ECLI:NL:RBZWB:2023:6710

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 september 2023
Publicatiedatum
26 september 2023
Zaaknummer
C/02/413640 / FA RK 23/4192
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Smits
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 11 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1996. De officier van justitie had op 8 september 2023 verzocht om verlenging van de crisismaatregel, die eerder op 7 september 2023 was opgelegd. Tijdens de mondelinge behandeling op 11 september 2023 waren de betrokkene, zijn advocaat, een arts in opleiding, een verpleegkundige en zijn moeder aanwezig. De betrokkene heeft aangegeven dat hij zich na enkele dagen in de ggz-instelling beter voelt, maar hij verzet zich tegen de opname en de medicatie. De arts in opleiding heeft echter verklaard dat de betrokkene lijdt aan een manische episode en dat zijn gedrag een risico vormt voor zichzelf en anderen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel en dat de betrokkene onvoldoende ziektebesef heeft. Daarom is besloten om de crisismaatregel te verlengen en verplichte zorg toe te passen, waaronder toediening van medicatie en beperking van de bewegingsvrijheid. De rechtbank heeft de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend voor de duur van drie weken, met de mogelijkheid tot verdere evaluatie.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/413640 / FA RK 23/4192
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 11 september 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene01],
geboren op [geboortedatum01] 1996 te [geboorteplaats01] ,
wonende te [adres01] , [postcode01] [woonplaats01] ,
thans verblijvende in de accommodatie [ggz-instelling01] te [plaats01] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. E.S. van Aken te Zierikzee.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 8 september 2023, ingekomen ter griffie op 8 september 2023, waarin de officier van justitie heeft verzocht om voortzetting van de op 7 september 2023 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Goes tot het nemen van de crisismaatregel van 7 september 2023;
- de medische verklaring van 7 september 2023;
- het episode journaal van 7 september 2023;
- een verklaring van het niet voorkomen in het curatele- en bewindregister;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie waarin betrokkene niet voorkomt;
- het informatierapport Wvggz van de afgelopen drie maanden.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 11 september 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- mevr. [naam01] , arts in opleiding;
- [naam02] , verpleegkundige;
- [naam03] , moeder.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene te verlenen.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene heeft aangegeven dat hij zich een heel nieuw mens voelt, nadat hij enkele dagen bij [ggz-instelling01] heeft verbleven. Hij heeft met alles (zowel met het positieve als het negatieve) rust kunnen vinden. Betrokkene vindt het onterecht dat hij bij [ggz-instelling01] verblijft, maar kan het wel begrijpen. Hij begrijpt dat de buurtbewoners angstig voor hem waren, omdat hij zijn energie niet onder controle had. Betrokkene heeft zich aanvankelijk verzet tegen de opname, omdat hij gedwongen naar [ggz-instelling01] moest en zijn vrijheden werden afgepakt. Nu ziet hij in dat zijn opname helpend is. Verder geeft betrokkene aan dat hij gelooft in harmonieuze energie en dat hij wereldvrede nastreeft. Desgevraagd krijgt betrokkene medicatie, maar vanochtend heeft hij – ondanks dat de behandelaren dit wel willen – geen medicatie ingenomen. Betrokkene wil laten zien dat hij zonder medicatie ook kan functioneren. Daarnaast vond betrokkene de medicatie vanochtend niet nodig, omdat hij zich rustig voelt en dat ook richting zijn omgeving wil uitstralen. Verder staat betrokkene ervoor open om samen te werken en concessies ten aanzien van de medicatie te sluiten. Betrokkene vindt bepaalde medicatie niet fijn, bijvoorbeeld de medicatie die vierentwintig uur werkt. Hij is bereid om lorazepam en de brede zuigtablet in te nemen. Door de andere zuigtabletten werd hij misselijk en moest hij overgeven. Tot slot heeft betrokkene gezegd dat hij bang is om zijn vriendin (waarmee hij recent een relatie heeft) kwijt te raken als hij drie weken bij [ggz-instelling01] moet blijven.
3.2
Namens betrokkene is door de advocaat aangevoerd dat aan de wettelijke criteria voor het voortzetten van de crisismaatregel is voldaan. Betrokkene staat ervoor open om samen te werken, maar de advocaat begrijpt dat die vrijwilligheid op dit moment nog niet duurzaam genoeg is. Er is tijd nodig om betrokkene te laten stabiliseren en de zorg rondom hem te regelen. Hopelijk kan de zorg op korte termijn in het ambulante kader worden voortgezet.
3.3
De arts in opleiding (hierna: arts) heeft toegelicht dat betrokkene een manische episode heeft. Voor nu ligt de focus op de manische ontregeling. Zodra er verdere hulp wordt ingezet, zal ook de ASS van betrokkene in het behandelplan worden meegenomen. Betrokkene heeft veel energie, slaapt weinig en denkt heel snel. Hij ziet de realiteit anders dan hoe die is. Ook heeft betrokkene een verminderde impulscontrole en is er sprake van overschatting en uitputting. Door zijn gedrag voelen medepatiënten zich bedreigd. Ook roept hij met zijn gedrag agressie van derden over zichzelf af. Het is noodzakelijk dat er (verdere) diagnostiek plaatsvindt, dat betrokkene in een prikkelarme omgeving tot rust komt en verder stabiliseert en dat hij de psychiatrische medicatie blijft innemen. Anders bestaat het risico dat het ernstig nadeel waaronder de verwaarlozing en uitputting zich wederom in de thuissituatie voordoet met als gevolg dat hij mogelijk opnieuw moet worden opgenomen. Verder vindt de arts de vrijwilligheid die betrokkene tijdens de mondelinge behandeling laat zien gelet op de forse ontregeling niet betrouwbaar en duurzaam genoeg. Tot op heden is er nog geen overeenstemming bereikt over de opname en de medicatie.
Betrokkene wil geen behandeling, staat slechts open voor bepaalde medicatie en wil zo kort mogelijk bij [ggz-instelling01] blijven. De arts vindt de navolgende zorgmodaliteiten te weten de toediening van medicatie, verrichten van medische controles, beperken van de bewegingsvrijheid, uitoefenen van toezicht op betrokkene, aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen en opnemen in een accommodatie nodig.
3.4
Door de verpleegkundige is gezegd dat betrokkene vanochtend zijn medicatie niet wilde innemen, ondanks dat betrokkene aangeeft dat hij alles in overleg doet.
3.5
De moeder is tijdens de mondelinge behandeling aanwezig ter ondersteuning van betrokkene. Wel vraagt zij zich af of het mogelijk is dat betrokkene de brede zuigtablet kan krijgen, omdat betrokkene deze medicatie als prettig heeft ervaren.

