ECLI:NL:RBZWB:2023:6739

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 september 2023
Publicatiedatum
28 september 2023
Zaaknummer
C/02/413974 / FA RK 23/4345
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Broeders
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzing van een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 28 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging. Dit verzoek was ingediend door de officier van justitie en betreft een betrokkene, geboren in 2002, die momenteel verblijft in een geestelijke gezondheidsinstelling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene op 28 september 2023 zal worden overgeplaatst naar een andere instelling, FHIC van [ggz-instelling02] in [plaats02]. De reden voor deze overplaatsing is dat de huidige instelling onvoldoende kennis heeft van de combinatie van autisme en justitiële contacten van de betrokkene.

De rechtbank heeft in haar beoordeling aangegeven dat op grond van artikel 1:6 lid 1 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) de rechter van de woonplaats van de betrokkene bevoegd is. Aangezien de betrokkene na de overplaatsing in een andere gemeente verblijft, is de rechtbank Zeeland-West-Brabant niet langer bevoegd om de zaak te behandelen. Daarom heeft de rechtbank besloten de zaak door te verwijzen naar de rechtbank Den Haag voor verdere behandeling.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open. De beschikking is openbaar uitgesproken door rechter Broeders in aanwezigheid van griffier mr. Vork.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/413974 / FA RK 23/4345
Verwijzing van het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 28 september 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[betrokkene01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2002 te [geboorteplaats01] ,
wonende te [adres01] , [postcode01] [plaats01] ,
thans verblijvende in de accommodatie [ggz-instelling01] te [plaats01] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. C.G. Matze te Breda.

Beoordeling

De mondelinge behandeling van het verzoek is gepland op 2 oktober 2023 om 10.20 uur bij [ggz-instelling01] in [plaats01] . Uit het e-mailbericht van de zorgverantwoordelijke van 27 september 2023 en het e-mailbericht van het Bureau Geneesheer-directeur van 27 en 28 september 2023 volgt dat betrokkene op 28 september 2023 wordt overgeplaatst naar FHIC van [ggz-instelling02] in [plaats02] . In de beslissing van de Geneesheer-directeur, mw. [naam01] , van 27 september 2023 is als reden hiervoor genoemd dat betrokkene bekend is met autisme en dat hij regelmatig in contact komt met justitie. De HIC van [ggz-instelling01] heeft onvoldoende kennis van deze combinatie en kan betrokkene daarom niet de gestructureerde setting bieden die hij nodig heeft.
Op grond van artikel 1:6 lid 1 Wvggz is uitsluitend bevoegd de rechter van de woonplaats van betrokkene, of van de plaats waar betrokkene hoofzakelijk of daadwerkelijk verblijft. De mondelinge behandeling van een Wvggz-procedure vindt doorgaans plaats op de plek waar betrokkene op dat moment verblijft. Vanwege de overplaatsing op 28 september 2023 is dat FHIC van [ggz-instelling02] in [plaats02] . Dit maakt dat de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda niet langer bevoegd is om de zaak te behandelen en de zaak zal doorverwijzen naar de rechtbank Den Haag .

Beslissing

De rechtbank:
verwijst de zaak voor behandeling van voormeld verzoek naar de rechtbank Den Haag .
Deze beschikking is in het openbaar uitgesproken door mr. Broeders, rechter, in tegenwoordigheid van de griffier mr. Vork op 28 september 2023.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.