ECLI:NL:RBZWB:2023:6758

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 september 2023
Publicatiedatum
29 september 2023
Zaaknummer
10413555 \ CV EXPL 23-1131 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Karsten-Badal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van kosten voor niet geleverde kozijnen en transportkosten na levering van een Tiny House

In deze civiele zaak heeft eiser, een particulier, een Tiny House gekocht van gedaagde, KW Klus B.V., voor een totaalbedrag van € 83.000,-. De overeenkomst omvatte de levering van het Tiny House inclusief ramen, kozijnen en transportkosten. Echter, de levering vond pas eind september 2022 plaats en het geleverde huis voldeed niet aan de overeenkomst, aangezien het geen kozijnen of veluxramen bevatte. Eiser heeft KW Klus B.V. meerdere keren verzocht om de ontbrekende onderdelen te leveren en om de transportkosten te vergoeden, maar KW Klus heeft hier niet op gereageerd. Eiser heeft uiteindelijk de kozijnen en ramen zelf opgehaald en laten plaatsen door een andere partij, en vordert nu de kosten hiervan, evenals de transportkosten en buitengerechtelijke kosten van KW Klus.

Tijdens de zitting heeft KW Klus erkend dat zij gehouden is tot betaling van de gevorderde kosten voor de kozijnen, ramen, veluxramen en transportkosten. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering van eiser op basis van wanprestatie en ongerechtvaardigde verrijking toewijsbaar is. De kantonrechter heeft de vordering van eiser tot betaling van € 12.218,72, vermeerderd met wettelijke rente, toegewezen. Daarnaast is KW Klus veroordeeld in de proceskosten van eiser, die zijn vastgesteld op € 1.142,42. Het vonnis is uitgesproken op 20 september 2023.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 10413555 \ CV EXPL 23-1131
Vonnis van 20 september 2023
in de zaak van
[eiser],
wonende te [plaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. M.W. van der Heijden,
tegen
KW KLUS B.V.,
gevestigd te Waspik, gemeente Waspik,
gedaagde partij,
hierna te noemen: KW Klus (vrouwelijk enkelvoud),
procederend bij monde van de heer [naam] , haar directeur.

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 10 mei 2023;
- de akte van de kant van [eiser] , ingekomen op 9 augustus 2023;
- de mondelinge behandeling van 18 augustus 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- de akte van [eiser] van 6 september 2023.
1.2
Omdat [eiser] in haar akte heeft aangegeven dat KW Klus niet tot betaling van het ter zitting besproken bedrag is overgegaan, wordt vonnis gewezen.

2.De feiten

2.1
[eiser] heeft een Tiny House, een verplaatsbare woning, bij KW Klus gekocht tegen een totaalbedrag, inclusief meerwerk, van € 83.000,-. Deze koop is gebaseerd op de offerte van 14 december 2021 (productie 1 bij dagvaarding). [eiser] heeft het totaalbedrag voldaan aan KW Klus.
2.2
Voor het totaalbedrag zou een Tiny House worden geleverd, voorzien van – onder andere – ramen en kozijnen. Bij het totaalbedrag zaten ook de transportkosten inbegrepen.
2.3
Ondanks dat het Tiny House op 22 juli 2022 dan wel op 29 juli 2022 getransporteerd zou worden, is het pas eind september 2022 geleverd aan [eiser] . Bij de levering week het huis af van wat partijen waren overeengekomen als eindproduct; het had geen kozijnen of veluxramen. Ook heeft [eiser] de transportkosten voor haar rekening genomen.
2.4
Bij brief van 18 oktober 2022 heeft [eiser] KW Klus een termijn van een week gegeven om de kozijnen en veluxramen alsnog te plaatsen en een termijn van vijf werkdagen om de transportkosten te vergoeden. KW Klus is hiertoe niet overgegaan.
2.4
Op 4 november 2022 heeft [eiser] de kozijnen en ramen zelf opgehaald en door een andere partij laten plaatsen. Zij heeft de kosten daarvoor voor haar rekening genomen.

