ECLI:NL:RBZWB:2023:6706

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 september 2023
Publicatiedatum
26 september 2023
Zaaknummer
C/02/413593 / FA RK 23/4168
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Smits
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 11 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 2000. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel, die oorspronkelijk op 6 september 2023 was opgelegd. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde datum gehouden, waarbij de betrokkene, zijn advocaat en verschillende zorgprofessionals aanwezig waren. De betrokkene, die in een GGZ-instelling verblijft, heeft aangegeven zich eenzaam te voelen en niet goed te weten hoe hij zich moet gedragen in de nieuwe omgeving. De arts in opleiding heeft verklaard dat de betrokkene vermoedelijk lijdt aan een psychotische stoornis, en dat zijn toestand zorgwekkend is. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing. De rechtbank oordeelt dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk is om het nadeel af te wenden, en verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken. De rechtbank heeft de overige door de officier van justitie verzochte zorgvormen niet noodzakelijk geacht. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Smits en schriftelijk uitgewerkt op 25 september 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/413593 / FA RK 23/4168
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 11 september 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene01],
geboren op [geboortedatum01] 2000 te [geboorteplaats01] ( [land01] ),
wonende te [adres01] , [postcode01] [woonplaats01] ,
thans verblijvende in de accommodatie [ggz-instelling01] te [plaats01] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. E.S. van Aken te Zierikzee.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 7 september 2023, ingekomen ter griffie op 7 september 2023, waarin de officier van justitie heeft verzocht om voortzetting van de op 6 september 2023 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Goes tot het nemen van de crisismaatregel van 6 september 2023;
- de medische verklaring van 6 september 2023;
- het episode journaal van 6 september 2023;
- een verklaring van het niet voorkomen in het curatele- en bewindregister;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie waarin betrokkene niet voorkomt;
- het informatierapport Wvggz van de afgelopen drie maanden.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 11 september 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat en een tolk in de Poolse taal, dhr. [naam01] ;
- mevr. [naam02] , arts in opleiding;
- mevr. [naam03] , eerste contactpersoon.
Tevens waren de volgende personen aanwezig, deze zijn echter niet gehoord:
- mevr. [naam04] , co-assistent;
- [naam05] , verpleegkundige.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene te verlenen.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene heeft aangegeven dat hij zich op dit moment goed voelt. Hij was eenzaam en had niet veel personen om mee te praten. Betrokkene is onvrijwillig naar [ggz-instelling01] gebracht. Nu hij niet eerder is opgenomen, weet hij niet welke regels er gelden en hoe hij zich moet gedragen. Op dit moment accepteert betrokkene de medicatie wel. Verder geeft hij aan dat hij nog maximaal een week wil blijven. Daarna wil betrokkene zo snel mogelijk naar huis. Bij [ggz-instelling01] voelt hij zich even eenzaam als thuis.
3.2
Namens betrokkene heeft de advocaat aangevoerd dat aan de wettelijke criteria voor het voortzetten van de crisismaatregel is voldaan. Betrokkene geeft op dit moment aan dat hij bereid is om (een week) te blijven, maar het is onduidelijk of dit bestendig genoeg is.
3.3
De arts in opleiding (hierna: arts) heeft toegelicht dat betrokkene vermoedelijk een psychotische stoornis heeft. Er is sprake van een zorgelijke ontregeling die vermoedelijk al enkele dagen of weken in de thuissituatie speelde. Betrokkene was zodanig verward dat hij (min of meer vrijwillig) is opgenomen. Vervolgens was de medicatie onvoldoende helpend en namen de spanningen toe met als gevolg dat betrokkene wederom verward en agressief werd. Mogelijk heeft het gebruik van cannabis en alcohol de ontregeling verergerd, maar het cannabis- en alcoholgebruik is niet de oorzaak van de ontregeling (geweest). De belangrijkste factor is dat betrokkene in een nieuwe en geïsoleerde omgeving bij [ggz-instelling01] terecht is gekomen, waarbij hij de Nederlandse taal niet machtig is. Verder is betrokkene in zijn gedachtegang niet te volgen, is er sprake van controleverlies en weet hij niet langer wat de realiteit is. Betrokkene heeft enig ziektebesef, maar totaal geen controle over zijn gedragingen of gedachten. Hij heeft psychotische belevingen, angsten en complottheorieën. De klachten en het controleverlies zijn toegenomen na momenten van overprikkeling en slaaptekort. In het weekend heeft betrokkene dan ook in de EBK verbleven. Op dit moment vindt er een mobilisatie plaats en verblijft betrokkene op de IC-afdeling. Het verblijf op de reguliere afdeling is vanwege de prikkels op die afdeling op dit moment nog niet haalbaar. Nu het de eerste keer is dat betrokkene een psychotische ontregeling meemaakt, is het moeilijk te voorspellen hoe de opname zal verlopen, of en hoe de medicatie aanslaat en hoeveel tijd er nodig is voordat betrokkene is hersteld. De arts vindt de vrijwilligheid van betrokkene ten aanzien van de opname en de medicatie op dit moment niet betrouwbaar genoeg. Betrokkene is als gevolg van de ontregeling onvoorspelbaar en wisselend in zijn gedrag en zeer wantrouwend richting [ggz-instelling01] . Bij de minste spanningen kan hij ontregelen. Daarbij komt dat betrokkene aan het begin van de opname de mediatie heeft geweigerd, omdat hij dacht dat [ggz-instelling01] iets met hem zou doen zoals zijn intelligentie afpakken.
De arts vindt de navolgende zorgmodaliteiten te weten het toediening van medicatie, verrichten van medische controles, beperken van de bewegingsvrijheid, insluiten, uitoefenen van toezicht op betrokkene en opnemen in een accommodatie noodzakelijk.
3.4
De eerste contactpersoon van betrokkene heeft uitgelegd dat zij samen met betrokkene in een restaurant in Sluis werkt. Vanuit de werksfeer werden zorgwekkende signalen gezien. Betrokkene had een belronde gedaan naar zijn collega’s. Toen de eerste contactpersoon opnam, hoorde zij dat betrokkene in de Engelse taal aan het roepen was. Hij was verward. Nadat zij later nogmaals was gebeld door betrokkene is zij met de echtgenote en de zoon van de eigenaar van het restaurant – met toestemming van betrokkene – naar het huis van betrokkene gegaan. Daar trof zij een mensonterende situatie aan.

