Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
- cliënt, bijgestaan door zijn advocaat;
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
11 maart 2024.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 11 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een verzoek tot rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt, geboren in 1941. Het verzoek is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en betreft een machtiging voor de duur van zes maanden, zoals bedoeld in artikel 24 e.v. van de Wet zorg en dwang (Wzd). De cliënt, die lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, heeft geheugenproblemen en vertoont probleemgedrag, waaronder agressie en suïcidaliteit. Tijdens de mondelinge behandeling op 11 september 2023 heeft de cliënt aangegeven niet naar een verpleeginstelling te willen en dat hij het goed heeft thuis. Zijn echtgenote en dochters steunen echter het verzoek van het CIZ, omdat de situatie thuis onhoudbaar is en de echtgenote overbelast is geraakt door de zorg voor de cliënt.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt niet in staat is om de noodzakelijke zorg zelf te ontvangen en dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen. De rechtbank oordeelt dat de opname en het verblijf in een verpleeginstelling noodzakelijk zijn om de cliënt en zijn echtgenote te ontlasten. De rechterlijke machtiging tot opname en verblijf is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 11 maart 2024. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.