3.Het geschil

3.1
[eiser] vordert veroordeling van KW Klus tot betaling van € 12.218,72, vermeerderd met de wettelijke rente over € 11.850,72 vanaf 20 maart 2023 tot de dag van voldoening.
[eiser] heeft het volgende aan de vordering ten grondslag gelegd.
KW Klus is primair toerekenbaar tekort geschoten door geen kozijnen, inclusief ramen, en veluxramen te leveren, terwijl die bij de prijs inbegrepen zitten. Subsidiair is er sprake van non-conformiteit.
[eiser] heeft de materiaalkosten voor de kozijnen en ramen van € 7.392,- voor haar rekening genomen. KW Klus dient deze schade te vergoeden.
De veluxramen, die nog niet zijn geplaatst, hebben een waarde van € 800,- à € 900,- per raam. Gezien het feit dat deze ramen ook gemonteerd zouden moeten worden vordert [eiser] daarvoor een bedrag van € 2.000,-.
Verder heeft [eiser] de transportkosten voor haar rekening genomen, terwijl deze kosten op grond van de overeenkomst voor rekening van KW Klus komen. KW Klus dient deze kosten, van € 2.458,72, op grond van ongerechtvaardigde verrijking aan [eiser] te vergoeden.
De buitengerechtelijke kosten bedragen € 968,-.
3.2
KW Klus voert het volgende verweer.
Op 6 september 2022 is er een inval door de politie geweest in de woning van de directeur van KW Klus, de heer [naam] , en in zijn bedrijf. Hij heeft van 6 september 2022 tot en met 11 september 2022 vastgezeten. [eiser] wilde na de inval haar huisje meenemen. KW Klus vindt de gevorderde transportkosten niet terecht, want zij heeft dat transport niet zelf kunnen regelen. Als KW Klus zelf het transport regelt, dan krijgt zij korting. Verder heeft KW Klus niet de kans gekregen om het huisje af te maken.
3.3
Wat partijen verder hebben aangevoerd, zal – voor zover nodig – onder de beoordeling aan de orde komen.

4.De beoordeling

4.1
KW Klus heeft ter zitting erkend, althans niet langer betwist, dat zij gehouden is tot betaling van de gevorderde kosten voor kozijnen, ramen, veluxramen en voor de transportkosten.
Uit de bij akte overgelegde correspondentie blijkt overigens dat het ophalen van het huisje door [eiser] in overleg is gebeurd en dat KW Klus heeft toegezegd de kosten voor transport en de kozijnen/ramen te zullen vergoeden. [eiser] heeft die kosten destijds voorgeschoten, omdat KW Klus in verband met de aanhouding/arrestatie van haar directeur niet kon beschikken over haar bankrekening.
4.2
Dat betekent dat op grond van wanprestatie c.q. ongerechtvaardigde verrijking in hoofdsom toewijsbaar is:
- transportkosten € 2.458,72
- kosten kozijnen en ramen € 7.392,00
- schade veluxramen
€ 2.000,00
€ 11.850,72
De wettelijke rente daarover is toewijsbaar vanaf de dag van dagvaarding, zoals gevorderd.
4.3
[eiser] maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden. De kantonrechter stelt vast dat de eisende partij voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
4.4
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag toewijsbaar is:
- hoofdsom
11.850,72
- buitengerechtelijke incassokosten
968,00
+
totaal
12.818,72
Omdat [eiser] slechts € 12.218,72 heeft gevorderd en niet meer kan worden toegewezen dan er gevorderd is, zal dit lagere bedrag worden toegewezen.
4.5
KW Klus is de partij die tekort is geschoten in haar verplichtingen en zij zal daarom in de proceskosten (inclusief nakosten) worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eiser] als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
132,42
- griffierecht
86,00
- salaris gemachtigde
792,00
(2,00 punten × € 396,00)
- nakosten
132,00
Totaal
1.142,42

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1
veroordeelt KW Klus om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 12.218,72, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 11.850,72, met ingang van 20 maart 2023, tot de dag van volledige betaling,
5.2
veroordeelt KW Klus in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot dit vonnis vastgesteld op € 1.142,42, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Wordt bij niet betaling het vonnis daarna betekend, dan moet KW Klus ook de kosten van betekening betalen,
5.3
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Karsten-Badal en in het openbaar uitgesproken op 20 september 2023.