ECLI:NL:RBZWB:2023:6852

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 september 2023
Publicatiedatum
4 oktober 2023
Zaaknummer
C/02/413447 / FA RK 23/4101
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • Mr. Smits
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 18 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren in 1968. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel, die eerder was verleend tot 4 september 2023. Betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een schizofreniespectrumstoornis, en vertoont zorgwekkend gedrag, waaronder suïcidaliteit en verwaarlozing. Tijdens de mondelinge behandeling op 18 september 2023 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder betrokkene zelf, haar advocaat, een arts, een psycholoog en een verpleegkundige. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn, aangezien betrokkene niet beschikt over ziektebesef en zich verzet tegen medicatie. De rechtbank heeft de verzochte vormen van verplichte zorg noodzakelijk geacht om ernstig nadeel af te wenden en heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 18 maart 2024. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Smits en schriftelijk uitgewerkt op 2 oktober 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/413447 / FA RK 23/4101
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 18 september 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene01],
geboren op [geboortedatum01] 1968 te [geboorteplaats01] ,
wonende te [adres01] , [postcode01] [woonplaats01] ,
thans verblijvende in de [accommodatie01] te [plaats01] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. G. Veen te 's-Heer Arendskerke.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 1 september 2023, ingekomen ter griffie op 1 september 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 30 augustus 2023;
- de medische verklaring van 29 augustus 2023;
- de zorgkaart van 24 augustus 2023;
- het zorgplan van 16 augustus 2023;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en de politiemutaties.
Het procesverloop blijkt voorts uit de e-mail van de geneesheer-directeur van 18 september 2023 met als bijlage het maatschappelijk plan van betrokkene van 15 september 2023.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 18 september 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- de heer [naam01] , arts;
- mevrouw [naam02] , psycholoog van het FACT-team,
via een online verbinding;
- de heer [naam 03] , een goede kennis van betrokkene,
via een online verbinding;
- [naam 04] , verpleegkundige.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van zes maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft betrokkene aangegeven dat zij het verzoek om een zorgmachtiging dubbel vindt. Zij wil aan de ene kant naar huis en dat het daar goed met haar gaat, maar zij erkent ook dat er iets aan de hand is en zij hulp nodig heeft. Volgens betrokkene heeft zij nu meer grip op de zorgen die er zijn. Daarbij geeft zij aan dat het niet klopt dat zij denkt dat er drugs bij haar naar binnen worden gebracht. Zij wil wel graag dat er onderzoek wordt gedaan naar haar maag, want dat is om de zoveel jaar nodig. Verder benoemt betrokkene dat zij zo snel mogelijk naar huis wil, waar zij de benodigde hulp zal accepteren. De zorgvormen het toedienen van vocht en voeding vindt betrokkene tot slot wel ver gaan.
3.2
De advocaat van betrokkene heeft aangegeven dat het verzoek kan worden toegewezen. Er is bij betrokkene sprake van een psychiatrisch ziektebeeld waar ernstig nadeel uit voortvloeit. De afgelopen jaren zijn er meerdere crisissituaties ontstaan, bijna altijd ten gevolge van het staken of afbouwen van medicatie. Betrokkene vertoont dan zorgwekkend gedrag, waarbij zij zichzelf letsel toebrengt en niet meer op haar omgeving reageert. Daarnaast is betrokkene ambivalent ten aanzien van de noodzakelijk geachte zorg. Zij ziet in dat deze zorg nodig is, maar is erg tegen het dwangaspect. Zij staat bovendien niet achter de dosering van de huidige medicatie. De zorgmachtiging kan daarom worden verleend voor de zorgvormen die strikt noodzakelijk zijn. Daarbij benoemt de advocaat dat het beperken van de bewegingsvrijheid enkel gedurende de verplichte opname kan worden toegepast en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten nodig is voor het onderhouden van contact met het FACT-team. Aangezien betrokkene de zorgvormen het toedienen van vocht en voeding overdreven vindt, refereert de advocaat zich op dit punt aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
De arts heeft aangegeven dat betrokkene belast is met schizofrenie. Op dit moment is er – ten gevolge van het afbouwen van medicatie – sprake van een forse psychotische ontregeling en katatonie. Als gevolg daarvan vertoont betrokkene zorgwekkend gedrag. Zij heeft eerder geprobeerd zichzelf ernstig te verwonden aan haar buik.
Ook had betrokkene belevingen over onzichtbare mensen die middelen bij haar inbrengen en belevingen over hoe medicatie reageert in haar maag. Daarnaast is er sprake van fors decorumverlies. De arts benoemt voorts dat betrokkene in het verleden goed heeft gefunctioneerd op maandelijkse depotmedicatie. Zij kon haar medicatie dan niet vergeten of afbouwen, en er was sprake van stabiliteit. Ook nu is de inzet van depotmedicatie noodzakelijk voor betrokkene, omdat zij – zoals blijkt uit het verleden – telkens haar medicatie afbouwt, met forse ontregelingen tot gevolg. Daarbij geeft de arts aan dat betrokkene zich verzet tegen depotmedicatie en dat het ook lastig is om overeenstemming te krijgen over de dosering van orale medicatie. Ten aanzien van de verplichte vormen van zorg geeft de arts aan dat het toedienen van vocht en voeding nodig kan zijn ten tijde van de psychoses en katatonie, omdat er dan sprake is van forse verwaarlozing waarbij betrokkene niet (genoeg) eet en drinkt en zichzelf niet goed verzorgt. Deze zorgvormen zullen enkel worden toegepast bij zware ontregeling en als dat strikt noodzakelijk wordt geacht. Verder zijn het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles nodig, evenals het beperken van de bewegingsvrijheid en het opnemen in een accommodatie. Op dit moment is het toestandsbeeld van betrokkene nog niet voldoende verbeterd. Naar verwachting zal betrokkene met de inzet van depotmedicatie stabiliseren, waarna zij weer naar huis kan. In de ambulante fase is de zorgvorm het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten aan de orde. De overige verzochte vorm van zorg, te weten het uitoefenen van toezicht, is niet van toepassing, aangezien er op de huidige afdeling geen gebruik wordt gemaakt van cameratoezicht.
3.4
In aanvulling op de arts heeft de verpleegkundige naar voren gebracht dat er camera’s aanwezig zijn in de algemene ruimtes van de afdeling waar betrokkene verblijft.
3.5
De psycholoog sluit zich aan bij hetgeen er in de stukken is beschreven en hetgeen de arts naar voren heeft gebracht. Er is bij betrokkene een jarenlang patroon zichtbaar waarbij zij psychotisch decompenseert en opgenomen moet worden na het staken of afbouwen van medicatie. De psycholoog licht toe dat betrokkene veel belevingen heeft bij en wantrouwend is ten aanzien van de noodzakelijk geachte medicatie. Deze moet daarom bij voorkeur in depotvorm worden toegediend. Op die manier kan er meer stabiliteit voor betrokkene ontstaan. Daarbij komt dat elke terugval schade veroorzaakt.
3.6
De goede kennis van betrokkene heeft aangegeven dat dwingende maatregelen averechts werken bij betrokkene. Desalniettemin is het goed en nodig dat betrokkene hulp wordt geboden. Het is daarbij van belang om goed te kijken naar de medicatie; deze werkte voorheen niet goed, terwijl het afbouwen van medicatie ook niet het gewenste effect gaf. Er moet tot slot aandacht zijn voor de problemen van betrokkene in de relationele sfeer.

