ECLI:NL:RBZWB:2023:6702

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 september 2023
Publicatiedatum
25 september 2023
Zaaknummer
AWB- 23_9266 VV
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke voorlopige voorziening

In deze zaak heeft De Kruidenaer B.V. een verzoek om voorlopige voorziening ingediend tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Etten-Leur, dat op 7 juli 2023 een omgevingsvergunning heeft verleend voor de uitbreiding van een bestaande varkenshouderij. Op 25 augustus 2023 heeft verzoekster de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Echter, op 12 september 2023 heeft verzoekster dit verzoek ingetrokken, omdat de vergunninghoudster, Lameda B.V., heeft aangegeven niet te zullen starten met de bouwwerkzaamheden totdat de omgevingsvergunning onherroepelijk is. Verzoekster heeft in dit kader verzocht om een veroordeling van het college in de proceskosten.

De voorzieningenrechter heeft het college de gelegenheid gegeven om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling. Het college heeft in een brief van 18 september 2023 aangegeven geen aanleiding te zien voor vergoeding van de proceskosten, omdat er volgens hen geen sprake is van tegemoetkoming aan verzoekster. De voorzieningenrechter heeft vervolgens zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling.

In zijn beoordeling heeft de voorzieningenrechter vastgesteld dat het niet het college is dat aan het verzoek om voorlopige voorziening tegemoet is gekomen, maar de vergunninghoudster. Dit heeft geleid tot de afwijzing van het verzoek om vergoeding van de proceskosten. De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat het griffierecht aan verzoekster zal worden terugbetaald, nu de vergunninghoudster heeft toegezegd te wachten met de bouwwerkzaamheden totdat op het beroep is beslist. De uitspraak is gedaan door mr. R.P. Broeders en is openbaar uitgesproken op 26 september 2023. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/9266 WABOM

uitspraak van de voorzieningenrechter van 26 september 2023 in de zaak tussen

De Kruidenaer B.V., uit [plaatsnaam] , verzoekster

(gemachtigde: [naam gemachtigde] ),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Etten-Leur, het college.
Als derde-partij neemt aan de zaak deel: Lameda B.V. uit Hoeven,
(vergunninghoudster).

Procesverloop

1.1.
Verzoekster heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 7 juli 2023 (bestreden besluit) van het college om een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitbreiden van een bestaande varkenshouderij aan de [adres] 16 te [plaatsnaam] . Zij heeft daarnaast de voorzieningenrechter op 25 augustus 2023 verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
1.2.
Op 12 september 2023 heeft verzoekster het verzoek om voorlopige voorziening ingetrokken omdat vergunninghoudster heeft laten weten niet te gaan starten met de bouwwerkzaamheden totdat de omgevingsvergunning onherroepelijk is. Verzoekster heeft daarbij verzocht om een veroordeling van het college in de proceskosten.
1.3.
De voorzieningenrechter heeft het college in de gelegenheid gesteld te reageren op dat verzoek. Het college heeft de rechtbank bij brief van 18 september 2023 meegedeeld geen aanleiding te zien voor vergoeding van de proceskosten. Het college stelt zich op het standpunt dat er geen sprake is van aan verzoekster tegemoetkomen door het college.
1.4.
De voorzieningenrechter doet zonder zitting uitspraak op het verzoek om proceskostenveroordeling. [1]

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Hij legt hierna uit hoe hij tot dit oordeel is gekomen.
3. Als een verzoek om voorlopige voorziening wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het verzoekschrift is tegemoet gekomen, kan de voorzieningenrechter op verzoek van de indiener dat bestuursorgaan bij afzonderlijke uitspraak veroordelen in de proceskosten. [2]
3.1.
Gelet op de gedingstukken en het in de inleiding opgenomen procesverloop is het niet het college dat is tegemoet gekomen aan het verzoek om voorlopige voorziening. Het is vergunninghoudster die aan dat verzoek tegemoet is gekomen. Dit is reden om het het verzoek om vergoeding van de proceskosten af te wijzen. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een proceskostenveroordeling af.
3.2.
Nu vergunninghoudster heeft toegezegd te wachten met bouwwerkzaamheden totdat op het beroep is beslist, betaalt de griffier het griffierecht aan verzoekster terug. [3]

Beslissing

De voorzieningerechter wijst het verzoek om vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.P. Broeders, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van drs. A. Lemaire, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 26 september 2023.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Met toepassing van 8:84, vijfde lid, in samenhang met artikel 8:75a en artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Dit is geregeld in artikel 8:75a van de Awb en nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). Artikel 8:75a van de Awb is op grond van artikel 8:84, vijfde lid, van de Awb ook van toepassing op de voorlopige-voorzieningenprocedure.
3.Dat staat in artikel 8:82, vierde lid, aanhef en onder b, van de Awb.