ECLI:NL:RBZWB:2023:6682

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 september 2023
Publicatiedatum
25 september 2023
Zaaknummer
C/02/412480 / FA RK 23/3640
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Bethlehem
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om zorgmachtiging op basis van vrijwilligheid en psychische stoornis

Op 13 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren in 1990 en zonder vaste woon- of verblijfplaats. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, met als doel verplichte zorg te verlenen, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. Tijdens de mondelinge behandeling op 13 september 2023 werd betrokkene bijgestaan door haar advocaat en een tolk. Betrokkene gaf aan dat zij graag behandeld wil worden, maar niet in een gedwongen kader. De psychiater die aanwezig was, stelde dat betrokkene niet lijdt aan een psychotische stoornis, maar aan andere problemen die niet in een gedwongen kader behandeld kunnen worden. De rechtbank concludeerde dat er geen overeenstemming bestond over de diagnose en dat betrokkene op vrijwillige basis de noodzakelijke zorg accepteert. Hierdoor werd niet voldaan aan de wettelijke criteria voor het verlenen van een zorgmachtiging. De rechtbank heeft het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/412480 / FA RK 23/3640
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 13 september 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene01],
geboren op [geboortedatum01] 1990 te [plaats01] ( [land01] ),
zonder vaste woon- of verblijfplaats,
thans verblijvende in de accommodatie [zorginstelling01] te [plaats02] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. J. de Koning te Lisse.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 2 augustus 2023, ingekomen ter griffie op 2 augustus 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- het politie informatierapport van 28 juli 2023;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 27 juli 2023;
- het zorgplan van 26 juli 2023;
- de (niet ingevulde) zorgkaart van 26 juli 2023;
- de medische verklaring van 30 juni 2023;
- het politie informatierapport Wvggz van 9 mei 2023;
- het ongedateerde maatschappelijk plan;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie.
1.2
Vervolgens heeft een mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden op 16 augustus 2023, in de accommodatie [zorginstelling01] te [plaats02] , waarvan proces-verbaal is opgemaakt. Bij deze gelegenheid is, zoals volgt uit dat proces-verbaal, de verdere behandeling aangehouden tot 13 september 2023, zodat in de tussentijd een nieuwe medische verklaring kon worden opgesteld door een onafhankelijk psychiater, aangezien de zorgverantwoordelijke enerzijds en de psychiater en de geneesheer-directeur anderzijds van visie verschillen ten aanzien van de stoornis van betrokkene.
1.3
Op 8 september 2023 is een e-mail ter griffie ingekomen van de geneesheer-directeur, met bijgevoegd de nieuwe medische verklaring van 8 september 2023, opgesteld door de onafhankelijke [psychiater01] .
1.4
De nadere mondelinge behandeling van het verzoek heeft vervolgens plaatsgevonden op 13 september 2023, eveneens in de accommodatie van [zorginstelling01] te [plaats02] . Daarbij waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat en mevrouw [tolk01] in de Poolse taal;
- de heer [psychiater02] .
1.5
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van zes maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft betrokkene aangegeven dat zij het lastig vindt dat de betrokken zorgprofessionals van mening verschillen over welke problematiek er bij haar aanwezig is. Betrokkene wil graag behandeld worden en wil dat het liefst niet in het gedwongen kader. Daarbij vertelt betrokkene dat controles geen probleem voor haar zijn, maar zij wil niet helemaal beperkt worden. Ook geeft betrokkene aan dat zij niet steeds bij [zorginstelling01] wil terugkomen om af te kicken; daar heeft zij niets aan. Betrokkene heeft verder behoefte aan wat meer duidelijkheid. Zij hoort nu bij de mondelinge behandeling voor het eerst dat een klinische behandeling niet passend voor haar is.
3.2
De advocaat van betrokkene heeft namens betrokkene ingestemd met het voorliggende verzoek. Betrokkene erkent dat zij psychische problemen heeft en wil daar graag een passende behandeling voor krijgen. Betrokkene denkt dat zij de zorgmachtiging daarbij nodig heeft als stok achter de deur.
3.3
De psychiater heeft aangegeven dat het verzoek moet worden afgewezen. Daarbij benoemt hij allereerst dat hij de diagnose paranoïde schizofrenie zoals deze in de recent opgestelde medische verklaring is vastgelegd, niet herkent bij betrokkene. Betrokkene is angstig voor haar partner en wat wantrouwend, maar dat is gelet op haar verleden heel begrijpelijk. De problematiek van betrokkene is complex, zoals blijkt uit de verschillende visies van de verschillende betrokken psychiaters. Volgens de psychiater is betrokkene echter niet belast met een psychotische stoornis. Zij zal daar dan ook niet voor behandeld worden. Wel heeft betrokkene trauma’s opgedaan en is er sprake van hyperarousel. De psychiater licht toe dat betrokkene op allerlei levensgebieden vastloopt. Zij beschikt niet over voldoende vaardigheden om het leven te organiseren en om goede keuzes te maken, en zij gebruikt alcohol als middel om daarmee om te gaan. De psychiater benoemt verder dat het op dit moment wel goed gaat met betrokkene. Zij verblijft nu sinds vier weken op vrijwillige basis in [zorginstelling01] , en deze opname verloopt net als de vorige opname zonder problemen. Betrokkene houdt zich goed aan de afspraken en er is een goede samenwerking en goed contact met betrokkene mogelijk. Ook geeft de psychiater aan dat betrokkene sinds haar opname in [zorginstelling01] eenmaal een terugval in alcoholgebruik heeft gehad. Betrokkene is echter al lang niet meer opgenomen om af te kicken; haar verblijf is enkel voortgezet omdat er nog geen geschikte vervolgplek voor betrokkene is gevonden. Daar is al maatschappelijke hulp voor ingezet. Op dit moment staat betrokkene dus als het ware in de wachtstand. Voor de komende tijd is het volgens de psychiater van belang dat betrokkene een woning vindt en in het ambulante kader op vrijwillige basis wordt behandeld voor haar trauma’s door middel van psychotherapie. Deze therapie kan niet in het gedwongen kader worden verleend. Een zorgmachtiging is daarom niet nodig en evenmin helpend voor betrokkene. Tot slot merkt de psychiater op dat betrokkene wilsbekwaam is.