4.Beoordeling

4.1
Bij beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg van 14 augustus 2023 is ten aanzien van betrokkene een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend tot en met 4 september 2023. Op basis daarvan is betrokkene opgenomen en verblijft zij momenteel in de [accommodatie01] te [plaats01] .
4.2
Uit de overgelegde stukken en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen, overige DSM-5 stoornissen en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn. Betrokkene is belast met een psychotische stoornis waarbij ook sprake is van katatonie. Dit is door of namens betrokkene niet betwist.
4.3
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, ernstige financiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, ernstig verstoorde ontwikkeling voor of van betrokkene of een ander, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Het is de rechtbank gebleken dat betrokkene onder invloed van de bovengenoemde stoornis en zonder de inzet van medicatie kampt met ernstige psychotische episodes en waanbelevingen, als gevolg waarvan zij meermaals een suïcidepoging heeft ondernomen. Ook vertoont betrokkene gedrag dat passend is bij katatonie. Zo is betrokkene met momenten nergens meer toe in staat en eet en drinkt zij soms niet. Daardoor is er een groot gevaar voor verwaarlozing, uitputting en uitdroging. Tot slot is er sprake van decorumverlies en sociale teloorgang.
4.4
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval haar gedrag als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.5
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Daarbij neemt de rechtbank in overweging dat betrokkene niet beschikt over ziektebesef en -inzicht en heeft aangegeven dat zij zo snel mogelijk naar huis wil. Ook verzet betrokkene zich tegen de (depot)medicatie en is zij gelet op het verleden niet bereid om (langdurig) medicatie in te nemen. Er is daarom geen sprake van een duurzame bereidheid om behandeld te worden en haar verblijf in [accommodatie01] voort te zetten. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.6
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- het toedienen van vocht en voeding,
enkel indien strikt noodzakelijk ten tijde van een zware, psychotische ontregeling;
- het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- het opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier van justitie verzochte vorm van verplichte zorg, te weten het uitoefenen van toezicht, wordt door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat uit de ingediende stukken en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling niet blijkt dat het voorzienbaar is dat deze verplichte zorgvorm op korte termijn moet worden ingezet om het ernstig nadeel te voorkomen en af te wenden.
Daarbij neemt de rechtbank in overweging dat de arts heeft aangegeven dat er op de huidige afdeling van betrokkene geen gebruik wordt gemaakt van cameratoezicht. De rechtbank zal deze zorgvorm dan ook afwijzen.
4.7
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.9
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden, met ingang van heden en tot en met 18 maart 2024.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene01], geboren op [geboortedatum01] 1968 te [geboorteplaats01] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.6 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
18 maart 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Smits, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 18 september 2023 in tegenwoordigheid van mr. De Haas als griffier, en op 2 oktober 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.