ECLI:NL:RBZWB:2023:6736

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 september 2023
Publicatiedatum
28 september 2023
Zaaknummer
9928579 \ CV EXPL 22-1815 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Ebben
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een bedrag wegens ongerechtvaardigde verrijking en proceskosten in civiele procedure

In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 september 2023 uitspraak gedaan in de zaak tussen Enexis Netbeheer B.V. en TwinkNL Holding B.V. De eisende partij, Enexis, heeft een vordering ingesteld tegen TwinkNL, waarbij zij stelt dat TwinkNL ongerechtvaardigd is verrijkt door compensatie voor het energieverbruik van bewoners van kamers op de bovenverdieping. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 28 december 2022, gevolgd door een bewijsopdracht aan Enexis om aan te tonen dat TwinkNL via verrekening door de verhuurder is gecompenseerd.

Enexis heeft voldaan aan de bewijsopdracht door een schriftelijke verklaring van de verhuurder en een factuur over te leggen. TwinkNL heeft getuigen opgegeven, maar is niet verschenen op het getuigenverhoor op 11 september 2023. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Enexis in haar bewijsopdracht is geslaagd, aangezien de overgelegde stukken niet zijn betwist door TwinkNL. De rechter concludeert dat TwinkNL is gecompenseerd voor het energieverbruik, wat leidt tot ongerechtvaardigde verrijking aan de zijde van TwinkNL.

De kantonrechter heeft de vordering van Enexis toegewezen, inclusief de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten. Wat betreft de gevorderde rente heeft de rechter geoordeeld dat de wettelijke rente van toepassing is, aangezien er geen sprake is van een handelsovereenkomst. TwinkNL is veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 1.727,41. De totale te betalen som door TwinkNL aan Enexis bedraagt € 7.011,02, vermeerderd met wettelijke rente. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 9928579 \ CV EXPL 22-1815
Vonnis van 27 september 2023
in de zaak van
ENEXIS NETBEHEER B.V.,
te 's-Hertogenbosch,
eisende partij,
hierna te noemen: Enexis,
[gemachtigde01] ,
tegen
TWINKNL HOLDING B.V.,
te Breda,
gedaagde partij,
hierna te noemen: TwinkNL,
procederend in de persoon van de heer [manager01] .

1.De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 28 december 2022 met de daarin genoemde stukken;
- de akte van Enexis van 18 januari 2023;
- de reactie daarop van gedaagde bij e-mail van 15 maart 2023.
1.2
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1
Bij voornoemd vonnis is Enexis in de gelegenheid gesteld bewijs te leveren van haar stelling dat TwinkNL via verrekening door de verhuurder is gecompenseerd voor het energieverbruik van de bewoners van de kamers op de bovenverdieping.
2.2
Enexis heeft aan die bewijsopdracht bij akte uitvoering gegeven door het overleggen van een schriftelijke verklaring van de betreffende verhuurder, alsmede een kopie factuur gericht aan TwinkNL ter zake de huur over de periode mei 2021 en voorschot servicekosten.
2.3
In reactie daarop heeft TwinkNL de namen van diverse getuigen doorgegeven die zij wenst te horen.
2.4
Op het hierna ingeplande getuigenverhoor van 11 september 2023 is TwinkNL, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Ook de door haar opgegeven getuigen zijn niet verschenen.
2.5
De kantonrechter is van oordeel dat Enexis in haar bewijsopdracht is geslaagd en overweegt daartoe het volgende.
2.6
Uit de overgelegde verklaring en factuur blijkt van een creditbedrag van € 250,00 ter zake van “Voorschot servicekosten” . Uit de verklaring van verhuurder blijkt dat dit een voorschotbetaling is op de energiekosten van de kamerbewoners van de bovenverdieping. Op de aansluiting via een tussenmeter wordt het daadwerkelijke verbruik van die bewoners uitgelezen, zodat de werkelijke kosten jaarlijks kunnen worden verrekend met TwinkNL.
2.7
De juistheid van de inhoud van deze stukken is door TwinkNL niet betwist. De conclusie luidt dan ook dat vast is komen te staan dat TwinkNL is gecompenseerd voor het energieverbruik van de kamerbewoners, zodat sprake is van verrijking aan de zijde van TwinkNL.
2.7
Het voorgaande betekent dat de gevorderde hoofdsom zal worden toegewezen. Ook de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zijn – als niet betwist – toewijsbaar.
2.8
Ter zake de gevorderde rente overweegt de kantonrechter dat nu de vordering is gegrond op artikel 6:162 BW, geen sprake is van een handelsovereenkomst tussen partijen. De gevorderde handelsrente is dan ook niet toewijsbaar; in plaats daarvan zal de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW worden toegewezen.
2.9
TwinkNL is de partij die grotendeels ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten(inclusief nakosten) worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Enexis als volgt vastgesteld:
- kosten dagvaarding € 108,41
- griffierecht € 514,00
- salaris gemachtigde € 990,00 (3,00 punten x € 330,00)
- nakosten
€ 115,00
Totaal € 1.727,41

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1
veroordeelt TwinkNL om aan Enexis te betalen een bedrag van € 7.011,02, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over:
- een bedrag van € 6.320,02 vanaf de datum van opeisbaarheid tot de dag van volledige betaling;
- een bedrag van € 691,00 vanaf 7 juni 2022, tot de dag van volledige betaling,
3.2
veroordeelt TwinkNL in de proceskosten, aan de zijde van Enexis tot dit vonnis vastgesteld op € 1.727,41,
3.3
veroordeelt TwinkNL in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 115,00 aan salaris gemachtigde,
3.4
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.5
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ebben en bij vervroeging in het openbaar uitgesproken op 27 september 2023.