4.Beoordeling

4.1
Aan de hand van de overgelegde stukken en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling stelt de rechtbank vast dat er bij de verschillende betrokken zorgprofessionals geen overeenstemming bestaat over welke psychische stoornis bij betrokkene voorliggend is. Om die reden is een onafhankelijk psychiater verzocht om nogmaals een medische verklaring op te stellen. Uit deze recente verklaring volgt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, middelgerelateerde en verslavingsstoornissen en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn. De rechtbank heeft geen aanleiding om niet van deze meest recente medische verklaring uit te gaan en komt tot de conclusie dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis zoals omschreven in de meest recente opgestelde medische verklaring.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, ernstige financiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, ernstig verstoorde ontwikkeling voor of van betrokkene of een ander, bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat zij onder invloed van een ander raakt, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Daarbij overweegt de rechtbank dat betrokkene in het verleden, onder invloed van alcohol, verschillende suïcidepogingen heeft ondernomen. Ook kan betrokkene agressief zijn naar derden en overlast veroorzaken. Er is tevens sprake van slechte zelfzorg, financiële problemen en maatschappelijke teloorgang. Betrokkene beschikt op dit moment niet over een woonruimte en slaagt er niet in om haar leven op een georganiseerde wijze vorm te geven.
4.3
Naar aanleiding van hetgeen door en namens betrokkene en de psychiater ter gelegenheid van de mondelinge behandeling naar voren is gebracht, stelt de rechtbank vast dat betrokkene op vrijwillige basis de noodzakelijk bevonden zorg wil accepteren en zich niet zal verzetten tegen de voor haar noodzakelijk geachte behandeling. Betrokkene heeft aangegeven dat zij graag hulp wil ontvangen en behandeld wil worden. Om die reden verblijft zij al enkele weken zonder problemen op vrijwillige basis in [zorginstelling01] , waar zij zich goed aan de afspraken houdt en er een goede samenwerking en goed contact met haar mogelijk is. Vanwege die vrijwilligheid van betrokkene wordt niet voldaan aan de wettelijke criteria voor het verlenen van een zorgmachtiging. De rechtbank zal het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging daarom afwijzen.

5.Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Bethlehem, rechter en in het openbaar uitgesproken op 13 september 2023 in tegenwoordigheid van mr. De Haas als griffier, en op 21 september 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.