4.Beoordeling

4.1
Het vermoeden bestaat dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten
neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (o.a. verstandelijke beperkingen en autismespectrumstoornissen) en schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. Betrokkene is vermoedelijk manisch psychotisch gedecompenseerd. Hij heeft grootheidsgedachten en religieuze wanen. De arts heeft toegelicht dat betrokkene een verminderde impulscontrole heeft, dat hij erg druk is, de realiteit anders ziet en zich incoherent en associatief gedraagt. Betrokkene heeft geen ziektebesef en -inzicht.
4.2
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, ernstig verstoorde ontwikkeling voor of van betrokkene of een ander, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. Het is de rechtbank gebleken dat betrokkene zichzelf uitput en dat er sprake is van overschatting. Hij klampt zich aan derden vast en op de afdeling voelen medepatiënten zich door het gedrag van betrokkene bedreigd. Ook roept hij met zijn gedrag agressie van derden over zichzelf af. Zonder opname bestaat het risico dat hij zichzelf verwaarloost. Als betrokkene nu naar huis zou gaan zonder dat hij is gestabiliseerd en is ingesteld op de psychiatrische medicatie, bestaat het risico dat het ernstig nadeel zich wederom voordoet in de thuissituatie met als gevolg dat hij mogelijk opnieuw moet worden opgenomen.
4.3
Het ernstige vermoeden bestaat dat dit onmiddellijk dreigend ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit de hierboven genoemde psychische stoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
4.4
De rechtbank is derhalve van oordeel dat anders dan de in de crisismaatregel genoemde zorg, de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de arts tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze zorgvormen niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
4.5
Betrokkene verzet zich tegen de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg. Ondanks dat betrokkene tijdens de mondelinge behandeling heeft aangegeven dat hij wil samenwerken en bereid is om concessies ten aanzien van de medicatie te doen, is de rechtbank van oordeel dat de vrijwilligheid van betrokkene op dit moment nog niet betrouwbaar en bestendig genoeg is. Betrokkene heeft onvoldoende ziektebesef en -inzicht en is te bepalend in welke medicatie hij zou willen accepteren. Daarbij komt dat er voor de mondelinge behandeling al een discussie is geweest over de noodzakelijk geachte medicatie en betrokkene als gevolg daarvan de noodzakelijk geachte medicatie niet heeft ingenomen. Dit maakt dat de rechtbank van oordeel is dat er een machtiging nodig is.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De rechtbank is van oordeel dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig is en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, voor de verzochte duur van drie weken.
4.9
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene01], geboren op [geboortedatum01] 1996 te [geboorteplaats01] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.4 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
2 oktober 2023;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Smits, rechter en in het openbaar uitgesproken op 11 september 2023 in tegenwoordigheid van mr. Vork als griffier, en op 25 september 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.