2.1.Tussen partijen staan de volgende feiten in rechte vast:
a. Woonstichting Land van Altena heeft met [gedaagde in conventie sub 2] met ingang van 22 juli 2016 een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd gesloten met betrekking tot de woning staande en gelegen aan [adres 1] te [plaats 2] (hierna: de woning/het gehuurde).
b. [gedaagde in conventie sub 1] en [gedaagde in conventie sub 2] zijn met elkaar gehuwd.
c. Op de huurovereenkomst zijn algemene huurvoorwaarden van toepassing.
d. In die huurvoorwaarden staat, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:
“ (…)
ARTIKEL 6.3
Huurder zal het gehuurde gebruiken en onderhouden zoals het een goede huurder betaamt.
(…)
ARTIKEL 6.6
Huurder dient ervoor zorg te dragen dat aan omwonenden geen overlast of hinder wordt veroorzaakt door huurder, huisgenoten, huisdieren of door derden die zich vanwege huurder in het gehuurde of in de gemeenschappelijke ruimten bevinden.
(…)
ARTIKEL 9.1
Het is huurder toegestaan veranderingen en toevoegingen die zonder noemenswaardige kosten weer ongedaan kunnen worden gemaakt aan de binnenzijde van het gehuurde aan te brengen, behalve indien het gaat om veranderingen die gevaar, overlast of hinder voor verhuurder of derden opleveren. Voor overige veranderingen en toevoegingen heeft huurder vóóraf schriftelijke toestemming van de verhuurder nodig.
(…)
ARTIKEL 9.3
Alle veranderingen die in strijd met de voorwaarden van verhuurder zijn aangebracht, zullen op eerste aanzegging van verhuurder ongedaan worden gemaakt door huurder. (…)”
e. Woonstichting Land van Altena heeft op 18 juli 2022 geconstateerd dat [gedaagden in conventie] in de achtertuin van het gehuurde meerdere bouwwerken en/of volières hebben geplaatst waarin zij vogels en duiven houden. Hiervoor is geen voorafgaande toestemming verleend.
f. Bij brief van 25 juli 2022 heeft Woonstichting Land van Altena [gedaagden in conventie] aangeschreven om alsnog binnen 14 dagen toestemming te vragen voor de bouwwerken en/of volières.
g. Op 4 augustus 2022 hebben [gedaagden in conventie] een aanvraagformulier bij Woonstichting Land van Altena ingediend.
h. Bij brief van 30 augustus 2022 heeft Woonstichting Land van Altena de aanvraag afgewezen en [gedaagden in conventie] aangemaand om de aanpassing voor 1 november 2022 ongedaan te maken en de situatie terug te brengen naar de originele staat.
i. [gedaagden in conventie] houden 160 vogels/parkieten en vier duiven.
j. Omwonenden van [huisnummer 3] en [huisnummer 4] hebben op 18 juli 2022 klachten geuit over de vogels en duiven, te weten over uitwerpselen, stankoverlast en het aantrekken van ongedierte zoals muizen.
k. De buren van [huisnummer 2] (familie [naam 1] , ook huurders van Woonstichting Land van Altena) houden vijf berghonden.
l. Tussen de woning van [gedaagden in conventie] en de woning van familie [naam 1] is nog één huis ( [huisnummer 1] ) gelegen en een doorgang.
m. Een vriend van [gedaagden in conventie] (de heer [naam 2] ) verklaart op 10 maart 2022 dat de honden op [huisnummer 2] erg tekeer gaan met blaffen.
n. Mevrouw [naam 3] , wiens moeder direct naast [huisnummer 2] woonde, schrijft dat als zij uit haar auto stapte de honden hevig beginnen te blaffen tot zij binnen is.
o. Mevrouw [naam 4] verklaart dat als zij les krijgt zij de honden regelmatig hoort blaffen.
p. In week 3 en 8 van 2022 hebben [gedaagden in conventie] meldingen gedaan over het stoken van afval en overlast door een feest in een partytent.
q. Bij brief van 18 februari 2022 schrijft de gemachtigde van [gedaagden in conventie] aan Woonstichting Land van Altena, voor zover relevant, het volgende:
“(…)
Cliënt ervaart al vijf jaar lang overlast veroorzaakt door de buren die woonachtig zijn op
[huisnummer 2] (hierna te noemen: “de buren”). De buren hebben vijf grote berghonden die fungeren als waakhond.1 Daarnaast worden met regelmaat nog twee andere honden gebracht door de dochter van de buren. De buren zijn niet in staat om dergelijke honden in de gehuurde woning te houden zonder haar buren onaanvaardbare overlast te bezorgen.
2. Niet alleen heeft cliënt last van de honden, maar ook van het onacceptabele gedrag van de buren. Zij treiteren cliënt en zijn vrouw. Zo worden er vuilnisbakken van cliënt omgegooid en worden de honden bewust in de tuin gelaten waardoor zij gaan blaffen. Helaas blijft het niet alleen bij treiteren, er hebben ook bedreigingen plaatsgevonden: de buurman heeft naar cliënt het gebaar gemaakt alsof hij zijn eigen keel doorsnijdt. Vervolgens heeft er ook een lichamelijke confrontatie plaatsgevonden. Daarnaast gedragen de buren zich ronduit asociaal Een voorbeeld daarvan is dat de buren recentelijk een vuur hebben gestookt in hun tuin met chemische middelen.2 De vlammen laaiden hoog op. De politie moest erbij komen om de buren te sommeren het vuur uit te maken. In het huis van cliënt hing toen een chemische lucht die dermate ernstig was dat cliënt naar de huisarts moest voor klachten aan de luchtwegen. (…)”
r. Bij brief van 22 juni 2022 zijn [gedaagden in conventie] door Woonstichting Land van Altena aangeschreven over binnengekomen meldingen over het gedrag van de heer [gedaagde in conventie sub 1] in de vorm van schelden, provoceren, treiteren, intimideren en bedreigen tegen buurtbewoners.
s. Op 30 juni 2022 heeft de heer [gedaagde in conventie sub 1] aangifte gedaan van brandstichting gepleegd op 25 mei 2023.