ECLI:NL:RBZWB:2023:6721
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Van 't Nedereind
- Rechtspraak.nl
Verdeling van een eenvoudige gemeenschap tussen samenwoners na overlijden en de gevolgen voor de nalatenschap
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is op 20 september 2023 een vonnis gewezen in een civiele procedure tussen [eiser] en [gedaagde]. De zaak betreft de verdeling van een eenvoudige gemeenschap die is ontstaan tussen [gedaagde] en de overleden [erflaatster], de moeder van [eiser]. Na het overlijden van [erflaatster] op [datum] 2022, heeft [eiser] de nalatenschap beneficiair aanvaard en vordert hij betaling van diverse bedragen van [gedaagde]. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een eenvoudige gemeenschap in de zin van artikel 3:166 lid 1 BW, waarbij de hoofdregel geldt dat de aandelen van de deelgenoten in beginsel gelijk zijn. De kantonrechter oordeelt dat de helft van de gemeenschap, evenals de helft van de gezamenlijke schuld aan ING, tot de nalatenschap behoort. De vorderingen van [eiser] zijn gedeeltelijk toegewezen, waarbij [gedaagde] is veroordeeld tot betaling van € 4.776,58 aan [eiser], vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.