ECLI:NL:RBZWB:2023:6822
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- M. van Triest
- Rechtspraak.nl
Toetsing van het gevaarscriterium en belangenafweging bij huisverbod op grond van de Wet tijdelijk huisverbod
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 september 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende een huisverbod dat door de burgemeester van Oosterhout was opgelegd aan verzoeker. Dit huisverbod was ingesteld op 24 september 2023 voor een periode van tien dagen, op basis van de Wet tijdelijk huisverbod (Wth). Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld tijdens een mondelinge zitting, waarbij zowel verzoeker als verweerder aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van Veilig Thuis.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er een ernstig en onmiddellijk gevaar bestond voor de veiligheid van de moeder van verzoeker, die als kwetsbaar werd beschouwd. Verzoeker had dreigende uitlatingen gedaan, wat leidde tot de conclusie dat het huisverbod gerechtvaardigd was. De voorzieningenrechter heeft de belangen van verzoeker, die herstellende was van een operatie, afgewogen tegen de belangen van zijn moeder. Ondanks verzoekers argumenten dat het huisverbod onterecht was, oordeelde de voorzieningenrechter dat de burgemeester in redelijkheid gebruik had kunnen maken van zijn bevoegdheid om het huisverbod op te leggen.
De voorzieningenrechter heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om voorlopige voorzieningen afgewezen. Er werd geen aanleiding gezien om de kosten van de procedure aan verweerder op te leggen. De uitspraak benadrukt het belang van veiligheid en de noodzaak van gesprekken tussen partijen onder begeleiding van Veilig Thuis, om de situatie te verbeteren.