen enkele reden om in [stichting01] opgenomen te blijven. Betrokkene benadrukt dat hij naar huis wil, naar zijn zus in [land01] of naar een groep, waar het volgens hem gewoon goed met hem zou gaan. Desgevraagd benoemt betrokkene dat hij geen medicatie nodig heeft.
3.2
De advocaat heeft afwijzing van het verzoek bepleit. Volgens betrokkene is er geen sprake van een psychische stoornis en evenmin van ernstig nadeel. Betrokkene is enkel wat vermoeid en er is geen sprake van gevaar. Daarnaast wil betrokkene niet dat er verplichte zorg wordt verleend; hij wil daarover in overleg treden. De inzet van medicatie vindt betrokkene in ieder geval niet nodig en hij verzet zich ook tegen de opname in [stichting01] . Daaruit leidt de advocaat af dat de inzet van verplichte zorg bij betrokkene niet doelmatig zal zijn; betrokkene zal namelijk extra tegenwerken als de zorg tegen zijn zin in wordt verleend. Er zal dan geen goede behandelrelatie kunnen ontstaan. Mocht de rechtbank van oordeel zijn dat er een zorgmachtiging moet worden verleend, dan dienen daarin de verzochte zorgvormen te worden opgenomen, met uitsluiting van het toedienen van vocht en voeding.
3.3
De arts heeft aangegeven dat betrokkene bekend is met een psychotische stoornis in het kader van schizofrenie. Op dit moment is het lastig om met betrokkene in contact te komen. Hij is erg prikkelbaar en er is veel agitatie en spanning bij betrokkene aanwezig, waardoor er een groot risico op escalaties is. Zo is betrokkene enkele dagen geleden van de afdeling weggevlucht, waarna hij drie dagen buiten heeft rondgezworven. Het lukt betrokkene dan niet om een veilige omgeving te vinden, waardoor er een grote kans is op lichamelijk letsel. De arts licht vervolgens toe dat alle verzochte vormen van verplichte zorg, behalve het toedienen van vocht en voeding, nodig zijn voor betrokkene. Betrokkene verzet zich daar tegen en daarom moet de zorg de komende tijd in een verplicht kader worden verleend. Tot slot spreekt de arts de verwachting uit de komende weken een behandelrelatie met betrokkene op te bouwen, waarna beoordeeld kan worden of de zorg in het vrijwillige kader kan worden voortgezet.
3.4
De psychiater heeft aangegeven dat betrokkene dreigend agressief wordt als zijn autonomie wordt ingeperkt. Zo heeft betrokkene letsel aan de politie toegebracht toen hij naar [stichting01] werd vervoerd. Daarbij heeft betrokkene bovendien gedreigd de politie iets aan te doen met een wapen. De psychiater benoemt dat de problematiek van betrokkene al jaren speelt. Betrokkene heeft in de thuissituatie voor 10.000 euro aan schade aangericht. Ook is het steunsysteem van betrokkene zwaar overbelast geraakt. De komende tijd moeten de systeemproblemen in kaart worden gebracht en moet betrokkene goede zorg worden geboden.

4.Beoordeling

4.1
Bij beschikking van de gemeente Goes van 31 augustus 2023 is ten aanzien van betrokkene een crisismaatregel genomen. Op basis daarvan is betrokkene opgenomen en verblijft hij momenteel in de accommodatie [stichting01] te [plaats01] , op de afdeling High Intensive Care (HIC).
4.2
Het vermoeden bestaat dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten
schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en middelgerelateerde en verslavingsstoornissen. Het is de rechtbank gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychose.
4.3
Uit de overgelegde stukken en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige materiële schade, ernstige financiële schade en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. Onder invloed van bovengenoemde stoornis kampt betrokkene met paranoïde gedachten, hallucinaties en waanbelevingen. Daarnaast is betrokkene bekend met agressief gedrag en heeft hij geregeld last van woedeaanvallen, waarbij hij forse schade aan zichzelf en aan spullen, waaronder de woning van zijn vader, heeft aangebracht.
4.4
Het ernstige vermoeden bestaat dat dit onmiddellijk dreigend ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit de hierboven genoemde psychische stoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
4.5
De rechtbank is derhalve van oordeel dat anders dan de in de crisismaatregel genoemde zorg, de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg, te weten het toedienen van vocht en voeding, worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en tijdens de mondelinge behandeling niet gemotiveerd is verklaard dat deze nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
4.6
Betrokkene verzet zich tegen de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg. Betrokkene heeft duidelijk aangegeven dat hij geen medicatie wil innemen en niet langer in [stichting01] opgenomen wil blijven.
4.7
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8
De rechtbank is van oordeel dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig is en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.9
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, voor de verzochte duur van drie weken, met ingang van heden en tot en met 25 september 2023.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene01], geboren op [geboortedatum01] 2001 te [geboorteplaats01] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
25 september 2023;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Van de Merbel, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 4 september 2023 in tegenwoordigheid van mr. De Haas als griffier, en op 18 september 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.