Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
- cliënt, bijgestaan door haar advocaat;
2.Het verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
13 maart 2024.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 13 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure naar aanleiding van een verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt, geboren in 1949. Het verzoek is ingediend op 25 augustus 2023 en betreft een machtiging voor de duur van zes maanden, gebaseerd op artikel 24 e.v. van de Wet zorg en dwang (Wzd). Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde datum waren de cliënt, haar advocaat, een casemanager en familieleden aanwezig. De cliënt, die lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, heeft aangegeven dat het goed met haar gaat en dat zij niet opgenomen wil worden. De advocaat heeft het verzoek betwist, terwijl de casemanager de noodzaak van opname benadrukt vanwege de ernstige situatie van de cliënt en de overbelasting van haar echtgenoot.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt lijdt aan de ziekte van Alzheimer en vasculaire dementie, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder lichamelijk letsel en psychische schade. De rechtbank concludeert dat opname in een verpleeginstelling noodzakelijk is om het ernstig nadeel te voorkomen, gezien de huidige zorgsituatie en de overbelasting van de echtgenoot. De rechtbank verleent de machtiging tot opname en verblijf voor de duur van zes maanden, ingaande op 13 september 2023 en eindigend op 13 maart 2024. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M. van de Merbel en schriftelijk uitgewerkt op 27 september 2023.