Op 18 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1975. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, gebaseerd op artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde datum gehouden, waarbij de betrokkene, haar advocaat, haar echtgenoot, een behandelaar en een verpleegkundige aanwezig waren. De officier van justitie was niet aanwezig.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder suïcidaliteit en agressief gedrag. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden en om de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. De rechtbank heeft de verzoeken van de officier van justitie voor verplichte zorg beoordeeld en enkele vormen van zorg goedgekeurd, waaronder het uitoefenen van toezicht en het beperken van de bewegingsvrijheid, maar andere verzoeken zijn afgewezen.
De zorgmachtiging is verleend voor de duur van twaalf maanden, met ingang van de datum van de beschikking tot en met 18 september 2024. De rechtbank heeft de beslissing mondeling gegeven en deze is op 2 oktober 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.