ECLI:NL:RBZWB:2023:6854

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 september 2023
Publicatiedatum
4 oktober 2023
Zaaknummer
C/02/413441 / FA RK 23/4097
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • Mr. Smits
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 18 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1975. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, gebaseerd op artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde datum gehouden, waarbij de betrokkene, haar advocaat, haar echtgenoot, een behandelaar en een verpleegkundige aanwezig waren. De officier van justitie was niet aanwezig.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder suïcidaliteit en agressief gedrag. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden en om de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. De rechtbank heeft de verzoeken van de officier van justitie voor verplichte zorg beoordeeld en enkele vormen van zorg goedgekeurd, waaronder het uitoefenen van toezicht en het beperken van de bewegingsvrijheid, maar andere verzoeken zijn afgewezen.

De zorgmachtiging is verleend voor de duur van twaalf maanden, met ingang van de datum van de beschikking tot en met 18 september 2024. De rechtbank heeft de beslissing mondeling gegeven en deze is op 2 oktober 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/413441 / FA RK 23/4097
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 18 september 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene01],
geboren op [geboortedatum01] 1975 te [geboorteplaats01] ,
wonende te [adres01] , [postcode01] [woonplaats01] ,
thans verblijvende in de [accommodatie01] te [plaats01] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. C.E.J.E. Kouijzer te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 1 september 2023, ingekomen ter griffie op 1 september 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 31 augustus 2023;
- de aanvullende verklaring van de onafhankelijk psychiater van 30 augustus 2023;
- het zorgplan van 17 augustus 2023;
- de zorgkaart van 17 augustus 2023;
- de medische verklaring van 20 juli 2023;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en de politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 18 september 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- de heer [naam01] , echtgenoot van betrokkene;
- de heer [naam02] , (ambulant) behandelaar;
- mevrouw [naam03] , verpleegkundige.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft betrokkene aangegeven dat zij zich kan vinden in het voorliggende verzoek. Betrokkene benoemt dat het nu goed met haar gaat. Het ging kortgeleden even wat minder thuis, waardoor zij nu even in [accommodatie01] verblijft. Daarbij benoemt betrokkene dat zij, wanneer het goed met haar gaat, van mening is dat zij geen zorgmachtiging nodig heeft. Als het minder goed met haar gaat, wil zij niet opgenomen worden of op de Extra Beveiligde Kamer van [accommodatie01] verblijven. Voor haar omgeving is dat dan echter wel nodig.
3.2
De advocaat van betrokkene heeft aangegeven dat uit de stukken blijkt dat er bij betrokkene sprake is van een psychische stoornis waar ernstig nadeel uit voortvloeit. Betrokkene wil de komende periode toewerken naar meer autonomie. Zij wil graag meer regie over haar leven krijgen. De advocaat benoemt voorts dat betrokkene steeds beter in staat is om zichzelf te herpakken na een terugval, zoals nu ook is gebleken aangezien betrokkene aanstaande woensdag weer naar huis mag, terwijl een time out voor de duur van twee weken in eerste instantie nodig werd geacht. Voor een voortzetting van de zorg in het vrijwillige kader is het nu nog wel te vroeg. Daarom dient de zorgmachtiging te worden verleend voor de duur van een jaar. Ingeval van decompensatie kunnen de zorgvormen het beperken van de bewegingsvrijheid, het opnemen in een accommodatie, het onderzoeken aan kleding en lichaam, het onderzoek van de woon- en verblijfsruimte (…) en het uitoefenen van toezicht worden toegepast. Tot slot benoemt de advocaat dat betrokkene goed meewerkt aan de afspraken met het FACT-team.
3.3
De behandelaar van betrokkene heeft aangegeven dat er een verbetering van de situatie van betrokkene zichtbaar is. Betrokkene wil graag dat haar negatieve en zware gedachten stoppen en de huidige opname van betrokkene in [accommodatie01] vindt voor het eerst op vrijwillige basis plaats. Het patroon van verplichte opnames lijkt daarmee zo langzamerhand te worden doorbroken. Voor de komende tijd is er nog wel een zorgmachtiging nodig als stok achter de deur. Daarbij is ook de zorgvorm het uitoefenen van toezicht aan de orde, aangezien er op de afdeling waar betrokkene verblijft gebruik wordt gemaakt van cameratoezicht.
