In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 september 2023 een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van drie minderjarigen, [minderjarige01], [minderjarige02] en [minderjarige03]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de zorgen over de kinderen nog onvoldoende zijn weggenomen, aangezien de moeder in de afgelopen periode geen hulpverlening heeft geaccepteerd. Hierdoor heeft de gecertificeerde instelling (GI) geen zicht op de thuissituatie van de moeder en kan er niet gewerkt worden aan een terugthuisplaatsing van de kinderen. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd voor de duur van een jaar, met ingang van 28 september 2023, en heeft ook de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd voor dezelfde periode. De kinderrechter heeft benadrukt dat het belangrijk is dat de moeder samenwerkt met de GI en de hulpverlening, zodat er zicht komt op een stabiele en veilige thuissituatie voor de kinderen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de ontwikkeling van de kinderen niet in gevaar komt door een eventueel hoger beroep.