ECLI:NL:RBZWB:2023:6850

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 september 2023
Publicatiedatum
4 oktober 2023
Zaaknummer
C/02/413864 / FA RK 23/4303
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Mr. Smits
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 18 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1971. De officier van justitie had verzocht om deze voortzetting, na een eerdere crisismaatregel die op 14 september 2023 was opgelegd. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, zijn advocaat, een psychiater, en een thuisbegeleider. De betrokkene vertoonde een wisselend toestandsbeeld en gaf aan niet graag in de accommodatie te verblijven, maar was niet in staat om naar huis te gaan. De psychiater en de thuisbegeleider gaven aan dat de situatie van de betrokkene zorgwekkend was, met een geschiedenis van suïcidaliteit en een katatoon toestandsbeeld. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel en dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk was. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken, tot en met 9 oktober 2023, en wees andere verzochte zorgvormen af. De beschikking werd mondeling gegeven door mr. Smits en is op 2 oktober 2023 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/413864 / FA RK 23/4303
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 18 september 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene01],
geboren op [geboortedatum01] 1971 te [geboorteplaats01] ,
wonende te [adres01] , [postcode01] [woonplaats01] ,
thans verblijvende in de accommodatie [stichting01] te [plaats01] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. Ph. van Kampen te Goes.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 15 september 2023, ingekomen ter griffie op 15 september 2023, waarin de officier van justitie heeft verzocht om voortzetting van de op 14 september 2023 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- het politie informatierapport Wvggz van 15 september 2023;
- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente [plaats02] tot het nemen van de crisismaatregel van 14 september 2023;
- de medische verklaring van 14 september 2023;
- het episodejournaal van 14 september 2023;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 18 september 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- mevrouw [naam01] , psychiater;
- mevrouw [naam02] , thuisbegeleider.
Tevens waren de volgende personen aanwezig, deze zijn echter niet gehoord:
- mevrouw [naam03] , coassistent;
- [naam04] , verpleegkundige;
- [naam05] , stagiaire.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene te verlenen.

3.Standpunten

3.1
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft betrokkene aangegeven dat het wisselend met hem gaat. Hij vindt het niet fijn om in [stichting01] opgenomen te blijven en wil het liefst naar huis. Desgevraagd geeft betrokkene aan dat hij nog niet in staat is om weer naar huis te gaan.
3.2
De advocaat van betrokkene heeft afwijzing van het verzoek bepleit. Er is bij betrokkene sprake van een psychische stoornis waar ernstig nadeel uit voortvloeit. Betrokkene verzet zich echter niet tegen de noodzakelijk geachte zorg. Hij werkt op dit moment goed mee aan de benodigde behandeling. Gelet daarop wordt niet aan de wettelijke criteria voldaan. Dat maakt dat de crisismaatregel niet kan worden voortgezet.
3.3
De psychiater heeft aangegeven dat betrokkene belast is met katatonie en mutisme. Betrokkene heeft in het verleden onder invloed daarvan ernstige suïcide gepleegd en ook nu bestaat er een groot risico op een nieuwe poging. De partner en de zoon van betrokkene lijden erg onder deze situatie en de thuissituatie is onhoudbaar geworden. De psychiater licht toe dat er sinds de inzet van medicatie een verbetering in het toestandsbeeld van betrokkene zichtbaar is. Betrokkene is wat spraakzamer en het contact met hem verloopt nu wat beter. Desalniettemin kan het toestandsbeeld van betrokkene snel wisselen. Daarom is een voortzetting van de behandeling in [stichting01] noodzakelijk. Op dit moment is een verblijf op de prikkelarme afdeling nog nodig om het toestandsbeeld van betrokkene te monitoren. Ook moet nog worden onderzocht wat de juiste dosering van de medicatie voor betrokkene is. Het is nu nog te vroeg voor een behandeling in het ambulante kader, aldus de psychiater. Ten aanzien van de verplichte vormen van zorg geeft de psychiater aan dat het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles nodig zijn, evenals het beperken van de bewegingsvrijheid, het uitoefenen van toezicht en het opnemen in een accommodatie. De overige verzochte vormen van zorg zijn niet aan de orde; het toedienen van vocht en voeding is de afgelopen dagen niet toegepast, betrokkene vertoont geen weerstand ten aanzien van de andere medische handelingen en therapeutische maatregelen en er zijn op dit moment geen aanwijzingen dat de zorgvorm het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten nodig is. De psychiater benoemt tot slot dat, hoewel betrokkene op dit moment meewerkt aan de noodzakelijk geachte zorg, er nog niet kan worden gesproken van een voldoende bestendige vrijwilligheid daartoe. Betrokkene kan gelet ook op de katatonie niet altijd goed aangegeven of hij instemt met de zorg. Soms stemt hij wel in, maar blijkt er iets anders uit zijn houding.
3.4
De thuisbegeleider heeft naar voren gebracht dat betrokkene vorig jaar ook met een katatoon toestandsbeeld in [stichting01] is opgenomen. Sindsdien heeft betrokkene niet meer (langdurig) in een stabiele toestand verkeerd. Het gaat op dit moment dan ook niet goed met betrokkene, zoals hij zelf laatst ook aangaf. Daarbij komt dat betrokkene de afgelopen tijd zorgelijk gedrag in de thuissituatie vertoonde, zoals het continu aan- en uitzetten van de gaskraan. Ook was hij soms uren weg, waardoor er binnen het gezin veel onrust heerste. De partner en de zoon van betrokkene maken zich dan erg veel zorgen gelet op de ernstige suïcidepoging van betrokkene van enkele jaren geleden. Daarnaast is de partner van betrokkene erg kwetsbaar en kan zij de zeer intensieve zorg voor betrokkene niet meer aan. De thuissituatie is daardoor onhoudbaar geworden. De thuisbegeleider benoemt tot slot dat betrokkene op dit moment meewerkt aan de noodzakelijk geachte zorg. Er lijkt zelfs sprake te zijn van berusting ten aanzien van de opname in [stichting01] . Dat was tijdens eerdere (verplichte) opnames niet het geval.