De behandelaar licht voorts toe dat hij zich niet volledig kan vinden in de medische verklaring, waarin staat opgenomen dat betrokkene ontrouw is ten aanzien van de behandelingen. Dat is niet het geval, want betrokkene komt haar afspraken goed na. Zij heeft soms wel wat moeite om zich open te stellen voor de onderliggende oorzaken van haar problemen, maar dat is begrijpelijk. De zorgvorm het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten hoeft daarom niet verplicht te worden opgelegd. Het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen is ook niet aan de orde, aangezien dit de afgelopen tijd niet verplicht is toegepast. Er zijn evenmin problemen bij het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles; daar werkt betrokkene aan mee.
3.4
In aanvulling op de behandelaar heeft de verpleegkundige aangegeven dat het controleren van telefoonhoesjes onder de zorgvorm het onderzoeken aan kleding en lichaam valt. Deze controles worden enkel uitgevoerd ingeval er een vermoeden is dat er gevaarlijke voorwerpen in het hoesje zijn opgeborgen.
3.5
De echtgenoot heeft toegelicht dat de huidige opname in [accommodatie01] op vrijwillige basis plaatsvindt. Er is voorlopig nog zorg voor betrokkene nodig, maar daar staat zij ook voor open.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van depressieve-stemmingsstoornissen en overige DSM-5 stoornissen. Door of namens betrokkene is deze psychische stoornis niet betwist.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige immateriële schade, ernstig verstoorde ontwikkeling voor of van betrokkene of een ander en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Het is de rechtbank gebleken dat betrokkene kampt met suïcidaliteit en met momenten de wens heeft om zichzelf te beschadigen, waar zij dan ook naar handelt. Daarnaast kan betrokkene agressief gedrag vertonen richting haar omgeving en is er soms sprake van overbelasting van de echtgenoot van betrokkene.
4.3
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval haar gedrag als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Het is de rechtbank gebleken dat betrokkene wisselend is in haar bereidheid ten aanzien van de noodzakelijk geachte behandeling in [accommodatie01] en erg ambivalent kan zijn in haar voorkeuren en wensen. Ook beschikt betrokkene over een beperkt ziektebesef en -inzicht. De rechtbank is daarom van oordeel dat betrokkene, ingeval van psychotische decompensatie, zorg in het gedwongen kader behoeft.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur.
Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- beperken van de bewegingsvrijheid,
ten tijde van een gedwongen opname;
- uitoefenen van toezicht,
ten tijde van een gedwongen opname;
- onderzoek aan kleding of lichaam,
ten tijde van een gedwongen opname;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen,
ten tijde van een gedwongen opname;
- opnemen in een accommodatie,
ingeval van psychotische decompensatie.
De vorm van verplichte zorg te weten het uitoefenen van toezicht is niet door de officier van justitie verzocht. Op grond van artikel 6:4 lid 2 Wvggz kan de rechter, in afwijking van het verzoekschrift, besluiten tot het opnemen van andere vormen van verplichte zorg, zoals bedoeld in artikel 3:2 lid 2 Wvggz. Op grond van de overgelegde medische verklaring, de huidige zorgmachtiging en hetgeen ter gelegenheid van de mondelinge behandeling is toegelicht, is de rechtbank van oordeel dat, in afwijking van het verzoekschrift, deze vorm van verplichte zorg ten tijde van een gedwongen opname noodzakelijk is om het ernstig nadeel te voorkomen dan wel af te wenden. De rechtbank wijst daarom deze aanvullende vorm van verplichte zorg toe. Nu deze vorm van verplichte zorg niet is opgenomen in het zorgplan, dient het zorgplan dienovereenkomstig te worden aangepast.
Van de in het verzoek gevraagde overige vormen van verplichte zorg is niet gebleken dat deze noodzakelijk zijn. Niet is gebleken dat deze vormen van verplichte zorg dienen te worden opgelegd omdat voorzienbaar is dat dit nodig is. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking wat hierover tijdens de mondelinge behandeling door de behandelaar is gezegd, namelijk dat er een samenwerking mogelijk is ten aanzien van de medicamenteuze behandeling en betrokkene de afspraken met het FACT-team goed naleeft. De rechtbank zal deze vormen van verplichte zorg dan ook afwijzen.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden, met ingang van heden en tot en met 18 september 2024.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene01], geboren op [geboortedatum01] 1975 te [geboorteplaats01] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
18 september 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Smits, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 18 september 2023 in tegenwoordigheid van mr. De Haas als griffier, en op 2 oktober 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.