ECLI:NL:RBZWB:2023:6707

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 september 2023
Publicatiedatum
26 september 2023
Zaaknummer
C/02/413085 / FA RK 23/3938
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Mr. Smits
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf in een verpleeginstelling voor een cliënt met dementie

Op 11 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) om een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf voor een cliënt met dementie. De cliënt, geboren in 1935, woont momenteel in een zorgboerderij, maar zijn situatie is onhoudbaar geworden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, namelijk dementie, wat leidt tot ernstige geheugen- en oriëntatiestoornissen. Dit heeft geresulteerd in levensgevaar voor de cliënt zelf en een bedreiging voor anderen, gezien zijn agressieve gedrag en de drang om weg te lopen.

Tijdens de mondelinge behandeling op 11 september 2023 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de cliënt, zijn advocaat, de huisarts, de uitbaatster van de zorgboerderij, en zijn zoon. De cliënt verzet zich tegen opname in een verpleeginstelling en wil bij de zorgboerderij blijven wonen. Echter, de huisarts en de uitbaatster hebben aangegeven dat de zorgboerderij niet in staat is om de noodzakelijke 24-uurs dementiezorg te bieden. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen en dat de opname in een verpleeginstelling noodzakelijk is.

De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om de machtiging tot opname en verblijf voor de duur van zes maanden te verlenen, met de mogelijkheid tot verlenging. Deze beslissing is genomen in het belang van zowel de cliënt als de medebewoners en het zorgpersoneel, gezien de onhoudbare situatie in de zorgboerderij. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Smits en schriftelijk uitgewerkt op 25 september 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/413085 / FA RK 23/3938
Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf
Beschikking van 11 september 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ingediende verzoek tot het verlenen van een machtiging voor de duur van zes maanden als bedoeld in artikel 24 e.v. van de Wet zorg en dwang (Wzd), ten aanzien van:
[cliënt01],
geboren op [geboortedatum01] 1935 te [geboorteplaats01] ,
wonende [adres01] , [postcode01] [woonplaats01] ( [zorgboerderij01] ),
hierna te noemen: cliënt,
advocaat: mr. Ph. van Kampen te Goes.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 22 augustus 2023, ingekomen ter griffie op 22 augustus 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de aanvraag van 15 augustus 2023;
- de medische verklaring van 7 augustus 2023;
- het indicatiebesluit van 22 juni 2022;
- de machtiging van 5 juli 2022;
- een afschrift van de beschikking van deze rechtbank op het verzoek tot het verlenen van een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van 24 februari 2023;
- een afschrift van de beschikking van deze rechtbank waarbij mentorschap en meerderjarigheidbewind is ingesteld van 28 maart 2023.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 11 september 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- cliënt, bijgestaan door zijn advocaat;
- mevr. [naam01] , huisarts;
- mevr. [naam02] , uitbaatster;
- mevr. [naam03] , schoondochter tevens mentor;
- dhr. [naam04] , zoon.

2.Het verzoek

2.1
Het CIZ verzoekt de rechtbank een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf voor cliënt te verlenen voor de duur van zes maanden.