4.Beoordeling

4.1
Bij beschikking van de gemeente [plaats02] van 14 september 2023 is ten aanzien van betrokkene een crisismaatregel genomen. Op basis daarvan is betrokkene opgenomen en verblijft hij momenteel in de accommodatie [stichting01] te [plaats01] , op de afdeling High Intensive Care (HIC).
4.2
Het vermoeden bestaat dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten
neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (o.a. verstandelijke beperkingen en autismespectrumstoornissen), schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn. Betrokkene is al geruime tijd belast met katatonie, een psychotische stoornis en een licht verstandelijke beperking. Dit is door of namens betrokkene niet betwist.
4.3
Uit de overgelegde stukken en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstig verstoorde ontwikkeling voor of van betrokkene of een ander en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Daarbij neemt de rechtbank in overweging dat betrokkene onder invloed van een katatoon toestandsbeeld ernstig agressief kan worden richting zichzelf of zijn omgeving en onder invloed daarvan enkele jaren geleden een ernstige suïcidepoging heeft ondernomen. De partner en de zoon van betrokkene hebben voortdurend angst voor een herhaling daarvan en de partner is overbelast geraakt als gevolg van de langdurige intensieve zorg voor betrokkene.
4.4
Het ernstige vermoeden bestaat dat dit onmiddellijk dreigend ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit de hierboven genoemde psychische stoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
4.5
De rechtbank is derhalve van oordeel dat anders dan de in de crisismaatregel genoemde zorg, de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- het opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat uit de ingediende stukken en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling niet blijkt dat het voorzienbaar is dat deze verplichte zorgvormen op korte termijn moeten worden ingezet om het ernstig nadeel te voorkomen en af te wenden. De rechtbank zal deze zorgvormen dan ook afwijzen.
4.6
Betrokkene verzet zich tegen de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg. Hoewel betrokkene op dit moment meewerkt aan de noodzakelijk geachte behandelingen in [stichting01] , is er (nog) geen sprake van een voldoende bestendige bereidheid ten aanzien van de benodigde zorg. De rechtbank overweegt hierbij dat betrokkene tijdens de mondelinge behandeling heeft aangegeven dat hij het liefst naar huis wil. Daarbij komt dat betrokkene onder invloed van de katatonie en tijdens aanpassingen van de medicatie met momenten niet goed kan instemmen met de zorg. Om die reden is zorg in het gedwongen kader voorlopig nog nodig.
4.7
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8
De rechtbank is van oordeel dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig is en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.9
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, voor de verzochte duur van drie weken, met ingang van heden en tot en met 9 oktober 2023.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene01], geboren op [geboortedatum01] 1971 te [geboorteplaats01] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
9 oktober 2023;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Smits, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 18 september 2023 in tegenwoordigheid van mr. De Haas als griffier, en op 2 oktober 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.