4.Beoordeling

4.1
Het vermoeden bestaat dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten
schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en middelgerelateerde en verslavingsstoornissen. Vermoedelijk is er sprake van een psychotische ontregeling. Die psychotische ontregeling is verergerd nadat betrokkene in de nieuwe en geïsoleerde omgeving van [ggz-instelling01] terecht is gekomen, waarbij hij de Nederlandse taal niet machtig is. Betrokkene is achterdochtig en verward; hij heeft psychotische belevingen, angsten en complottheorieën. De gedachtegang van betrokkene is niet te volgen en er is sprake van controleverlies. Daarnaast zijn er aanwijzingen voor cannabis- en alcoholgebruik, hetgeen mogelijk een trigger kan zijn (geweest) voor de psychotische ontregeling.
4.2
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Het is de rechtbank gebleken dat betrokkene thuis in een verwarde en vervuilde toestand is aangetroffen waaronder rottende vuilniszakken en flessen alcohol. Er dreigt een uithuiszetting vanwege schulden en een huurachterstand. De kans is groot dat betrokkene in dezelfde situatie terecht komt als hij nu naar huis zou gaan. Temeer nu betrokkene nog niet goed is ingesteld op de medicatie.
4.3
Het ernstige vermoeden bestaat dat dit onmiddellijk dreigend ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit de hierboven genoemde psychische stoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
4.4
De rechtbank is derhalve van oordeel dat anders dan de in de crisismaatregel genoemde zorg, de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de arts tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze zorgvormen niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
4.5
Betrokkene verzet zich tegen de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg. Naar aanleiding van hetgeen is besproken, is de rechtbank van oordeel dat de vrijwilligheid van betrokkene op dit moment onvoldoende betrouwbaar en nog niet bestendig genoeg is. Betrokkene is als gevolg van de psychotisch ontregeling onvoorspelbaar en wisselend in zijn gedrag en zeer wantrouwend richting [ggz-instelling01] . Als gevolg hiervan heeft betrokkene aan het begin van de opname (anders dan nu) de mediatie geweigerd. Daarbij komt dat betrokkene heeft aangegeven dat hij slechts één week bij [ggz-instelling01] wil blijven. Dit maakt dat de rechtbank van oordeel is dat een machtiging nodig is.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De rechtbank is van oordeel dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig is en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, voor de verzochte duur van drie weken.
4.9
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene01], geboren op [geboortedatum01] 2000 te [geboorteplaats01] ( [land01] );
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.4 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
2 oktober 2023;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Smits, rechter en in het openbaar uitgesproken op 11 september 2023 in tegenwoordigheid van mr. Vork als griffier, en op 25 september 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.