3.Standpunten

3.1
Cliënt heeft aangegeven dat hij niet naar een (gesloten) verpleeginstelling wil. Hij vindt het verzoek flauwekul. Als cliënt naar een verpleeginstelling moet, dan loopt hij daar weg. Hij wil met rust gelaten worden. Dat cliënt onderkoeld in een auto (in de greppel) is aangetroffen, viel wel mee. Het gaat goed met cliënt en hij kan prima bij de zorgboerderij blijven. Cliënt ontkent dat hij vergeetachtig is dan wel dementie heeft.
3.2
Namens cliënt heeft de advocaat verzocht om het verzoek af te wijzen. Cliënt wil bij de zorgboerderij blijven wonen en wil niet naar een verpleeginstelling. De advocaat geeft aan dat uit de stukken en de gesprekken met de schoondochter tevens mentor blijkt dat het verblijf van cliënt bij de zorgboerderij niet langer houdbaar is. Hij merkt op dat cliënt – als het verzoek wordt toegewezen – absoluut niet naar de verpleeginstelling in Oostburg wil.
3.3
De huisarts heeft toegelicht dat cliënt dementie heeft. Er is sprake van geheugen- en oriëntatiestoornissen. Als gevolg van de dementie heeft cliënt een enorme drang om (naar buiten) te lopen met het risico dat hij de weg niet meer weet. Cliënt is eerder naar de SEH gebracht, nadat hij in een greppel was aangetroffen. De zorgboerderij mag de deur voor cliënt niet dichtdoen als hij weg wil nu de bewoners van de zorgboerderij geen vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd hebben gekregen. Daarbij komt dat cliënt verbaal en fysiek dreigend en agressief gedrag kan laten zien. Het personeel probeert zijn gedrag o.a. met praten om te keren, maar zij mogen geen noodmedicatie toedienen. Dit leidt ertoe dat er soms escalaties plaatsvinden. De huisarts stelt dat er zowel sprake is van levensgevaar voor cliënt zelf als ook dreiging richting derden. Cliënt heeft met een mes rondgelopen. Verder zijn er geen minder ingrijpende mogelijkheden meer voorhanden. Cliënt heeft 24-uurs dementiezorg nodig, hetgeen bij de zorgboerderij niet aan cliënt kan worden geboden. Daarbij komt dat de inzet van meer of minder medicatie onvoldoende effect heeft. Vermoedelijk zal cliënt naar een grotere verpleeginstelling dan die in Oostburg gaan als het verzoek wordt toegewezen. Wellicht de [verpleeginstelling01] of [verpleeginstelling02] . Er is op dit moment nog geen zicht op een (geschikte) plek.
3.4
De uitbaatster van de zorgboerderij sluit zich aan bij hetgeen de huisarts naar voren heeft gebracht. Cliënt kan als gevolg van de dementie plots veranderen in zijn gedrag. Hij kan zich dan dreigend en agressief gedragen. Cliënt loopt sinds twee tot drie weken rond met een mes. Ook roept en stampt hij in de nacht op grond. Cliënt weet soms niet waar het toilet is. Hij plast dan in een hoek of in de lift. De zorgboerderij kan de noodzakelijk geachte 24-uurs dementiezorg niet aan cliënt bieden. Vooral ook omdat het zorgpersoneel cliënt niet mag tegenhouden als hij naar buiten wil. Een omheining is dan ook geen oplossing evenals de camera’s die slechts gericht staan op het eigen terrein. Over de loopmat stapt cliënt heen. Ook is er een systeem geïnstalleerd, maar dat werkt niet meer nu cliënt in de nacht incontinent is. Tot slot heeft de uitbaatster ook contact gehad met het CCE over de gedragsproblemen van cliënt en om te kijken of de zorgboerderij daarin iets voor cliënt of het zorgpersoneel kan betekenen.
3.5
De schoondochter tevens mentor staat achter het verzoek.
De zorgboerderij heeft stappen ondernomen om te voorkomen dat cliënt naar een verpleeginstelling moet, maar de situatie is op dit moment niet langer houdbaar. Het zorgpersoneel kan de noodzakelijk geachte dementiezorg niet bieden en zij kunnen niet voldoende adequaat reageren op cliënt en zijn (plots veranderende) gedrag. Cliënt zit niet meer op zijn plek bij de zorgboerderij.
3.6
De zoon geeft aan dat hij ook achter het verzoek staat. Hij herkent hetgeen de huisarts naar voren heeft gebracht. Het is niet langer mogelijk dat cliënt bij de zorgboerderij woont.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat cliënt lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, te weten dementie. Vermoedelijk een gemengd type. Cliënt heeft forse geheugenstoornissen en oriëntatiestoornissen in tijd en plaats. Hij heeft geen ziektebesef en -inzicht.
4.2
Deze psychogeriatrische aandoening leidt tot ernstig nadeel. Dit ernstig nadeel bestaat uit levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat cliënt met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. Het is de rechtbank gebleken dat er sprake is van wegloopgevaar. Cliënt loopt regelmatig weg zonder dat hij weet hoe hij terug naar de zorgboerderij moet. Als gevolg daarvan is cliënt in juli van dit jaar vermist geraakt en de volgende dag onderkoeld aangetroffen. Daarnaast is cliënt in de nachten onrustig (hij roept en stampt op de grond) en vertoont hij zowel verbale als fysieke agressie richting medebewoners en het zorgpersoneel. Het gedrag van cliënt kan plots omslaan. De afgelopen twee tot drie weken heeft cliënt met messen in de zorgboerderij rondgelopen. Tot slot weet cliënt soms niet meer waar het toilet is. Hij plast dan in een hoek of in de lift.
4.3
De opname en het verblijf zijn noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Het wonen van cliënt bij de zorgboerderij is niet langer houdbaar en leidt tot ernstig nadeel voor zowel cliënt zelf als de medebewoners en het zorgpersoneel. Cliënt kan zich buiten het zicht van het zorgpersoneel niet redden en als gevolg van zijn dementie heeft cliënt een persistente drang om weg te lopen. Dit maakt zijn zorgbehoefte onplanbaar. De rechtbank is van oordeel dat cliënt 24-uurs dementiezorg en begeleiding door gespecialiseerde verpleging in de nabijheid nodig heeft. Dit kan de zorgboerderij niet aan cliënt bieden. Een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf in een verpleeginstelling op een (gesloten) psychogeriatrische afdeling kan de noodzakelijke 24-uurs dementiezorg en begeleiding wel aan cliënt bieden en is dus geschikt.
4.4
Er zijn geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Zowel uit de medische verklaring als gemotiveerd aangegeven door de huisarts, de uitbaatster en de schoondochter tevens mentor is het de rechtbank gebleken dat de minder ingrijpende mogelijkheden zijn uitgeput. De zorgboerderij heeft vele maatregelen ingezet waaronder een loopmat, camera’s op het terrein, een bewegingsmelder en een code op de voordeur. Desondanks loopt cliënt nog steeds weg. Daarnaast krijgt cliënt gedragsbeïnvloedende medicatie, hetgeen onvoldoende effect heeft.
4.5
Gebleken is dat cliënt zich verzet tegen de opname en het verblijf. Cliënt heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat hij bij de zorgboerderij wil blijven wonen en niet naar een verpleeginstelling wil. Als cliënt naar een verpleeginstelling moet, dan geeft hij aan dat hij zal weglopen.
De rechtbank is echter van oordeel dat cliënt niet beseft dat het niet langer houdbaar is voor zowel zichzelf als de medebewoners en het zorgpersoneel dat cliënt bij de zorgboerderij woont. Daarom is de rechterlijke machtiging nodig.
4.6
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor verlening van een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in de Wzd. De machtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.
4.7
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot opname en verblijf ten aanzien van
[cliënt01], geboren op [geboortedatum01] 1935 te [geboorteplaats01] ,
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk
11 maart 2024.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Smits, rechter en in het openbaar uitgesproken op 11 september 2023 in tegenwoordigheid van mr. Vork als griffier, en op 25 september 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.